27 mei 2021

Stel je bent een uitgeprocedeerde asielzoeker en je wordt in bewaring gesteld maar je Nederlander vrouw gaat in Belgie wonen en werken. Mag je dan mee? Handel op tijd!

Meneer wil zelfstandig Nederland verlaten. Hij heeft toegang tot België waar zijn Nederlandse vrouw is gaan wonen. Hij is in het bezit van een geldig grensoverschrijdingsdocument: paspoort. Zijn vrouw kan haar huurcontract en verblijfsadres aantonen. Idealiter heeft zijn vrouw er ook al een baan, een abonnement op de bieb, een huisarts, tandarts en zich vooral ingeschreven bij de gemeente en houdt ze alle aankopen van boodschappen en benzine bij.

Haar uitgeprocedeerde man - maar hetzelfde geldt voor ieder andere niet-EU echtgenoot - mag bij haar in België gaan wonen en daar een verblijfskaart vragen.

Zijn toegang tot België wordt gewaarborgd voor een termijn van korter dan drie maanden als toerist en als zijn vrouw gebruik maakt van haar recht op vrij verkeer als werknemer, student of economisch daar niet actieve met geld ook voor langer dan drie maanden. Dit alles op basis van Richtlijn 2004/38/EU.

 

Artikel 6

Verblijfsrecht voor maximaal drie maanden

1.   Burgers van de Unie hebben het recht gedurende maximaal drie maanden op het grondgebied van een andere lidstaat te verblijven zonder andere voorwaarden of formaliteiten dan de verplichting in het bezit te zijn van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort.

2.   Lid 1 is eveneens van toepassing ten aanzien van familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten en die de burger van de Unie begeleiden of zich bij hem voegen, en in het bezit zijn van een geldig paspoort.

Artikel 7

Verblijfsrecht voor meer dan drie maanden

1.   Iedere burger van de Unie heeft het recht gedurende meer dan drie maanden op het grondgebied van een andere lidstaat te verblijven:

a)

indien hij in het gastland werknemer of zelfstandige is,

 

b)

indien hij voor zichzelf en voor zijn familieleden over voldoende bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat zij tijdens hun verblijf ten laste komen van het socialebijstandsstelsel van het gastland, en over een verzekering beschikt die de ziektekosten in het gastland volledig dekt, of

 

c)

indien hij is ingeschreven aan een particuliere dan wel openbare instelling die door het gastland overeenkomstig de wetgeving of administratieve praktijk is erkend of wordt gefinancierd, om er als hoofdbezigheid een studie, daaronder begrepen een beroepsopleiding, te volgen; en

 

indien hij beschikt over een verzekering die de ziektekosten in het gastland volledig dekt, en hij de bevoegde nationale autoriteit, - door middel van een verklaring of van een gelijkwaardig middel van zijn keuze -, de zekerheid verschaft dat hij over voldoende middelen beschikt om te voorkomen dat hij of zijn familieleden tijdens zijn verblijf ten laste komen van het socialebijstandsstelsel van het gastland; of

 

d)

indien hij een familielid is van een burger van de Unie die voldoet aan de voorwaarden onder a), b) of c) en hij deze burger begeleidt of zich bij hem voegt.

2.   Het verblijfsrecht van lid 1 strekt zich uit tot familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten, en die de burger van de Unie begeleiden of zich in het gastland bij hem voegen, en voldoen aan de voorwaarden onder a), b) of c).

3.   Voor de toepassing van lid 1, onder a), behoudt een burger van de Unie die niet langer werknemer of zelfstandige is, in de volgende gevallen zijn status van werknemer of zelfstandige:

a)

hij is als gevolg van ziekte of ongeval tijdelijk arbeidsongeschikt;

 

b)

hij bevindt zich, na ten minste één jaar te hebben gewerkt, in naar behoren vastgestelde onvrijwillige werkloosheid en heeft zich als werkzoekende bij de bevoegde dienst voor arbeidsvoorziening ingeschreven;

 

c)

hij bevindt zich in een toestand van naar behoren vastgestelde onvrijwillige werkloosheid na afloop van een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor minder dan één jaar of hij is in de eerste twaalf maanden onvrijwillig werkloos geworden en heeft zich als werkzoekende bij de bevoegde dienst voor arbeidsvoorziening ingeschreven. In dit geval blijft de status van werknemer ten minste zes maanden behouden;

 

d)

hij start met een beroepsopleiding. Behalve in geval van onvrijwillige werkloosheid is voor het behoud van de status van werknemer in dit geval een verband vereist tussen de voorafgaande beroepsactiviteit en deze opleiding.

4.   In afwijking van lid 1, onder d), en lid 2, geldt het verblijfsrecht als familielid van een burger van de Unie die valt onder lid 1, letter c), alleen voor de echtgenoot, de geregistreerde partner in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), en kinderen die ten laste komen. Artikel 3, lid 2, is van toepassing op rechtstreekse bloedverwanten in opgaande lijn die ten laste komen van de burger van de Unie en op die van zijn echtgenoot of geregistreerde partner.

Artikel 8

Administratieve formaliteiten voor burgers van de Unie

1.   Onverminderd artikel 5, lid 5, kan het gastland voor verblijven van meer dan drie maanden burgers van de Unie de verplichting opleggen om zich bij de bevoegde autoriteiten te laten inschrijven.

2.   De voor de inschrijving gestelde termijn mag niet korter zijn dan drie maanden te rekenen vanaf de datum van binnenkomst. Er wordt onmiddellijk een verklaring van inschrijving afgegeven, waarin naam en adres van de ingeschreven persoon en de datum van inschrijving worden vermeld. Niet-naleving van de verplichting tot inschrijving kan worden bestraft met evenredige en niet-discriminerende sancties.

3.   Voor de afgifte van de verklaring van inschrijving kunnen de lidstaten slechts verlangen:

ten aanzien van een burger van de Unie die valt onder artikel 7, lid 1, onder a), dat hij een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort overlegt alsmede een verklaring van indienstneming of tewerkstelling, dan wel bewijs dat hij zelfstandige is.

