Visum afdwingen door vovo alleen in heel bijzondere gevallen mogelijk (uitspraak)
LJN: BZ0994,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Haarlem , 12/36165
Datum uitspraak: 04-12-2012
Datum publicatie: 07-02-2013
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat er sprake is van spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening, nu verzoeker een kopie van zijn reservering van een retourvliegticket heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij op 28 december 2012 van Turkije naar Amsterdam zal vliegen en op 11 januari 2013 van Amsterdam naar Turkije zal vliegen. Daarmee is het spoedeisende belang van verzoeker gegeven en zal hij worden ontvangen in zijn verzoek.
5. De voorzieningenrechter stelt vast dat het gevorderde in deze zaak, dat verweerder wordt opgedragen verzoeker te behandelen als ware hij in het bezit van een visum kort verblijf, feitelijk een voorlopig karakter ontbeert. Uit het systeem van de wet- en regelgeving volgt dat een vreemdeling in zijn land van herkomst een visum voor kort verblijf dient aan te vragen, alvorens hij de Europese Unie (waaronder Nederland) kan inreizen. Indien de gevraagde voorlopige voorziening wordt toegewezen zal verzoeker Nederland in kunnen reizen, zodat de feitelijke situatie ontstaat, die verzoeker met zijn aanvraag heeft beoogd, terwijl verweerder nog niet op het bezwaar heeft beslist. De gevolgen van toewijzing van de voorlopige voorziening zijn dan ook onomkeerbaar. In zeer bijzondere omstandigheden kan aanleiding bestaan om te bepalen dat verweerder een aanvrager gedurende de bezwaarprocedure dient te beschouwen als ware hij in het bezit van een visum. Verzoeker heeft ter zitting toegelicht dat hij van zijn werkgever alleen voor de periode van 28 december 2012 tot 11 januari 2013 verlof kan verkrijgen en dat verzoeker dus alleen in die periode zijn achterneef in Nederland kan bezoeken en met hem samen Nieuwjaar kan vieren. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter betreft het bezoek aan de achterneef om met hem Nieuwjaar te vieren niet een dusdanig bijzondere situatie dat de gevraagde voorziening moet worden toegewezen. Bovendien blijkt uit de door verzoeker overgelegde verklaring van zijn werkgever, die door de gemachtigde van verzoeker ter zitting is vertaald, enkel dat hem voor de periode van 28 december 2012 tot 11 januari 2013 verlof is verleend, maar daar blijkt niet uit dat de werkgever geen mogelijkheid biedt voor verzoeker om voor een andere periode verlof te genieten. Verzoeker heeft onvoldoende onderbouwd waarom hij enkel in de hiervoor genoemde periode verlof zou kunnen opnemen.
6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening zal afwijzen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Zie www.rechtspraak.nl
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
Tweet
Datum uitspraak: 04-12-2012
Datum publicatie: 07-02-2013
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat er sprake is van spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening, nu verzoeker een kopie van zijn reservering van een retourvliegticket heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij op 28 december 2012 van Turkije naar Amsterdam zal vliegen en op 11 januari 2013 van Amsterdam naar Turkije zal vliegen. Daarmee is het spoedeisende belang van verzoeker gegeven en zal hij worden ontvangen in zijn verzoek.
5. De voorzieningenrechter stelt vast dat het gevorderde in deze zaak, dat verweerder wordt opgedragen verzoeker te behandelen als ware hij in het bezit van een visum kort verblijf, feitelijk een voorlopig karakter ontbeert. Uit het systeem van de wet- en regelgeving volgt dat een vreemdeling in zijn land van herkomst een visum voor kort verblijf dient aan te vragen, alvorens hij de Europese Unie (waaronder Nederland) kan inreizen. Indien de gevraagde voorlopige voorziening wordt toegewezen zal verzoeker Nederland in kunnen reizen, zodat de feitelijke situatie ontstaat, die verzoeker met zijn aanvraag heeft beoogd, terwijl verweerder nog niet op het bezwaar heeft beslist. De gevolgen van toewijzing van de voorlopige voorziening zijn dan ook onomkeerbaar. In zeer bijzondere omstandigheden kan aanleiding bestaan om te bepalen dat verweerder een aanvrager gedurende de bezwaarprocedure dient te beschouwen als ware hij in het bezit van een visum. Verzoeker heeft ter zitting toegelicht dat hij van zijn werkgever alleen voor de periode van 28 december 2012 tot 11 januari 2013 verlof kan verkrijgen en dat verzoeker dus alleen in die periode zijn achterneef in Nederland kan bezoeken en met hem samen Nieuwjaar kan vieren. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter betreft het bezoek aan de achterneef om met hem Nieuwjaar te vieren niet een dusdanig bijzondere situatie dat de gevraagde voorziening moet worden toegewezen. Bovendien blijkt uit de door verzoeker overgelegde verklaring van zijn werkgever, die door de gemachtigde van verzoeker ter zitting is vertaald, enkel dat hem voor de periode van 28 december 2012 tot 11 januari 2013 verlof is verleend, maar daar blijkt niet uit dat de werkgever geen mogelijkheid biedt voor verzoeker om voor een andere periode verlof te genieten. Verzoeker heeft onvoldoende onderbouwd waarom hij enkel in de hiervoor genoemde periode verlof zou kunnen opnemen.
6. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening zal afwijzen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Zie www.rechtspraak.nl
Law blog
Tweet
Reacties