05 juli 2011

Roemenenstop symboolpolitiek


Roemenen hebben zich in de loop der jaren onmisbaar gemaakt bij tuinders in - met name - West-Brabant. Sinds gisteren hebben ze een tewerkstellingsvergunning nodig. En die krijgen ze niet. foto Ron Magielse/het fotoburo
Roemenen hebben zich in de loop der jaren onmisbaar gemaakt bij tuinders in - met name - West-Brabant. Sinds gisteren hebben ze een tewerkstellingsvergunning nodig. En die krijgen ze niet. foto Ron Magielse/het fotoburo
Dat had minister Kamp van Sociale Zaken voor ogen toen hij besloot om de grenzen te sluiten voor arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije. Voor mensen uit deze nieuwe EU-landen hebben werkgevers een tewerkstellingsvergunning nodig. En die worden sinds januari maar mondjesmaat - en sinds gisteren helemaal niet meer verstrekt. 

Of daardoor meer werklozen een baan hebben gevonden, heeft de minister nog niet aan kunnen tonen. Het valt ook te betwijfelen. De tuinders in West-Brabant hebben ze in elk geval nog niet gezien.

Zij staan momenteel op hun achterste benen, omdat zij hun vaste personeel kwijtraken.

Aanvankelijk toevallig en daarna via een vriend, neef of dorpsgenoot, zijn bijna alle Roemenen die in Nederland werken (vorig jaar zo'n tweeduizend) bij tuinders in deze regio beland. Daar hebben ze zich onmisbaar gemaakt. Ze werken hard, zijn flexibel en hebben in de loop der jaren veel ervaring en kennis opgedaan van de planten, machines en bedrijven. Niet zelden zijn ze opgeklommen tot het middenkader en sturen ze uitvoerend personeel aan.

De tuinbouw is een van de eerste sectoren waar de krapte op de arbeidsmarkt zich openbaart. In 2020 wordt in Nederland een tekort van 250.000 arbeidskrachten verwacht. Nederlanders die bereid zijn om op akkers en in kassen te werken, zijn amper te vinden. Dat bevestigen de uitzendbureaus, die op verzoek van minister Kamp een serieuze zoektocht hebben ondernomen. Want het werk in de

agrarische sector is niet alleen fysiek zwaar (en je krijgt er vieze handen van), het gaat ook om seizoenswerk. In de piekmaanden hebben tuinders tientallen handjes nodig, in het laagseizoen kunnen ze het vrijwel alleen af. Dat is geen probleem voor Oost-Europeanen die hier een paar maanden geld willen verdienen, maar voor de doorsnee Nederlander is het geen aantrekkelijk perspectief.

Een aardbeienteler die aan de rand van een stad of dorp zit, lukt het meestal nog wel om genoeg scholieren en huisvrouwen te vinden. Maar afgelegen tuinderijen krijgen hun oogst niet meer van het land met enkel Nederlandse handen. De boomkwekerijen rond Zundert hebben nog een ander probleem. Zij kweken zoveel verschillende soorten planten, dat het jaren kost om medewerkers op te leiden tot zelfstandige krachten.

En die tijd hadden zij niet, toen Kamp vorig jaar aankondigde dat het aantal tewerkstellingsvergunningen zou worden afgebouwd. Dat het quotum meteen gehalveerd zou worden, hadden de tuinders bovendien niet voorzien. En welke organisatie, in welke sector dan ook, zou niet in de problemen komen als die plots de helft van zijn personeel moest vervangen?

Dat tuinders het niet zien zitten om hun vaste ploeg Roemenen in te ruilen voor onbekende Poolse of Letse uitzendkrachten, is natuurlijk ook een geldkwestie. Aan uitzendbureaus zijn ze crica 20 procent meer kwijt dan wanneer ze hun personeel zelf regelen. Voor eenderde van de telers, die onder de landbouwregeling vallen, is de BTW op uitzendwerk bovendien niet aftrekbaar. Dat maakt uitzendkrachten nog eens 19 procent duurder; een groot verschil in een sector waar de marges al jaren onder druk staan.

De tuinders wordt regelmatig verweten dat ze alleen maar met Roemenen willen werken omdat die zich nog laten uitbuiten.

Natuurlijk, er zijn ondernemers - evenals uitzendbureaus - die arbeidsmigranten onderbetalen en torenhoge verblijfkosten rekenen. Maar het merendeel van de agrariërs houdt zich gewoon aan de cao en heeft het beste met zijn werknemers voor.

In de jaren dat de Roemenen bij West-Brabantse tuinders over de vloer komen, zijn vaak warme contacten gegroeid. Er zijn genoeg tuinders bij die in Roemenië worden uitgenodigd op bruiloften van hun personeel, of er op vakantie gaan. Uiterlijk in 2014, maar misschien zelfs al volgend jaar, gaan de Nederlandse grenzen voor Roemeense werknemers open. Zolang de minister niet aan kan tonen dat hij met zijn beleid meer Nederlandse werklozen aan het werk helpt, mag hij zich wel eens afvragen wat het verschil is tussen een Let en een Roemeen. Beiden knappen een paar maanden per jaar ons vuile werk op en gebruiken dat geld om thuis een huis te bouwen of hun familie te onderhouden. En ja, misschien blijven de Roemenen wel, maar dat geldt net zo goed voor Polen of Hongaren.

Moeten de tuinders voor die paar jaar tot de grenzen helemaal opengaan, echt hun ervaren, vertrouwde personeel inwisselen voor een Pool die ter plekke wordt ingevlogen of een nieuwe Roemeen die toevallig aanspraak maakt op een Hongaars paspoort?

Het probleem is niet alleen tijdelijk, maar ook beperkt in omvang. Het speelt vooral in West-Brabant. Daar gaat het om tweeduizend van de driehonderdduizend banen. Het percentage Roemenen en Bulgaren op de landelijke beroepsbevolking is haast verwaarloosbaar.

Tenzij blijkt dat hij de kaartenbakken van het UWV echt weet te legen, lijkt het Roemenenverbod vooral symboolpolitiek van Kamp. Bedoeld om de xenofobe gedoogpartner van het kabinet koest te houden.
Annemieke van Dongen

Bron: http://www.bndestem.nl/algemeen/economie/9040678/Roemenenstop-symboolpolitiek.ece


Law Blogs
Law blog

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...