Inkomen als zelfstandige - 18 maanden inkomen mag niet worden gemiddeld (uitspraak rechtbank)
LJN: BU3336, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Roermond , Awb 11/15592 en 11/15594
Datum uitspraak: 31-10-2011
Datum publicatie: 04-11-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: De rechtbank concludeert dat voor de vraag of voldaan is aan het vereiste dat gedurende een periode van ten minste anderhalf jaar voorafgaand aan de beschikking, duurzaam sprake is van voldoende middelen van bestaan, het moment waarop de feitelijke verwerving van inkomsten uit arbeid als zelfstandige is aangevangen, uitgangspunt dient te zijn. De rechtbank verwijst daarbij naar de tekst van artikel 3.20, eerste lid, van het VV 2000 en naar de toelichting bij deze bepaling. Op grond van het vorenstaande kan het betoog van eisers, dat 16 oktober 2009 als startmoment voor de berekening van anderhalf jaar moet worden genomen omdat met de voorbereidende handelingen die hebben geleid tot de opening van het restaurant indirect sprake is van inkomsten, niet slagen. De rechtbank ziet in de tekst van en toelichting bij artikel 3.20, eerste lid, van het VV 2000 voorts geen aanknopingspunten voor het betoog dat vanaf 16 oktober 2009 bekeken moet worden of het inkomen in een periode van het daaropvolgende anderhalf jaar op jaarbasis gemiddeld voldoende is, ongeacht of in de periode voorafgaand aan de opening van het restaurant feitelijk sprake is geweest van inkomsten. Hiertoe overweegt de rechtbank dat blijkens voormelde toelichting middelen van bestaan uit arbeid als zelfstandige, vanwege de onzekerheid over de levensvatbaarheid van de onderneming en het ontbreken van voldoende inzicht in de inkomsten van de startende ondernemer, eerst dan aangemerkt worden als duurzaam, indien zij gedurende een aaneengesloten periode van anderhalf jaar beschikbaar zijn geweest. De rechtbank begrijpt hieruit dat gedurende een ononderbroken periode van anderhalf jaar daadwerkelijk inkomsten moeten zijn verworven teneinde de levensvatbaarheid van het zelfstandig bedrijf te kunnen beoordelen, zodat in het kader van het duurzaamheidvereiste geen ruimte bestaat om het inkomen als startende zelfstandige boekhoudkundig te middelen naar een periode waarin feitelijk nog geen sprake was van een inkomen uit het zelfstandig bedrijf
Bron: rechtspraak.nl
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Datum uitspraak: 31-10-2011
Datum publicatie: 04-11-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: De rechtbank concludeert dat voor de vraag of voldaan is aan het vereiste dat gedurende een periode van ten minste anderhalf jaar voorafgaand aan de beschikking, duurzaam sprake is van voldoende middelen van bestaan, het moment waarop de feitelijke verwerving van inkomsten uit arbeid als zelfstandige is aangevangen, uitgangspunt dient te zijn. De rechtbank verwijst daarbij naar de tekst van artikel 3.20, eerste lid, van het VV 2000 en naar de toelichting bij deze bepaling. Op grond van het vorenstaande kan het betoog van eisers, dat 16 oktober 2009 als startmoment voor de berekening van anderhalf jaar moet worden genomen omdat met de voorbereidende handelingen die hebben geleid tot de opening van het restaurant indirect sprake is van inkomsten, niet slagen. De rechtbank ziet in de tekst van en toelichting bij artikel 3.20, eerste lid, van het VV 2000 voorts geen aanknopingspunten voor het betoog dat vanaf 16 oktober 2009 bekeken moet worden of het inkomen in een periode van het daaropvolgende anderhalf jaar op jaarbasis gemiddeld voldoende is, ongeacht of in de periode voorafgaand aan de opening van het restaurant feitelijk sprake is geweest van inkomsten. Hiertoe overweegt de rechtbank dat blijkens voormelde toelichting middelen van bestaan uit arbeid als zelfstandige, vanwege de onzekerheid over de levensvatbaarheid van de onderneming en het ontbreken van voldoende inzicht in de inkomsten van de startende ondernemer, eerst dan aangemerkt worden als duurzaam, indien zij gedurende een aaneengesloten periode van anderhalf jaar beschikbaar zijn geweest. De rechtbank begrijpt hieruit dat gedurende een ononderbroken periode van anderhalf jaar daadwerkelijk inkomsten moeten zijn verworven teneinde de levensvatbaarheid van het zelfstandig bedrijf te kunnen beoordelen, zodat in het kader van het duurzaamheidvereiste geen ruimte bestaat om het inkomen als startende zelfstandige boekhoudkundig te middelen naar een periode waarin feitelijk nog geen sprake was van een inkomen uit het zelfstandig bedrijf
Bron: rechtspraak.nl
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Reacties
•. indien de gevestigde ondernemer van oordeel is dat het reële inkomen hoger is dan via deze manier is berekend, staat voor hem de mogelijkheid open om het reële inkomen zelf aan te tonen aan de hand van een verklaring van een registeraccountant, een Accountant Administratieconsulent, een Federatie Belastingadviseur, een College Belastingadviseur of een belastingadviseur met een beconnummer van de Belastingdienst. Omdat een dergelijke herberekening slechts in uitzonderingssituaties de doorslag zal geven, is hiermee geen rekening gehouden in het aanvraagformulier. De aanvrager zal eigenstandig een dergelijke verklaring dienen op te stellen en mee te sturen.
̢ۢ. ingevolge artikel 6, tweede lid, Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 wordt bij bijstandverlening aan een zelfstandige rekening gehouden met het inkomen over een boekjaar (niet het inkomen over een kalenderjaar).
̢ۢ. bij de behandeling van aanvragen om een verblijfsvergunning wordt hierbij aansluiting gezocht. Aangezien rekening wordt gehouden met het gemiddeld inkomen over een boekjaar, zijn de inkomsten in iedere afzonderlijke maand van dat boekjaar voor de beoordeling niet relevant;
̢ۢ. de informatie die met het model wordt gevraagd over het voorlaatste afgesloten boekjaar zal voor de beoordeling van de duurzaamheid van de inkomsten niet van belang zijn, indien het laatste afgesloten boekjaar en het lopende boekjaar tezamen reeds een periode van anderhalf jaar beslaan;
•. in het model worden – naast de gegevens over de voor de beoordeling van het middelenvereiste relevante inkomsten – tevens vragen gesteld over de fiscale winst en de behandeling van de aangifte inkomstenbelasting door de Belastingdienst. De betreffende gegevens moeten de IND in staat stellen de inkomensgegevens in geval van twijfel te verifiëren bij de Belastingdienst
Vreemdelingencirculaire B1/4.3.4