 

ten aanzien van een burger van de Unie die valt onder artikel 7, lid 1, onder b), dat hij een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort overlegt en bewijst dat hij aan die bepaling voldoet;

 

ten aanzien van een burger van de Unie die valt onder artikel 7, lid 1, onder c), dat hij een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort overlegt, alsmede een bewijs dat hij aan een erkende instelling is ingeschreven, een bewijs dat hij beschikt over een ziektekostenverzekering voor alle risico's, alsmede de in artikel 7, lid 1, onder c), bedoelde verklaring of daaraan gelijkwaardige bewijsmiddelen. De lidstaten mogen niet verlangen dat deze verklaring een specifiek bedrag van bestaansmiddelen vermeldt.

4.   De lidstaten mogen niet het bedrag van de bestaansmiddelen vaststellen dat zij als toereikend beschouwen, maar moeten rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene. Dit bedrag mag in geen geval hoger liggen dan het minimumbedrag waaronder onderdanen van het gastland in aanmerking komen voor sociale bijstand, of, indien dit criterium niet voorhanden is, dan het minimale socialezekerheidspensioen dat het gastland uitkeert.

5.   Voor de afgifte van de verklaring van inschrijving aan familieleden van een burger van de Unie die zelf burger van de Unie zijn kunnen de lidstaten overlegging van de volgende documenten verlangen:

a)

een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort;

 

b)

een document waaruit de verwantschap of het bestaan van een geregistreerd partnerschap blijkt;

 

c)

indien van toepassing, een verklaring van inschrijving die betrekking heeft op de burger van de Unie die zij begeleiden of bij wie zij zich voegen;

 

d)

in de gevallen van artikel 2, lid 2, onder c) en d), stukken ter staving dat aan de in deze bepalingen bedoelde voorwaarden is voldaan;

 

e)

in de gevallen van artikel 3, lid 2, onder a), een door de bevoegde autoriteiten van het land van oorsprong of het land van waaruit zij binnenkomen afgegeven document waaruit blijkt dat zij ten laste zijn van de burger van de Unie, of bij hem inwonen, of vanwege ernstige gezondheidsredenen een persoonlijke verzorging door de burger van de Unie strikt behoeven;

 

f)

in de gevallen van artikel 3, lid 2, onder b), een bewijs van de duurzame relatie met de burger van de Unie.

Artikel 9

Administratieve formaliteiten voor familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten

1.   Indien de duur van het voorgenomen verblijf van de familieleden van een burger van de Unie die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten langer is dan drie maanden, verstrekken de lidstaten hun een verblijfskaart.

2.   De termijn voor de indiening van het verzoek om een verblijfskaart mag niet minder bedragen dan drie maanden te rekenen vanaf de datum van binnenkomst.

3.   Niet-naleving van de verplichting om een verblijfskaart aan te vragen kan worden bestraft met evenredige en niet-discriminerende evenredige sancties.

 

Meneer heeft een declaratoir recht op verblijf in België. Als iemand aangeeft zelf te kunnen en willen vertrekken dan vervalt de rechtmatigheid aan de bewaring.

Zie de Vreemdelingenwet:

 

Artikel 59

  • 3 Bewaring van een vreemdeling blijft achterwege indien en wordt beëindigd zodra hij te kennen geeft Nederland te willen verlaten en hiertoe voor hem ook gelegenheid bestaat.

 

Zie bijvoorbeeld de volgende uitspraken:

-           

ECLI:NL:RBDHA:2013:19642

Instantie Rechtbank Den Haag 

Datum uitspraak 10-10-2013 

Datum publicatie 29-10-2014

Zaaknummer 13/25587 en 13/25642

Nu eiseres een vliegticket heeft geboekt voor 24 september 2013 en namens haar op 3 en 20 september 2013 contact met verweerder is opgenomen over haar vertrek en het door verweerder ingenomen paspoort, ziet de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de intentie van eiseres om op 24 september 2013 zelfstandig uit Nederland te vertrekken.

Verweerder is het ingenomen paspoort van eiseres kwijtgeraakt. Niet is gebleken dat verweerder op of kort na 3 september 2013 actief op zoek is gegaan naar het paspoort of dat hij eiseres in kennis heeft gesteld dat het niet meer is gevonden opdat eiseres een noodpaspoort kon aanvragen. Op 20 september 2013 hield verweerder nog steeds de mogelijkheid open dat het paspoort zou worden teruggevonden en dat eiseres op 24 september 2013 kon vertrekken. Dat eiseres de berichten van verweerder heeft afgewacht en niet zelf een nieuw paspoort heeft aangevraagd, acht de rechtbank niet onbegrijpelijk.

Onder deze omstandigheden had het uit een oogpunt van zorgvuldigheid op de weg van verweerder gelegen om afspraken met eiseres te maken over zelfstandig vertrek op een andere datum, hetzij door tussenkomst van [de man], hetzij met eiseres na haar staandehouding op 1 oktober 2013. In plaats daarvan heeft verweerder eiseres in vreemdelingenbewaring gesteld. In aanmerking genomen dat eiseres door toedoen van verweerder haar voorgenomen zelfstandig vertrek op 24 september 2013 niet heeft kunnen realiseren, acht de rechtbank de inbewaringstelling van eiseres onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig.

ECLI:NL:RVS:2009:BJ4395

Instantie Raad van State

Datum uitspraak  24-07-2009

 

Datum publicatie 03-08-2009

Zaaknummer 200903992/1/V3

Vreemdelingenbewaring / Richtlijn 2004/38/EG / gelegenheid Nederland te verlaten / verklaring geloofwaardig / bewaring onrechtmatig

Uit de hiervoor onder 2.2. vermelde bepalingen van de Richtlijn, in onderlinge samenhang bezien, volgt dat de echtgenoot een recht van toegang tot en verblijf gedurende maximaal drie maanden in België heeft en dat de vreemdeling, mits in het bezit van een geldig paspoort, het recht heeft hem daarbij te begeleiden of zich bij hem te voegen. Dat geen sprake is van de situatie dat echtgenoot en de vreemdeling, na legaal verblijf in een andere lidstaat van de EU, naar Nederland zijn teruggekeerd, is voor dit recht van de echtgenoot en de vreemdeling niet relevant.

Voorts heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in punt 61 van het arrest van 25 juli 2002 in zaak C-459/99 (MRAX, Jurispr. 2002, blz. I-6660; JV 2002/291), voor zover thans van belang, overwogen dat, indien een onderdaan van een derde land het bewijs kan leveren van de gezinsband en dus ook van zijn rechten ingevolge de communautaire rechtsorde, het ontbreken van een visum geen afbreuk kan doen aan deze rechten en zeker zijn terugwijzing aan de grens niet kan rechtvaardigen.

Hieruit volgt, anders dan de staatssecretaris betoogt, dat het ontbreken van een visum niet betekent dat de toelating van de vreemdeling tot België niet gewaarborgd is. Aldus heeft de rechtbank, onder verwijzing naar de Richtlijn, terecht overwogen dat voor de vreemdeling de gelegenheid bestond Nederland te verlaten.

In zoverre faalt de grief.

Dat de vreemdeling zich in het verleden niet heeft gehouden aan de op haar rustende vertrekplicht en geen gebruik heeft gemaakt van de haar aangeboden vertrekregeling, is op zichzelf geen grond om de verklaring van de vreemdeling dat zij thans naar België wenst te vertrekken niet voor waar te aanvaarden. De op haar rustende vertrekplicht en de haar aangeboden vertrekregeling waren op terugkeer naar Suriname gericht.

Op 15 mei 2009, de dag van de inbewaringstelling, heeft de vreemdeling te kennen geven dat zij samen met haar echtgenoot naar België wenst te vertrekken om zich aldaar te vestigen en dat haar toelating tot dat land is gewaarborgd. Tijdens de behandeling ter zitting bij de rechtbank op 25 mei 2009 is dit voornemen aan de orde gekomen en heeft de vreemdeling, onder verwijzing naar een brief van 29 april 2009 die de echtgenoot op die datum naar de gemachtigde van de vreemdeling heeft verzonden, de adresgegevens overgelegd waar zij in België zal gaan wonen.

In het licht daarvan en nu door de staatssecretaris geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van de door de vreemdeling afgelegde verklaring Nederland te willen verlaten, is de rechtbank terecht tot het oordeel gekomen dat staatssecretaris die verklaring voor waar had moeten aanvaarden. Dat de vreemdeling de gronden die aan de maatregel ten grondslag zijn gelegd niet heeft bestreden, is, anders dan de staatssecretaris betoogt, in dit kader niet relevant.

De staatssecretaris klaagt evenwel terecht dat ten tijde van het opleggen van de maatregel nog geen grond bestond om toepassing te geven aan artikel 59, derde lid, van de Vw 2000. De vreemdeling heeft de enkele verklaring dat zij en haar echtgenoot naar België wensen te vertrekken eerst bij de rechtbank geconcretiseerd, zodat de rechtbank tot het oordeel kon komen dat deze voor waar moet worden aanvaard. Daarom is de maatregel van bewaring met ingang van 26 mei 2009, de datum van de aangevallen uitspraak, onrechtmatig geworden. De rechtbank heeft derhalve ten onrechte overwogen dat de maatregel van meet af aan onrechtmatig is geweest.

In zoverre slaagt de grief.

U ziet dat hier de Raad van State als hoogste rechtssprekende instantie in een vergelijkbare zaak aangeeft dat de bewaring onrechtmatig wordt zodra iemand aangeeft gebruik te maken van Richtlijn 2004/38.

Maar VOORKOM die bewaring. Vertrek in je vertrektermijn naar dat andere EU land met je Nederlandse vrouw of Nederlandse man. Regel alles goed. Na drie maanden zou je terug naar Nederland mogen maar voorkom discussies en blijf een jaar weg en documenteer je hele leven daar als bewijs.

 

 

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Select 2021Select 2021

20 mei 2021

OP DE ZITTING: inloggen vanuit Saoedi-Arabië omdat je graag je zieke moeder wilt kunnen bezoeken

Die Coronapandemie heeft qua techniek ook wel voordelen gebracht. Voor mij als arbeidsgehandicapte jurist is het online kunnen bijwonen van een zitting ideaal. Gisteren logde ik in vanuit de keuken in Drenthe maar mijn cliënten logden in vanuit hun huis helemaal in Saoedi-Arabië. Vroeger kon je als cliënt op geen enkele manier meekijken in je eigen visumzaak.

En dan zit je daar de bank in Saoedi-Arabië en maak je kennis met een Nederlandse rechter, een dame van middelbare leeftijd. Ik neem aan dat dat toch wel anders is dan in Saoedi-Arabië.

"Een mevrouw met een warme uitstraling die me denk ik het beste gunt", zei mijn doorgestudeerde cliënt "maar zij is natuurlijk ook aan de wet gebonden dus ik wacht maar af". 

Dat is nou ook een fijn bijverschijnsel van de online zittingen. Je zit zo ongeveer bij elkaar op schoot waardoor je de gelaatsuitdrukking van de ander goed meekrijgt. Ook geeft het een gevoel van nabijheid in plaats van formaliteit. De paar online zittingen die ik heb meegemaakt waren allen heel gemoedelijk en informeel. En dat is in een zittingszaal wel eens anders.

Het ging over de vraag of clienten weer met een visum op bezoek mogen bij hun moeder met kanker. In 2018 ook langs geweest en op tijd teruggekeerd. Deze keer had de familie in Nederland vergeten een officieel logiesformulier bij de gemeente te ondertekenen. Na dat alsnog gedaan te hebben ging de bezwaarafdeling van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) afwijzen op Corona en "spijkers op laag water". Inmiddels is het reisverbod voor bezoek aan zieken opgeheven. Ik had de IND laten vragen of ze toch gingen verlenen. Blijkbaar niet. A.G. Kleijweg was de ingehuurde barrister". Ik ben nl. zelf "kwetsbare groep".

Ik had zeer uitgebreid gevraagd om aanhouding in bezwaar (iedereen wist dat er niet kon worden gevlogen) maar de IND nam gewoon een afwijzend besluit.

De procesvertegenwoordiger zei nog steeds vast te houden aan het besluit terwijl ze nu onder een uitzondering vallen en niet in te willen gaan op de gronden in bezwaar. De mensen konden toch nu een nieuwe poging wagen. Ik zei dat dat voor een gezin van 5 wel minstens 500 euro kosten met zich meebracht en de IND toch gewoon had kunnen wachten zoals ik had gevraagd.

Ik hoop dat de rechter een manier verzint om dit soort formalistisch toegevoegd leed tegen te gaan. Zo ging het 20 jaar geleden toch niet toen ik nog zelf IND procesvertegenwoordiger was. 

