Hoewel de Commissie de acht lidstaten op 27 januari 2011 heeft aangeschreven, hebben zij de Commissie nog steeds niet gemeld dat zij de wetten, regels en administratieve bepalingen hebben vastgesteld die nodig zijn om volledig aan de richtlijn te voldoen. De Commissie heeft daarom besloten de betrokken lidstaten met redenen omklede adviezen toe te zenden (overeenkomstig artikel 258 van het VWEU i). Als de Commissie binnen twee maanden geen bevredigend antwoord ontvangt, kan zij deze lidstaten voor het Europees Hof van Justitie dagen en het Hof vragen om financiële sancties op te leggen.
De terugkeerrichtlijn voorziet in duidelijke, transparante en billijke gemeenschappelijke regels voor terugkeer, verwijdering, inbewaringstelling en nieuwe toelating. Daarbij worden de mensenrechten en fundamentele vrijheden van de betrokken personen volledig geëerbiedigd. In het verleden bestonden er per lidstaat grote verschillen tussen de wetgeving en praktijk op het gebied van terugkeer. De terugkeerrichtlijn is een bindend gemeenschappelijk rechtskader voor een Europees terugkeerbeleid en waarborgt dat terugkeer altijd op een menselijke en waardige manier plaatsvindt.
Dit is ook het eerste EU-rechtsinstrument met een gemeenschappelijke lijst van specifieke rechten van illegale immigranten. Zo breidt de terugkeerrichtlijn het recht van non-refoulement uit tot ieder die illegaal in de EU verblijft, terwijl dit recht voorheen alleen gold voor asielzoekers.
De richtlijn maakt deel uit een breed en evenwichtig EU-migratiebeleid, dat ook maatregelen omvat voor het beheer van legale migratie en de bestrijding van mensenhandel en economische uitbuiting van migranten.
Achtergrond
Richtlijn i 2008/115/EG over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (de "terugkeerrichtlijn") is op 16 december 2008 in werking getreden.
Alle staten die gebonden zijn door de terugkeerrichtlijn (alle EU-lidstaten, uitgezonderd Ierland en het Verenigd Koninkrijk, en de geassocieerde Schengenstaten Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) moeten hun nationale wetgeving in overeenstemming brengen met de bepalingen van de richtlijn.
De uiterste omzettingstermijn was 24 december 2010. Op 27 januari zijn schriftelijke aanmaningen verzonden aan de twintig lidstaten die de Commissie nog niet in kennis hadden gesteld van de volledige omzetting van de richtlijn. Sindsdien heeft de Commissie de inbreukprocedures tegen Frankrijk, Italië, Letland, Luxemburg, Slovenië en Roemenië kunnen afsluiten.
Per 15 december 2011 hadden 19 EU-lidstaten en geassocieerde Schengenstaten de Commissie in kennis gesteld van de volledige omzetting van de richtlijn (Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Italië, Letland, Malta, Portugal, Slowakije, Spanje, Frankrijk, Roemenië, Luxemburg, Slovenië, Zwitserland en Noorwegen). Vier EU-lidstaten hadden te kennen gegeven de richtlijn ten dele te hebben omgezet (België, Litouwen, Zweden en Nederland). Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan de verdragen is gehecht, heeft Denemarken besloten de richtlijn om te zetten in zijn nationale wetgeving.
Bron: volgt nog
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten