25 januari 2013

Uitspraak: Asiel en bescherming vragen van autoriteiten eigen land

LJN: BY9418, Rechtbank Assen , AWB 12/22342
Datum uitspraak: 22-01-2013
Datum publicatie: 24-01-2013
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Asiel. Bescherming autoriteiten in zijn algemeenheid. Niet aannemelijk dat het bij voorbaat zinloos of gevaarlijk is voor eiseres. Samenvatting: Verweerder gelooft het asielrelaas, maar wees de aanvraag aanvankelijk af met de motivering dat eiseres bescherming had moeten vragen bij de Servische autoriteiten en zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit bij voorbaat zinloos is. Het beroep werd gegrond verklaard omdat verweerder niet eerst, in overeenstemming met de jurisprudentie van de Afdeling van 5 augustus 2008, LJN: BD9606, had onderzocht of in het algemeen bescherming wordt geboden. In het nieuwe besluit heeft verweerder wel goed gemotiveerd dat in Servië in zijn algemeenheid bescherming wordt geboden. De rechtbank toetst dit conform Vc C4/2.2.1 naar het moment van het bestreden (dus nieuwe) besluit. Verweerder mag naar het oordeel van de rechtbank verwijzen naar het ambtsbericht uit 2008. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd heeft aangegeven dat het ambtsbericht weliswaar uit 2008 dateert, maar dat sindsdien geen nieuw ambtsbericht is verschenen en er geen aanleiding is om aan te nemen dat de situatie in Servië ten opzichte van 2008 is verslechterd. Verweerder stelt daartoe onderzoek te hebben gedaan en verwijst onder meer naar het 2010 Country Reports on Human Rights Practices: Serbia van 4 augustus 2011. Eiseres heeft op geen enkele wijze gemotiveerd of onderbouwd, gelet op het beoordelingsmoment, dat de door verweerder aangehaalde bronnen niet meer actueel zouden zijn. Uit het ambtsbericht volgt dat er een infrastructuur voor bescherming aanwezig is. Het is dan vervolgens aan eiseres om aannemelijk te maken dat zij die bescherming niet kan krijgen. Hierin is zij niet geslaagd. Zij stelt wel dat uit de door verweerder aangedragen informatie niet blijkt dat zij daadwerkelijk bescherming kan krijgen, maar heeft niet gesteld of onderbouwd dat het gevaarlijk of bij voorbaat zinloos was deze bescherming in te roepen. Dat de effectiviteit van de bescherming niet op voorhand vaststaat, brengt niet met zich mee dat eiseres geen bescherming kan krijgen.

--------------
3.3.4. Verweerder heeft op grond van het voorgaande het standpunt in kunnen nemen dat er in Servië door de autoriteiten in zijn algemeenheid bescherming wordt geboden. Dat daaruit niet volgt dat eiseres daadwerkelijk beschermd kan worden tegen de Wahhabieten, zoals eiseres stelt, doet daar niet aan af. Nu uit de informatie over de algemene situatie in de Servië is gebleken dat in het algemeen bescherming wordt geboden, is het niet aan de staatssecretaris om aannemelijk te maken dat eiseres daadwerkelijk bescherming kon krijgen, maar aan haar om aannemelijk te maken dat zij die bescherming niet kon krijgen (zie de uitspraak van de Afdeling van 10 maart 2003 in zaak nr. 200206106/1 (JV 2003/178)).

3.3.5. Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres de bescherming van de Servische autoriteiten niet heeft ingeroepen, zodat de vraag aan de orde is of eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat het vragen van bescherming voor haar gevaarlijk dan wel bij voorbaat zinloos moet worden geacht (zie de uitspraak van de Afdeling van 5 augustus 2008, LJN: BD9606).

3.3.6. Eiseres heeft in haar zienswijze, in haar gronden van beroep en ter zitting volstaan met stellingen dat uit de door verweerder aangedragen informatie niet blijkt dat zij daadwerkelijk bescherming kan krijgen. Eiseres heeft zelf niet de stelling betrokken dat het gevaarlijk of bij voorbaat zinloos was om deze bescherming in te roepen, anders dan in haar brief van 13 maart 2009. Uit die brief en de daarbij overgelegde stukken, noch uit de door haar overgelegde informatie van de Australian Government Review Tribunal, volgt dat het inroepen van bescherming gevaarlijk of zinloos was. Eiseres heeft ook niet onderbouwd op welke wijze uit die stukken volgt dat het zoeken van bescherming voor misdrijven als (huiselijk) geweld tegen vrouwen en verkrachting, alsmede het zoeken van bescherming tegen (een lid van) de Wahhabieten, gevaarlijk of bij voorbaat zinloos was. Verweerder heeft zich dan ook op het standpunt kunnen stellen dat uit de door eiseres ingebrachte stukken weliswaar volgt dat de effectiviteit van de bescherming twijfelachtig is, maar dat de omstandigheid dat de effectiviteit op voorhand niet vaststaat niet met zich brengt dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat het zoeken van bescherming gevaarlijk of bij voorbaat zinloos is.

3.3.7. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder eiseres terecht tegengeworpen dat zij geen bescherming van de Servische overheid heeft ingeroepen tegen [...]. Verweerder heeft haar dan ook op die grond kunnen weigeren een asielvergunning te verstrekken.





Mensen let er op dat je stellingen onderbouwt. Toch vind ik hier een vreemde cirkel redenering gemaakt. Eerst wordt gezegd dat er in zijn algemeen bescherming is. Mevrouw geeft aan dat de effectieviteit daarvan twijfelachtig is. Dit wordt vervolgens in de samenvatting weergegeven als dat ze zaken niet heeft onderbouwd terwijl er stukken zijn ingediend. Maar dan wordt vervolgens teruggegrepen op het vaste leerstuk in deze "Niet bij voorbaat zinloos of gevaarlijk". Dat twijfelachtige effect kan toch juist maken dat iemand zelf denkt dat het compleet zinloos is? Oftewel toch altijd maar eerst proberen en niet gelijk aannemen dat het geen effect heeft.


Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

1 opmerking:

vreemdelingenrecht.com zei

Ik heb hier een aantal kanttekeningen bij:
- De grondregel is "hulp vragen bij autoriteiten behalve als dat bij voorbaar zinloos of gevaarlijk is"
- Mevrouw hier heeft dat niet gedaan.
- Dan wordt dit gezegd: "Verweerder heeft zich dan ook op het standpunt kunnen stellen dat uit de door eiseres ingebrachte stukken weliswaar volgt dat de effectiviteit van de bescherming twijfelachtig is, maar dat de omstandigheid dat de effectiviteit op voorhand niet vaststaat niet met zich brengt dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat het zoeken van bescherming gevaarlijk of bij voorbaat zinloos is."
- Het gevolg is dat jij als vluchteling in spe denkt dat je eigen land geen hulp kan bieden omdat de effectieviteit van de bescherming tijfelachtig is en je vlucht zonder die hulp te vragen. Vervolgens gaat de IND en de rechtbank in twee rondes kijken of er objectief hulp zou zijn. Jij als asielzoeker voert aan "ja maar die is niet effectief" - met stukken. En dan wordt gezegd "Maar dat doet er niet toe want je hebt hem eerst niet gevraagd" en in de samenvatting wordt over niet-onderbouwing gesproken terwijl er wel een stuk was overgelegd.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...