Hier nog een paar reacties van Linkedin:


De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) kan ook de beslissing uitstellen tot na de inreisverboden, maar dat weigert de dienst. Sterker, men grijpt in visa zaken de gevolgen van een pandemie aan om snel en makkelijk van de eigen werkvoorraad af te komen, ongeacht wat dat doet met de getroffen mensen en hun familieleden. Dit is niet alleen de observatie van vele advocaten maar dit opportunisme wordt ook bevestigd door medewerkers van de IND. Dus is het niet gek dat mensen weinig andere keus hebben om in beroep te gaan om hun recht inhoudelijk te laten toetsen. #procedurestapelen
 
 
Het wordt echt eens tijd dat rechters zich realiseren dat een algemeen inreisverbod vanwege Covid-19 waardoor op grond van de Schengengrenscode bij aankomst de toegang kan worden geweigerd niet hetzelfde is als, kort gezegd, een (per definitie individuele) SIS-signalering op grond waarvan een visum moet worden geweigerd. Tenslotte verandert het Covid-19 beleid vrijwel wekelijks terwijl een visum al zes maanden voor de geplande eerste reis kan worden aangevraagd, mag worden afgegeven voor meerdere reizen en wel vijf jaar geldig kan zijn.

Ergo: toets alle visumaanvragen zoals het hoort en neem de beslissing over toegang pas op het moment dat iemand aankomt (of in het vliegtuig wil stappen), Dat laatste is een onzekere toekomstige gebeurtenis, net zoals het EU- of nationale beleid op dat moment. Zo wordt er geen niet te rechtvaardigen onderscheid gemaakt tussen vreemdelingen die wél en zij die niet een visum nodig hebben.
 

 

 




 

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Select 2021Select 2021

19 mei 2021

Bewijs van Onvermogen ouders bij de België-route

Stel u bent in het verleden vanuit een ver land naar Nederland geëmigreerd. Uw ouders waren toen nog relatief jong. Inmiddels heeft u een gezin, een baan en een huis in Nederland en bent u ook al lang Nederlander geworden. Maar nu is een ouder overleden en uw andere ouder is hulpbehoevend geworden. Nu verzorgt u al jaren voor die ene ouder een aanvulling op het pensioen. Maar uw ouder heeft nu hulp nodig in het dagelijkse leven. De makkelijkste manier om dat te realiseren is om als Nederlander met de ouder die u financieel ondersteunde in een ander EU-land te gaan wonen (en rentenieren, werken of studeren)..

Een cliënt van mij woont op het moment in België. Hij ging daar naar het gemeentehuis om voor zijn niet-EU moeder een Belgische verblijfsvergunning te regelen op basis van Richtlijn 2004/38. 

In de aanvraag had hij aangegeven welk bedrag je in het land van zijn moeder nodig had voor levensonderhoud. Hij had ook aangetoond wat haar pensioen was en dat dat veel te laag was om jezelf van te onderhouden. Verder had hij bewezen dat hij het afgelopen decennium zijn moeder van geld had voorzien zodat ze genoeg had om van te leven.

De aanvraag werd afgewezen. De Belgische autoriteiten vroegen zich namelijk af of mevrouw geen aanspraak kon doen op weduwenpensioen en of mevrouw in het land van herkomst niet onroerend goed bezat.

Meneer heeft een advocaat ingehuurd in het land van zijn moeder om op schrift te krijgen dat ze dat niet kon en dat ze geen onroerend goed had. Met deze gegevens heeft meneer een nieuwe aanvraag ingediend. Dat blijkt namelijk veel sneller te gaan dan het aanspannen van een rechtsmiddel.

Houdt u er wel rekening mee dat u uw aanvraag bij de plaatselijke gemeente in België moet doen maar dat deze wordt doorgestuurd naar Brussel voor de beslissing op de aanvraag. U loopt daarbij het risico om op een stapeltje te belanden met aanrommelende Nederlanders die omdat zij aan allerlei voorwaarden in Nederland niet kunnen voldoen de aanvraag in België indienen. Zo heeft u misschien wel een beetje de schijn tegen. Daarom is het belangrijk om aanvraag zo goed mogelijk te onderbouwen.

Overigens, na ruim drie maanden maar het liefste langer in België te hebben gewerkt, gerentenierd of gestudeerd, mag u uw ouder gewoon meenemen terug naar Nederland en kunt u daar voor de ouder een EU-toets aanvragen bij de IND.

 

 

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Select 2021Select 2021

10 juni 2021: Training communiceren met een moeilijke client

Wij als werkgroep Advocaten Vreemdelingenrecht Rotterdam zijn de vrijwillige proefkonijnen van Lien die voor haar studie Toegepaste Psychologie een training moet verzorgen. Wilt u ook meedoen?

Dit is de info van Lien:


 

De gids tot piekfijn communiceren met LSD

Het is weer zo ver, je hebt met een moeilijke cliënt te maken. Het schiet niet op. Je cliënt wordt geïrriteerd en je denkt “het is weer zover….daar gaan we weer”. Je voelt de frustraties in de lucht hangen en hebt er even geen zin meer in . Vanuit beide kanten is er frustratie. Hoe gaan we hiermee om? Wat is de beste manier om samen beter te communiceren?

In deze 2 uur durende training staat de vaardigheid communicatie centraal. Hoe? Dit wordt gedaan aan de hand van de techniek LSD. Het staat voor luisteren, samenvatten en doorvragen. De basis van communiceren. Vlekkeloos communiceren en elkaar begrijpen, klinkt goed toch?

Programma:

-          Herkenbare lastige situaties uit de praktijk

-          LSD-techniek

-          Toepassing op eigen situaties uit de praktijk

-          Oplossingen voor misvattingen en onbegrip

-           Zelf aan de slag!

Datum: 10 juni 2021         

 Tijd: 17:00 – 19:00

 

Als u ook mee wilt doen als advocaat mail mij dan even op wytzia (at) Yahoo.com.

