UITSPRAAK: Middelenvereiste en WAJONG bij gezinshereniging en 4:84 Awb
Eiser voert primair aan dat verweerder ten onrechte heeft geoordeeld dat referente
niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Uit de overgelegde stukken blijkt dat referente sinds 2014 een Wajong-uitkering ontvangt. Op advies van haar begeleider bij het UWV is zij aan het werk gegaan bij [naam bedrijf] . Zij behoudt haar uitkering en krijgt verder geen salaris. Er zijn dus ook geen salarisspecificaties. Referente werkt in een bescherende werkomgeving met aanpassingen en veel begeleiding. Uit het overgelegde
Arbeidsdeskundig Onderzoek van het UWV blijkt dat referente bekend is met ernstige
slechthorendheid en een lichte verstandelijke beperking. Haar klachten zijn chronisch van aard zodat de medische situatie niet wezenlijk zal veranderen. Het UWV heeft geconcludeerd dat referente niet in staat is om meer den 75 % van het maatmaninkomen te verdienen. Dat referente nog maar 23 jaar oud is en sinds haar 18e een Wajong ontvangt, leidt niet tot een ander oordeel. In bezwaar is geprobeerd om een recente beslissing ten aanzien van de arbeidsongeschiktheid van referente te verkrijgen, hetgeen niet is gelukt.
Verweerder heeft zich volgens eiser dan ook ten onrechte op het standpunt gesteld dat referente niet in aanmerking komt voor vrijstelling van het middelenvereiste krachtens artikel 3.22, tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000, omdat in het arbeidsdeskundig rapport van het UWV is vermeld dat zij niet in staat is om meer den 75 % van het maatmaninkomen te verdienen.
Subsidiair voert eiser aan dat verweerder ten onrechte heeft geoordeeld dat de
omstandigheid dat de referente niet in staat is om te voldoen aan het middelenvereiste niet kan worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 4:84 van de
Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). Vast staat dat referente beperkingen heeft en dat zij sinds haar 18e een Wajong-uitkering ontvangt. Zij heeft: een verstandelijke beperking en is slechthorend. Met haar huidige beperkingen zal zij nimmer aan het middelenvereiste kunnen voldoen en een reguliere baan kunnen vinden aangezien zij slechts zeer eenvoudige werkzaamheden (onder begeleiding) verricht voor een beperkt aantal uren. Deze baan heeft zij aangeboden gekregen via het UWV. De werkgever betaalt ook geen loon uit, het is eigenlijk een soort dagbesteding voor haar. Volgens eiser is het duidelijk dat een andere werkgever die bekend is met de beperkingen van referente, nimmer een regulier dienstverband zal aangaan met referente. Dat betekent dat zij nimmer aan het middelenvereiste zal kunnen voldoen.
De rechtbank begrijpt het betoog van eiser zo dat hij vindt dat verweerder van zijn beleid op dit punt had moeten afwijken. Daarmee doet eiser een beroep op artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. Uit dat artikel volgt dat een bestuursorgaan van zijn beleid afwijkt als de toepassing in een concreet geval onevenredig is. Uit de stukken die in het dossier zitten (bijvoorbeeld het Arbeidsdeskundig rapport van 10 oktober 2014) blijkt dat referente geen theoretische verdiencapaciteit heeft omdat er onvoldoende functies te duiden zijn. In de verzekeringsgeneeskundige rapportage van 3 oktober 2014 staat daarnaast dat de verwachting is dat de medische situatie en de functionele mogelijkheden niet wezenlijk zullen veranderen. Door het UWV is echter niet vastgesteld dat referente ook duurzaam arbeidsongeschikt is. Vaststaat dat referente al sinds 2014 een Wajong-uitkering ontvangt.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder gelet op de systematiek van de Wajong en de specifieke omstandigheden van referente nader onderzoek had moeten verrichten naar de vraag of referente, hoewel dit nog niet door UWV is vastgesteld in een besluit, toch moet worden geacht blijvend en volledig arbeidsongeschikt te zijn.
De rechtbank verwijst ter onderbouwing van dit oordeel naar de uitspraak van de Afdeling van 17 oktober 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3407), met name de rechtsoverwegingen 7, tweede alinea en volgende en rechtsoverweging 7.1. Daaruit volgt dat de Wet Wajong een andere systematiek kent dan de Wet WIA en dat ook jonggehandicapten die volledig arbeidsongeschikt zijn en een duurzame medische beperking hebben, (nog) niet duurzaam en volledige arbeidsongeschikt worden verklaard maar de werkregeling instromen als het UWV (nog) perspectief op ontwikkeling van (enig) arbeidsvermogen ziet. Dat sluit echter niet uit dat de jonggehandicapte redelijkerwijs geen loonvormende arbeid zal kunnen gaan verrichten. De werkregeling heeft voor de jonggehandicapte als voordeel dat deze inkomens- en arbeidsondersteuning ontvangt. Referente zou rechtsmiddelen kunnen aanwenden om door het UWV alsnog als duurzaam en volledig arbeidsongeschikt te worden aangemerkt en zo gezinshereniging mogelijk te maken maar de Afdeling is van oordeel dat verweerder dit niet van een referente kan verlangen omdat zij daardoor haar recht op arbeidsondersteuning zou verliezen.
Verweerder had dus nader onderzoek moeten verrichten naar de specifieke omstandigheden van referente, waaronder de reƫle kans op arbeidsparticipatie binnen een redelijke termijn. Het lag daarbij in de rede daarover bij het UWV informatie in te winnen.
Vervolgens had verweerder een zorgvuldig en voldoende gemotiveerd besluit over toepassing van artikel 4:84 van de Awb kunnen nemen. Dat verweerder, zoals hij heeft betoogd, bij referente een perspectief ziet op ontwikkeling van arbeidsvermogen doet hieraan niet af nu dit, gezien ook hetgeen hiervoor onder 4.2 is overwogen, niet uitsluit dat referente redelijkerwijs geen loonvormende arbeid zal kunnen gaan verrichten.
Conclusie
5. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat verweerder op onvoldoende deugdelijke wijze heeft gemotiveerd waarom hij de aanvraag van eiser heeft afgewezen. Het bestreden besluit is strijd is met de artikelen 3:2 en 7:12 eerste lid, van de Awb. Het beroep is dus gegrond. Het bestreden besluit zal daarom worden vernietigd. De rechtbank draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen waarbij hij deze uitspraak in acht dient te nemen. Hetgeen eiser verder heeft aangevoerd behoeft thans geen bespreking.
6. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 2.0 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759,- en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 759,-), bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 1.518,-.
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 01-04-2022
- Datum publicatie 04-04-2022
- Zaaknummer AWB 20/8328
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:2655
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
«Enjoyed this post? Never miss out on future posts by following us. Click here
Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/
Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor:
The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Reacties