27 juni 2011

Wel dwangsom in Visumzaken

Eiseres heeft te Egypte een aanvraag ingediend voor een visum kort verblijf. Zij heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op de aanvraag. Nadien heeft verweerder alsnog op de aanvraag beslist.
De rechtbank stelt vast dat sinds 5 april 2010 alle voor Nederland geldende regelgeving op het gebied van visa, met uitzondering van het terugkeervisum en de machtiging tot voorlopig verblijf, zijn neergelegd in de Visumcode. Het Soeverein Besluit van 12 december 1813 vormt naar het oordeel van de rechtbank sindsdien niet meer dan de toebedeling van de bevoegdheid om een visum te verstrekken.
Dit betekent dat, naar het oordeel van de rechtbank, een visum kort verblijf wordt verleend uitsluitend op grond van de Visumcode.
Gezien het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat paragraaf 4.1.3.2 van de Awb in de onderhavige zaak van toepassing is. De rechtbank zal ingevolge deze paragraaf de hoogte van de dwangsommen die verweerder aan eiseres heeft verbeurd, vaststellen.
http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BQ8465

Met dank aan Gart Adang voor het toesturen.




Law Blogs
Law blog

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...