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Design en lifestyleDesign en lifestyle

VACATURE: Caseworker in Griekenland (vrijwilliger)

Mobile Info Team is determined to work towards a future where asylum seekers and refugees in Greece have fair access to asylum and are treated with the respect their humanity deserves. We assist families and individual asylum seekers by providing dedicated, long-term support during their asylum and family reunification cases. We research legal and political developments relevant to migrants in Greece and Europe and disseminate information through our daily hotline and Facebook page ( www.facebook.com/mobileinfoteam). We attend community centres and refugee camps to provide up to date information on the asylum process and assist individual family reunification cases in through the process. We also provide advocacy at different levels, including collecting testimonies on human rights abuses such as illegal push backs.


What we need: A long-term caseworker who has graduated from a degree in Law who can commit to working for a period of at least 6 months. Preference will be given to people who can demonstrate prior experience in asylum law or who have worked in the refugee sector. Knowledge of the Greek refugee context is not required but would be very beneficial.


Benefit: A challenging and fulfilling work experience with beneficiaries and other actors involved in the refugee crisis in Northern Greece. You will gain in-depth knowledge of asylum procedures in Greece and family reunification processes. As a long-term volunteer, you will be heavily involved in all aspects of our casework, have your own caseload and over time gain a higher level of responsibility. To facilitate your time here, we are able to offer shared accommodation, basic food and after a 3 month period a stipend of 150 Euros per month.


Commitment: To be able to offer continuity to the people we support, we are looking for a commitment of at least 6 months starting as soon as possible. Strong preference will be given to candidates who are able to commit to longer.


How to apply: If you are interested, please send a CV and short motivation letter to contact@mobileinfoteam.org Please specify the dates you are available. This position will start as soon as possible.


For more information about our organisation:

Website: https://www.mobileinfoteam.org/

Facebook: https://www.facebook.com/mobileinfoteam/

Instagram: https://www.instagram.com/mobileinfoteam/


We look forward to you joining the team!

 

 

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Design en lifestyleDesign en lifestyle

Wel zicht op uitzetting naar Algerije oordeelt de rechtbank

ECLI:NL:RBDHA:2021:5105

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 18-05-2021
Datum publicatie 19-05-2021
Zaaknummer NL21.6542

Eiser voert aan dat er geen zicht op uitzetting bestaat. In de huidige procedure heeft verweerder op zitting een toelichting gegeven ten aanzien van de situatie van Algerije en daarbij verwezen naar het hoger beroepschrift tegen de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 20 april 2021. De rechtbank is van oordeel dat verweerder met deze nadere toelichting nu wel deugdelijk heeft gemotiveerd dat zicht op uitzetting bestaat. Uit deze toelichting volgt dat de Algerijnse autoriteiten tot het uitbreken van de corona-pandemie bereid waren om onderdanen toe te laten tot het eigen grondgebied en daartoe vervangende reisdocumenten te verstrekken. Er bestaat geen reden om aan te nemen dat zij daar in beginsel niet langer toe bereid zijn. Door verweerder is immers toegelicht dat op 30 april 2021 een gesprek met de Algerijnse autoriteiten heeft plaatsgevonden en dat op 26 mei 2021 de eerste presentaties op de Algerijnse ambassade weer zullen plaatsvinden. Dat de afgifte van LP’s na maart 2020 is stilgevallen moet dan ook worden gezien als een gevolg van de beperkende coronamaatregelen en niet van onwil. Van belang is dat met het hervatten van die presentaties in ieder geval weer enig vooruitzicht is dat de bestaande beperkingen worden beëindigd en dat eiser binnen een redelijke termijn voor een presentatie kan worden uitgenodigd.

 

 Hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:5105

 

 
Design en lifestyleDesign en lifestyle

Raad van State stelt prejudiciële vraag over forumshoppende asielzoeker die bij drie verschillende landen om asiel heeft gevraagd

Bij besluit van 1 juli 2019 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdeling komt uit Gambia en heeft op 24 november 2017 in Nederland om internationale bescherming verzocht. Aangezien de vreemdeling eerder een verzoek om internationale bescherming in Italië had ingediend, heeft Nederland Italië verzocht de vreemdeling terug te nemen. Italië heeft dit terugnameverzoek niet binnen de gestelde termijn van twee weken beantwoord. Overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de Dublinverordening heeft Italië daarmee het verzoek op 19 december 2017 aanvaard. Bij brief van 12 april 2018 hebben de Nederlandse autoriteiten Italië medegedeeld dat de vreemdeling was ondergedoken en daardoor niet binnen de gestelde termijn van zes maanden kon worden overgedragen. Daarmee is de overdrachtstermijn verlengd tot en met 19 juni 2019. De vreemdeling is vervolgens in Duitsland opgedoken waar hij op 29 maart 2018 een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend.

 

ECLI:NL:RVS:2021:984

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 19-05-2021
Datum publicatie 19-05-2021
Zaaknummer 201905553/1/V3
 
 

Aanleiding eerste prejudiciële vraag

6.       De Afdeling stelt vast dat in hoger beroep niet in geschil is dat Italië op 19 december 2017 een terugnameverzoek van Nederland heeft aanvaard en dat de overdrachtstermijn die vanaf de aanvaarding van dit verzoek is gaan lopen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening, in ieder geval met twaalf maanden is verlengd tot 19 juni 2019.

6.1.    Uit de rechtspraak van het Hof volgt dat de termijn van zes maanden en de voorwaarden voor verlenging hiervan in artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening, strikt moeten worden toegepast. Zo heeft het Hof in het arrest van 19 maart 2019, Jawo, ECLI:EU:C:2019:218, overwogen dat artikel 29, tweede lid, tweede zin, van de Dublinverordening voor de verlenging van de overdrachtstermijn in de daarin bedoelde situaties niet in overleg tussen de verzoekende en de verantwoordelijke lidstaat voorziet (zie punt 72). Verder heeft het Hof meermalen overwogen dat overname- en terugnameprocedures moeten worden gevoerd volgens de in met name hoofdstuk VI van de Dublinverordening vastgestelde regels, en in het bijzonder met inachtneming van een reeks bindende termijnen (zie de arresten van 26 juli 2017, Mengesteab, ECLI:EU:C:2017:587, punten 49 en 50, 25 januari 2018, Hasan, ECLI:EU:C:2018:35, punt 60, 13 november 2018, X en X, ECLI:EU:C:2018:900, punt 57). In het laatste arrest licht het Hof toe dat deze reeks dwingende termijnen getuigt van het bijzondere belang dat de Uniewetgever eraan hecht dat snel wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming. De Uniewetgever heeft aanvaard dat dergelijke verzoeken daarom in voorkomend geval moeten worden behandeld door een andere lidstaat dan de lidstaat die op grond van de criteria in hoofdstuk III van deze verordening verantwoordelijk is (zie punt 70).

