22 mei 2018

Wanneer kan je een beroep op Chavez-Vilchez nog inbrengen? (uitspraken)

Bij deze twee recente uitspraken die elkaar lijken tegen te spreken. Naar mijn mening is  Chavez-Vilchez een aspect wat gaat om een declaratoir recht wat ambtshalve moet worden getoetst en waar de IND dan niet kan zeggen dat het in haar procesvoering is geschaad wanneer dat op zitting pas naar voren wordt gebracht. Ik denk wel dat een goed advocaat zijn zaken minstens twee weken voor zitting nog eens doorvlooit om te zien of er nog iets nieuws is gebeurd wat moet worden aangevoerd. Bedenk dat een griffier drie weken voor zitting geacht wordt de stapel inclusief advies of concept uitspraak bij de rechter af te leveren. Daar zou je voor moeten proberen te zijn.



1)      Niet pas in beroep op zitting mee komen: ( 10/5/2018 gepubliceerd)
 “11. Eisers hebben tot slot ter zitting een beroep gedaan op het arrest van het Hof van Justitie van 10 mei 2017, ECLI:EU:C:2017:354, in de zaak Chavez-Vilchez. Eisers betogen dat voor eiseres uit dit arrest een verblijfsrecht voortvloeit, omdat [zoon] , de jongste zoon van eiseres en referent, de Nederlandse nationaliteit bezit. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de goede procesorde zich er tegen verzet om deze grond bij het beroep te betrekken. Nu het bestreden besluit echter wordt vernietigd en verweerder een nieuw besluit moet nemen, dient hij dit betoog van eisers daarbij te betrekken.”
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:5647 Klop dat wel? Is toch ambtshalve toets want declaratoir?

2)      In bewaringszaak ( 9 / 4 2018 gepubliceerd)
 
    maatregel van bewaring, Chavez-Vilchez, Hof van Justitie van de Europese Unie, rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan, geen constitutief besluit, declaratoire handeling, Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, VWEU, declaratoir verblijfsrecht, effectieve genot, essentie van de aan de status van burger van de Unie ontleende rechten, minderjarig kind, Nederlandse nationaliteit, geen zodanige afhankelijkheidsrelatie, afgeleid verblijfsrecht aan het Unierecht, aan het Unierecht ontleend verblijfsrecht, redelijk vooruitzicht op verwijdering, niet onvoldoende voortvarend, Marokko, zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn, voortgangsrapportage, lichter middel, family life, artikel 8 EVRM, aanvraag toetsing aan EU-recht, categoriewijziging.

    De rechtbank overweegt dat de Afdeling bij uitspraak van 3 mei 2010
(ECLI:NL:RVS:2010:BM5541) heeft geoordeeld dat de rechter in vreemdelingenzaken in het kader van de beoordeling van de bewaring zelfstandig dient te beoordelen of aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan is voldaan. De afgifte van een verblijfsdocument ten bewijze van rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan is geen constitutief besluit maar een declaratoire handeling.

    Gelet op het arrest Chavez-Vilchez van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 10 mei 2017 (ECLI:EU:C:2017:354) beoordeelt de rechtbank of uit de verklaringen van de vreemdeling volgt dat sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen hem en zijn gestelde kind, zodat hij een (declaratoir) verblijfsrecht heeft als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder e, Vw 2000 en de inbewaringstelling van meet af aan onrechtmatig is.

    De rechtbank oordeelt dat de vreemdeling met de gestelde feiten niet heeft aangetoond dat sprake is van een zodanige afhankelijkheidsrelatie dat zijn gestelde kind genoodzaakt zal zijn het grondgebied van de Europese Unie te verlaten indien de vreemdeling een verblijfsrecht wordt ontzegd.

    Een ‘aanvraag toetsing aan EU-recht’ levert gezien het declaratoire karakter van die toetsing geen rechtmatig verblijf op als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder f, Vw 2000, zodat categoriewijziging van de maatregel hangende die toetsing niet vereist is.




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

1 opmerking:

Anoniem zei

Beste Collega,

Ik gebruik niet de term 'declaratoir', omdat het Unierecht dit niet kent.

Het werkt de indruk dat het verblijfsrecht afhangt van wat de IND verklaart, en zo wordt miskend dat het gaat om een STATUS, die VAN RECHTSWEGE bestaat,.

De IND kwam direct na arrest Chavez-Vilchez en anderen met afgifte Residence Card / Verblijfskaart, for a family member of a EU-citizen en de vermelding dat kaart gaat in op datum van deze brief en is 5 jaar geldig. "Het is een bevestiging van een recht dat mogelijk van rechtswege eerder is ontstaan" - laat mogelijke maar weg en voeg toe verblijf- en werk- recht. Inmiddels wordt deze zin weggelaten...

NB er staat niet 'for a family member of an EU-citizen 'who is a (dependant) minor', want art.20 VWEU geldt voor ALLE 'burgers van de Unie", beperking kring presona materea tot minderjarige stuit op het non-discriminatie beginsel dat blijkens arres KücUkdeveçi een algemeen beginsel is. Maw het Europa van de Burgers geldt voor alle unieburgers en dus hun derdlander familieleden.

De IND heeft 'Chavez-Vilchez' al ambtshalve toegepast op derdelanders bij zaak van mr Ubbergen én dat is juist want art.24 Handvest geldt voor 'elk' kind. In arrest O. en S., L. tegen Muutumaahanvaristo, C 356 11 en C 357 11 punt 50 staat ook al dat rechtmatige derdelanders, evenmin als unieburgers, ping ping ballen zijn = eruit knikkeren kan niet in de rechtsorde van de Unie: leest de Preambule bij het Handvest, versie 2016 en NIET in het Nederlands wegens de fouten (Pahladsingh dixit).

Mvr Joost van Bennekom

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...