25 augustus 2018

Wie wil dit aan me uitleggen? (artikel 3 EVRM beoordeling in de zaak van de Armeense kinderen) Doe al lang geen asiel meer. UPDATE

 UPDATE: Een groepslid verduidelijkte het (doe al jaren geen asiel meer). Vroeger was de b grond van artikel 29 Vw gelijk aan artikel 3 EVRM. Vervolgens kwam die EU richtlijn die door dat artikel werd gedekt. Echter sindsdien (dus na mijn tijd) is de tekst van de b grond veranderd zodat alleen de Richtlijn er onder valt maar alle niet-asiel gronden zoals medisch niet. Nog steeds wordt dan bij terugkeer getoetst aan artikel 3 EVRM maar dan krijgt diegene geen asiel maar uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw.


Ik heb vroeger in mijn IND tijd nog geleerd dat de B grond van artikel 29 Vw de Nederlandse incorperatie was van artikel 3 EVRM. Bij uitzondering kon ook een niet asiel grond als AIDS en creperen zonder hulp tot een verblijfsvergunning op basis van artikel 3 EVRM leiden. Het St Kitts arrest was hier richtinggevend.
Op een gegeven moment kwam er een Richtlijn van de EU bij en daardoor ging er net wat meer onder de b grond vallen. Salah Sheikh-arrest (als ik het nu goed spel). Eigenlijk kwam hierdoor iets wat vroeger de c of de d grond kon zijn toch nog terug in de Nederlandse praktijk.

Nu doe ik al in geen jaren asielzaken meer maar geef er nog wel les in. Ik begrijp de uitspraak in de zaak van de Armeense kinderen niet. En om nou te voorkomen dat ik studenten een oude manier van beoordelen leer: WIE WIL DIT UITLEGGEN

"
6.3. De vreemdelingen hebben niet betoogd dat zij in Armenië vrezen voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. In geschil is daarom alleen de vraag of aan de vreemdelingen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd moet worden verleend, omdat zij voldoen aan artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. In deze bepaling is artikel 15 van de Kwalificatierichtlijn geïmplementeerd. Dit is de subsidiairebeschermingsstatus. Om hiervoor in aanmerking te komen moet een vreemdeling aannemelijk maken dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 15 van de Kwalificatierichtlijn.
6.4. In de uitspraak van 30 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1733, heeft de Afdeling onder verwijzing naar het arrest van het Hof van Justitie van 18 december 2014, M'Bodj, ECLI:EU:C:2014:2452, overwogen dat de in artikel 29, eerste lid, van de Vw 2000 opgenomen limitatieve opsomming van gronden voor verlening van een verblijfsvergunning asiel uitsluitend de gronden bevat waarop volgens de Kwalificatierichtlijn internationale bescherming moet worden geboden. Uit het arrest M'Bodj volgt voorts dat de subsidiairebeschermingsstatus alleen kan worden verleend als een vreemdeling een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 15 van de Kwalificatierichtlijn. Dit betekent dat de staatssecretaris geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 kan verlenen, indien een vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een reëel risico loopt op voormelde ernstige schade.
6.5. Ernstige schade moet daarnaast volgens artikel 6 van de Kwalificatierichtlijn worden veroorzaakt door één van de 'actoren' van ernstige schade, namelijk de staat, partijen of organisaties die de staat beheersen of niet-overheidsactoren waartegen de staat of deze partijen geen bescherming kunnen of willen bieden. Dit betekent dat niet elke schending van artikel 3 van het EVRM kan leiden tot verlening van de subsidiairebeschermingsstatus. Dat artikel 3 van het EVRM, zoals het EHRM dat in zijn rechtspraak heeft uitgelegd, zich ook onder bepaalde zeer uitzonderlijke omstandigheden verzet tegen uitzetting - bijvoorbeeld wanneer een vreemdeling aan een ernstige fysieke of psychische ziekte lijdt of bij dwingende humanitaire omstandigheden - maakt niet dat de vreemdeling daarmee aannemelijk heeft gemaakt dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade. De jurisprudentie van het Hof van Justitie over ernstige schade en die van het EHRM over artikel 3 van het EVRM lopen op dat punt immers uiteen, omdat volgens het Hof van Justitie ernstige schade altijd moet voortvloeien uit gedragingen van derden en daarom bijvoorbeeld een medische situatie in beginsel niet kan leiden tot ernstige schade als bedoeld in de Kwalificatierichtlijn.
6.6. Daarom houdt de staatssecretaris terecht geen rekening met onderwerpen of verhaallijnen die niet binnen de reikwijdte van het begrip van ernstige schade vallen. Anders dan de vreemdelingen betogen, loopt hij hiermee niet vooruit op de beoordeling van de geloofwaardigheid en de zwaarwegendheid van het relaas, omdat hij niet op elk element hoeft in te gaan, maar slechts op elk relevant element. Elementen die niet relevant zijn voor een subsidiairebeschermingsstatus maar wel een betoog van een schending van artikel 3 van het EVRM omvatten, kunnen dus niet worden betrokken bij de asielaanvraag en zullen in een ander kader aan de orde moeten komen.
Is het relaas over de 'terugkeervoorwaarden' een relevant element?
6.7. De rechtbank heeft ten onrechte bij haar oordeel of de staatssecretaris alle relevante elementen heeft vastgesteld van belang geacht dat de vreemdelingen hebben betoogd dat zij bij terugkeer naar Armenië een reëel risico lopen op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. Zoals onder 6.4. is overwogen, is in het kader van de asielaanvraag immers niet de vraag of de vreemdelingen een reëel risico lopen op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM, maar of de vreemdelingen een reëel risico lopen op ernstige schade als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000.
6.8. Ook heeft de rechtbank bij haar oordeel ten onrechte de door haar aangehaalde jurisprudentie van het EHRM doorslaggevend geacht. De arresten van 21 januari 2011, M.S.S. tegen België en Griekenland, ECLI:CE:ECHR:2011:0121JUD003069609, en van 4 november 2014, Tarakhel tegen Zwitserland, ECLI:CE:ECHR:2014:1104JUD002921712, gaan immers niet over het verlenen van een subsidiairebeschermingsstatus, maar over de overdracht van asielzoekers naar het land dat volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van hun asielaanvraag. Het arrest van 28 juni 2011, Sufi en Elmi tegen het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2011:0628JUD000831907, ziet weliswaar op de terugkeer naar het land van herkomst, maar zoals de staatssecretaris terecht heeft betoogd, heeft het EHRM in die zaak getoetst of sprake was van een reëel risico op een schending van artikel 3 van het EVRM door humanitaire problemen als gevolg van een gewapend conflict. Daarnaast werden de omstandigheden bij terugkeer beoordeeld om vast te stellen of de desbetreffende vreemdelingen een binnenlands vestigingsalternatief ('internal flight alternative') hadden, wat een ander beoordelingskader inhoudt."

Inderdaad gaat de Afdeling later in de uitspraak los artikel 3 EVRM beoordelen.

Maar aangezien wij zowel artikel 3 EVRM als de EU Richtlijn onder hetzelfde wetartikel in onze nationale wetgeving hebben geplaatst moet dat verschil toch eigenlijk niet uitmaken?

 
 Hieronder bevindt zich een reactieformulier maar u mag me ook direct mailen op wytzia @yahoo.com.

THANKS




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...