6.2.    Hoewel dus gelet op de onder 6.1 vermelde rechtspraak moet worden aangenomen dat tussen Italië en Nederland een dwingende overdrachtstermijn van achttien maanden geldt en een overschrijding van deze termijn leidt tot een verschuiving van de verantwoordelijkheid tussen deze twee lidstaten, rijst de vraag in hoeverre deze termijn nog relevant is voor de beoordeling van een nieuw verzoek om internationale bescherming in een derde lidstaat. Artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening lijkt niet direct betrekking te hebben op de situatie van de vreemdeling die, niet alleen is ondergedoken, maar ook op 29 maart 2018, dus binnen de termijn voor overdracht tussen Italië en Nederland, een nieuw verzoek om internationale bescherming heeft ingediend in Duitsland.

Het antwoord op deze vraag is relevant om vast te stellen of de Dublinverordening ruimte biedt voor de eerder vermelde 'chain rule'. Zoals hiervoor onder 4.1 is vermeld, acht de staatssecretaris Italië op basis van deze regel verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming, ook na 19 juni 2019. Hoewel de 'chain rule' toegevoegde waarde lijkt te hebben bij het tegengaan van 'forumshopping', is het de Afdeling niet duidelijk of de Dublinverordening ruimte biedt voor een uitleg volgens deze regel.

6.3.    Hierna worden twee mogelijke scenario's besproken. In het eerste scenario zijn de termijnen in artikel 29 van de Dublinverordening slechts van invloed op de verhouding tussen de verantwoordelijke en de verzoekende lidstaat, dus Italië en Nederland. In het tweede scenario wordt uitgegaan van de 'chain rule', op basis waarvan de oorspronkelijke overdrachtstermijn opnieuw kan gaan lopen waardoor ook de verhouding wordt geregeld tussen Italië en derde lidstaten waar de vreemdeling om internationale bescherming heeft verzocht.

Scenario 1

7.       De Dublinverordening bepaalt in artikel 29, eerste lid, dat een overdrachtstermijn in beginsel zes maanden bedraagt en in het tweede lid, dat deze termijn eenmalig tot maximaal achttien maanden kan worden verlengd. Deze overdrachtstermijn geldt in ieder geval tussen de twee lidstaten die het claimakkoord hebben gesloten dat aan het overdrachtsbesluit ten grondslag ligt (zie in dit kader het arrest Jawo, punt 59, waarin wordt verwezen naar de 'beide betrokken lidstaten'). De omstandigheid dat dezelfde vreemdeling na totstandkoming van dat akkoord in een derde lidstaat een nieuw verzoek om internationale bescherming indient, is niet van invloed op de looptijd van deze overdrachtstermijn. Als de overdrachtstermijn tussen de eerste twee lidstaten verstrijkt, bindt dit ook de derde lidstaat.

7.1.    Het vorenstaande zou er in dit geval op neerkomen dat de overdrachtstermijn die op 19 december 2017 tussen Italië en Nederland is gaan lopen, na achttien maanden is verstreken. Dit betekent dat op 20 juni 2019 Nederland verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming en de rechtbank terecht tot het oordeel is gekomen dat op het moment van inbewaringstelling van de vreemdeling geen aanknopingspunt meer bestond voor een Dublinoverdracht.

7.2.    Er zijn argumenten voor en tegen de uitleg die in dit eerste scenario aan artikel 29 van de Dublinverordening wordt gegeven.

7.2.1. Enerzijds is deze uitleg in overeenstemming met de doelstelling van de Dublinverordening om volgens een duidelijke en hanteerbare methode snel de verantwoordelijke lidstaat voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming vast te stellen. Dit is van belang om de daadwerkelijke toegang tot de procedures voor het verlenen van internationale bescherming te waarborgen en om dergelijke verzoeken snel te kunnen behandelen (zie punten 4 en 5 van de considerans, alsmede het arrest Jawo, punten 58 en 59). Indien de verzoekende lidstaat niet in staat is om de vreemdeling binnen de termijn van zes tot achttien maanden aan de verantwoordelijke lidstaat over te dragen, gaat de verantwoordelijkheid van rechtswege op deze verzoekende lidstaat over. Er hoeft dan niet te worden geverifieerd of de duur van deze overdrachtstermijn tussentijds is gewijzigd door eventuele latere verzoeken om internationale bescherming van de vreemdeling (in casu in een derde lidstaat).

7.2.2. Anderzijds werkt deze uitleg 'forumshopping' en secundaire migratiestromen in de hand. Zoals de voorliggende zaak illustreert, kan het de vreemdeling baten om onder te duiken en daarmee de uitvoering van een overdracht te voorkomen, indien hij wenst dat een andere lidstaat het verzoek om internationale bescherming behandelt. Indien de vreemdeling lang genoeg onderduikt, kan de verzoekende lidstaat de vreemdeling niet binnen de overdrachtstermijn overdragen aan de verantwoordelijke lidstaat. Krachtens artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening, vervalt dan de verplichting van de verantwoordelijke lidstaat om de vreemdeling terug te nemen. Een nadelig gevolg is ook dat een derde lidstaat waar de vreemdeling opduikt en een nieuw verzoek om internationale bescherming indient, vaak meer dan één poging zal moeten doen om een terugname- of overnameakkoord te bereiken. Dit geldt zeker indien de vreemdeling wacht met het indienen van dit nieuwe verzoek tot de termijn van de eerder overeengekomen overdracht bijna is verstreken. Dan resteert deze derde lidstaat nog maar weinig tijd. Tegen de tijd dat ze onderzoek heeft verricht en een verzoek om overname of terugname indient, kan de verantwoordelijkheid alweer door tijdsverloop zijn verschoven. Dit doorkruist de doelstellingen van de Dublinverordening om verzoeken om internationale bescherming snel te behandelen en 'forumshopping' te voorkomen (zie punt 5 van de considerans van de Dublinverordening en het arrest van 7 juni 2016, Ghezelbash, ECLI:EU:C:2016:409, punt 54).

