Asscher beriep zich bij P&W op een uitspraak van de Raad van State van afgelopen week. Die oordeelde dat een boete van het ministerie van Sociale Zaken onterecht was. De universiteit Nijmegen had een Iraanse studente Tandheelkunde stage laten lopen bij het Amphia Ziekenhuis te Breda. Daar was geen tewerkstellingsvergunning verleend op grond van de Wet arbeid vreemdelingen. De Raad van State oordeelde woensdag echter dat deze boete onterecht was.
De clevere jongens en meisjes van Binnenlands Bestuur gingen vervolgens op onderzoek uit. Is deze uitspraak exemplarisch, is het terecht dat Asscher deze uitspraak als argument gebruikt in de discussie met Kamp? Nou, nee dus. "Je kunt hieruit niet concluderen dat alle stages niet onder de noemer werk zouden vallen," aldus een woordvoerder van de Raad van State. Dat is pijnlijk voor Asscher. Nog pijnlijker zijn de opmerkingen van de Nijmeegse rechtssocioloog Paul Minderhoud: Amsterdam kan de zaak van de illegale mbo'ers niet winnen.
Het debat tussen Asscher en Kamp ziet u hieronder terug.
Bron: http://www.hpdetijd.nl/2012-04-06/raad-van-state-asscher-staat-met-lege-handen
Update: Lodewijk Asscher twitterde naar aanleiding van het bericht hier:
En daar heeft hij gelijk in. Ik denk dat in geval van een zogenaamde snuffelstage waar je een paar weken mag meelopen en in de weg zitten deze uitpsraak zeker handig is. Bijvoorbeeld bij mijn huidtherapeut waar stagiaires mee mogen kijken en na een paar weken ook eens in mijn arm mogen kneden maar waar toch de hele tijd de echte therapeute naast zit. Dit in tegenstelling tot de stagiaires bij Vluchtelingenwerk of op de advocatenkantoren waar ik werkte die na een aantal weken zelfstandig formulieren invulden, dossiers opruimden en de telefoon opnamen en voor mijn werkgevers lekker goedkope krachten waren. Maar dit is puur mijn mening die hooguit kan dienen als argument in een procedure.
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.
1 opmerking:
Je zou de zaak uiteraard ook kunnen omdraaien (en zo proberen binnen de kaders van de wet te blijven).
Laat de stagiaire optreden als werkgever, d.w.z. hij of zij kan de (ongetwijfeld wel legale) stagebegeleider inhuren als docent/praktijkbegeleider en deze daar voor laten betalen (uit een fonds, bijv. gevoed door de gemeente van de uit te sparen boetes). Een rijinstructeur is toch ook niet de werkgever van de leerling, ook al gaat het bij uitstek om praktijklessen.
Een reactie posten