7.3.    De onder dit eerste scenario aan artikel 29 van de Dublinverordening gegeven uitleg brengt dus met zich dat door onder te duiken en door te reizen, de vreemdeling tot op aanzienlijke hoogte zelf kan bepalen welke lidstaat verantwoordelijk wordt voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming. De Afdeling stelt op basis van een aantal bij haar aanhangige zaken, waaronder de voorliggende zaak, vast dat onder de huidige Dublinverordening een tendens bestaat tot 'forumshopping'. Dit wordt ook door de Commissie onderkend in het voorstel tot herschikking van de Dublinverordening (COM(2016) 270 definitief). In punt 25 van de considerans van dit voorstel staat het volgende:

"De lidstaat die op grond van deze verordening de verantwoordelijke lidstaat is, moet verantwoordelijk blijven voor de behandeling van elk verzoek van de betrokken verzoeker, met inbegrip van elk volgend verzoek, conform de artikelen 40, 41 en 42 van Richtlijn 2013/32/EU, ongeacht of de verzoeker het grondgebied van de lidstaten heeft verlaten of daarvan is verwijderd. Een aantal bepalingen van Verordening (EU) nr. 604/2013 die in bepaalde situaties voorzagen in de beëindiging van de verantwoordelijkheid, zoals wanneer overdrachten niet binnen een bepaalde termijn waren verricht, vormde een stimulans voor onderduiking, en moet bijgevolg worden geschrapt."

De laatste zin van deze passage lijkt erop te wijzen dat de uitleg die in dit eerste scenario aan artikel 29 van de huidige Dublinverordening wordt gegeven, de juiste is, maar geeft tegelijk aan dat het resultaat daarvan in dit geval onwenselijk is.

De Commissie heeft in september 2020 bij de Raad en het Europees Parlement een nieuw voorstel ingediend voor een verordening betreffende asiel- en migratiebeheer (COM(2020) 610 final). Op p. 5 van dit voorstel deelt zij mee dat zij voornemens is om voorstel COM(2016) 270 in te trekken. Ook in dit nieuwe voorstel onderkend de Commissie echter dat de een aantal bepalingen in de huidige Dublinverordening een stimulans vormen om regels te omzeilen en overdrachtsprocedures te belemmeren. In punt 54 van de considerans van dit voorstel staat het volgende:

"Om de mogelijkheid te beperken dat het gedrag van verzoekers leidt tot beëindiging van de verantwoordelijkheid of tot verschuiving ervan naar een andere lidstaat, moeten de regels die voorzien in          beëindiging of verschuiving van verantwoordelijkheid wanneer de betrokkene het grondgebied van de lidstaten tijdens de behandeling van het verzoek gedurende ten minste drie maanden verlaat of meer dan 18 maanden onderduikt om zich aan een overdracht naar de verantwoordelijke lidstaat te onttrekken, worden geschrapt. Ook de verschuiving van de verantwoordelijkheid wanneer de kennisgevende lidstaat de termijn voor het verzenden van een kennisgeving inzake terugname niet in acht heeft genomen, moet worden geschrapt om omzeiling van de regels en belemmering van de procedure te ontmoedigen. In situaties waarin een persoon op irreguliere wijze een lidstaat is binnengekomen zonder asiel aan te vragen, moet de periode waarna de verantwoordelijkheid van de lidstaat eindigt en een andere lidstaat waar die persoon vervolgens een verzoek indient, verantwoordelijk wordt, worden verlengd om personen verder aan te sporen de regels na te leven en een verzoek in te dienen in de eerste lidstaat van binnenkomst en aldus niet-toegestane verplaatsingen te beperken en de algehele efficiëntie van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verhogen. "

Bijgevolg heeft de Commissie in artikel 35, tweede lid, van de voorgestelde verordening bepaald dat een lopende overdrachtstermijn wordt gestuit als een vreemdeling onderduikt en de overdragende lidstaat de verantwoordelijke lidstaat daarvan in kennis stelt. Als de vreemdeling later opnieuw in deze lidstaat opduikt, begint de overdrachtstermijn weer te lopen en kan hij alsnog binnen de resterende termijn worden overgedragen. Zoals uit het navolgende blijkt, is dit een geheel andere methode om 'forumshopping' tegen te gaan dan de 'chain rule'.

Scenario (2): de 'chain rule'

8.       De staatssecretaris heeft ter zitting bij de Afdeling toegelicht dat in de praktijk door verschillende lidstaten de 'chain rule' wordt gehanteerd, om de stimulans voor onderduiken weg te nemen. Blijkens de notulen van een vergadering op 25 maart 2015 heeft de Commissie deze 'chain rule' in een discussiepaper aan deskundigen van de lidstaten (het Dublin Contact Committee) voorgelegd en hun om hun zienswijzen hierover gevraagd.

8.1.    Uit de conceptnotulen van de vergadering van het Dublin Contact Committee op 15 juni 2017 volgt dat de Commissie met de nationale deskundigen een aantal punten uit de catalogus heeft besproken, een verzameldocument met de meest in het oog springende interpretatiekwesties van het Dublinacquis, waaronder de 'chain rule'. Onder de uitdrukkelijke vermelding dat de interpretaties in die catalogus de lidstaten en de Commissie niet binden, heeft de Commissie de 'chain rule' nader toegelicht. Indien een vreemdeling de totstandbrenging van een overdracht tussen twee lidstaten belemmert door onder te duiken, zouden volgens de Commissie twee situaties van elkaar moeten worden onderscheiden.

8.1.1. Bij de eerste situatie duikt de vreemdeling op in een derde lidstaat en/of dient hij daar een verzoek om internationale bescherming in, nadat de termijn voor overdracht als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening is verstreken. In dat geval vervalt de verplichting voor de verantwoordelijke lidstaat om de vreemdeling over te nemen of terug te nemen en gaat de verantwoordelijkheid over op de lidstaat die de vreemdeling niet tijdig heeft kunnen overdragen.

8.1.2. Bij de tweede situatie duikt de vreemdeling in een derde lidstaat op, voordat de termijn voor overdracht is verstreken. In dat geval vervalt de verplichting van de verantwoordelijke lidstaat om de vreemdeling over of terug te nemen niet. De lidstaat waar de vreemdeling zich op dat moment bevindt, kan dan binnen de in artikel 21, eerste lid of artikel 23, tweede lid, van de Dublinverordening gestelde termijnen bij de verantwoordelijke lidstaat een terug- of overnameverzoek indienen. De verplichtingen van de verantwoordelijke lidstaat kunnen volgens de Commissie in deze situatie alleen worden beëindigd in het in artikel 19 van de Dublinverordening bedoelde geval.

8.2.    De staatssecretaris heeft ter zitting bij de Afdeling verwezen naar de notulen van het Dublin Contact Committee en zich op het standpunt gesteld dat de term 'een andere lidstaat' in artikel 29, eerste lid, van de Dublinverordening ook kan zien op een derde lidstaat en daarom ruimte biedt voor een uitleg conform de 'chain rule'. De staatssecretaris gaat ervan uit dat de overdrachtstermijn van zes tot achttien maanden tussen de verzoekende en de verantwoordelijke lidstaat opnieuw gaat lopen als de vreemdeling vóór het verstrijken van deze termijn een nieuw verzoek om internationale bescherming indient in een derde lidstaat.

8.3.    De uitleg die de staatssecretaris aan de 'chain rule' geeft, komt in deze zaak op het volgende neer. De termijn voor overdracht tussen Nederland en Italië bedroeg achttien maanden en zou verstrijken op 19 juni 2019. Omdat de vreemdeling is ondergedoken en hij vervolgens op 29 maart 2018, dus vóór het verstrijken van deze termijn, in Duitsland een nieuw verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, is deze termijn op grond van de 'chain rule' opnieuw gaan lopen. De termijn waarbinnen overdracht aan Italië kon plaatsvinden was daardoor op 29 maart 2018 de facto met achttien maanden verlengd tot en met 29 september 2019. Volgens deze redenering zou Italië nog steeds de verantwoordelijke lidstaat zijn voor de behandeling van het verzoek van de vreemdeling. De vreemdeling kon daarom met het oog op de overdracht aan Italië op 1 juli 2019 in bewaring worden gesteld.

8.4.    Ook deze uitleg volgens de 'chain rule' van artikel 29 van de Dublinverordening, heeft positieve en negatieve gevolgen.

8.4.1. Enerzijds kan toepassing van deze 'chain rule' de stimulans voor onderduiken en secundaire migratiestromen wegnemen. Door de 'chain rule' wordt het onaantrekkelijk voor de vreemdeling om door onder te duiken en door te reizen te bewerkstelligen dat de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming naar een andere lidstaat verschuift. Als de vreemdeling binnen achttien maanden na aanvaarding van het eerste terugnameverzoek in een derde lidstaat om internationale bescherming vraagt, gaat in dit scenario immers een nieuwe overdrachtstermijn lopen en kan hij nog steeds aan de verantwoordelijke lidstaat worden overgedragen. Om een verschuiving van de verantwoordelijkheid te bewerkstelligen, zal de vreemdeling in dit scenario langer dan achttien maanden moeten onderduiken. Dit komt doordat de aangezochte lidstaat haar verantwoordelijkheid niet onderzoekt op basis van het tijdstip waarop de derde lidstaat bij haar een terug-of overnameverzoek indient, maar op basis van het tijdstip waarop de vreemdeling in die derde lidstaat een nieuw verzoek om internationale bescherming heeft ingediend.

8.4.2. Anderzijds leidt het ontbreken van een juridisch bindende status voor de 'chain rule' tot verschil van inzicht tussen lidstaten over de toepasselijkheid daarvan. Hierdoor kunnen er situaties ontstaan waar meer lidstaten zich verantwoordelijk achten of waar juist geen enkele lidstaat zich verantwoordelijk acht. Dat doorkruist de doelstelling van de Dublinverordening om verzoeken om internationale bescherming snel te behandelen. Het kost derde lidstaten daarnaast ook tijd en moeite om te achterhalen of de vreemdeling al eerder een overdrachtsbesluit heeft ontvangen, welke overdrachtstermijn aan dat eerdere besluit is verbonden en of die termijn al dan niet door een opvolgend verzoek om internationale bescherming opnieuw is gaan lopen. Deze gegevens zijn normaal gesproken niet in Eurodac beschikbaar en zullen dus moeten worden opgevraagd.

Ter illustratie van de praktische problemen die zich bij toepassing van de 'chain rule' kunnen voordoen, verwijst de Afdeling ook naar een nota die de Roemeense delegatie van de Raad heeft uitgebracht in de aanloop van de huidige Dublinverordening op 29 juni 2010. Hierin zijn verschillende scenario's uiteengezet waarin de 'chain rule' wordt toegepast.

Prejudiciële vraag

9.       De Afdeling constateert dat de 'chain rule' onder de huidige Dublinverordening geen juridisch bindende status heeft. De notulen van het Dublin Contact Committee zijn slechts een weergave van informele discussies waaraan de lidstaten en de Commissie niet zijn gebonden. Desondanks volgt uit de toelichting van de staatssecretaris ter zitting, alsmede de overgelegde terugnameverzoeken en reacties daarop, dat de 'chain rule' in de praktijk al door Nederland en andere lidstaten wordt toegepast. De Afdeling ziet zich daarom genoodzaakt het Hof de volgende vraag voor te leggen:

Moet artikel 29 van de Dublinverordening aldus worden uitgelegd dat een lopende termijn voor overdracht als bedoeld in artikel 29, eerste en tweede lid, opnieuw gaat lopen op het moment dat de vreemdeling, nadat hij de overdracht door een lidstaat heeft belemmerd door onder te duiken, in een andere (in casu een derde) lidstaat een nieuw verzoek om internationale bescherming indient?

10.     De behandeling van het hoger beroep zal worden geschorst totdat het Hof uitspraak heeft gedaan.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie bij wege van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op de volgende vraag:

Moet artikel 29 van Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB 2013  L 180), aldus worden uitgelegd dat een lopende termijn voor overdracht als bedoeld in artikel 29, eerste en tweede lid, opnieuw gaat lopen op het moment dat de vreemdeling, nadat hij de overdracht door een lidstaat heeft belemmerd door onder te duiken, in een andere (in casu een derde) lidstaat een nieuw verzoek om internationale bescherming indient?

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2021:984

 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Design en lifestyleDesign en lifestyle

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...