Uitspraak: Artikel 8 EVRM en medische problematiek waardoor een moeder voor een volwassen kind zorgt (leerzaam om te zien hoe je zo'n zaak onderbouwt)
Beroep gegrond. Verweerder heeft zowel voor de belangenafweging van het familieleven als die van het privéleven niet alle relevante feiten en omstandigheden betrokken. Verweerder heeft onder meer het overgelegde klinisch psychologisch rapport niet betrokken alsmede de medische situatie van de moeder en stiefvader, de overgelegde informatie waarin staat vermeld dat het niet mogelijk is om je te verzekeren voor al bestaande diagnoses en de veiligheidssituatie in het land van herkomst.
- Instantie Rechtbank Den Haag zp Amsterdam
- Datum uitspraak 14-09-2021
- Datum publicatie 01-11-2021
- Zaaknummer NL21.8141 en NL21.8142
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:11902
-
In geschil is de vraag of verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt en dat er geen sprake is van schending van artikel 8 van het EVRM indien aan eiseres een verblijfsrecht wordt geweigerd. De rechtbank moet wat betreft artikel 8 van het EVRM in de eerste plaats toetsen of verweerder alle relevante feiten en omstandigheden in zijn belangenafweging heeft betrokken.4 De rechtbank is van oordeel dat verweerder dat zowel voor de belangenafweging van het familieleven als die van het privéleven niet heeft gedaan en zal dat hierna toelichten.
Eiseres heeft een klinisch psychologisch rapport overgelegd van Adagio. Door Adagio is een onderzoek uitgevoerd naar de cognitieve capaciteiten, de psychische gesteldheid en sociaal-emotionele ontwikkeling van eiseres om een uitspraak te kunnen doen over haar mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Uit dit onderzoek blijkt dat eiseres een verstandelijke beperking heeft. Verder vermeldt het rapport dat eiseres veilig is gehecht aan haar moeder. De veiligheid en stabiliteit die eiseres op dit moment vindt bij haar moeder, is essentieel voor haar ontwikkeling en zorgt ervoor dat zij weer meer kan functioneren naar haar kunnen. Eiseres kan niet zelfstandig functioneren en zal dit ook niet kunnen aanleren. In haar huidige woonomgeving is er sprake van sociale controle, omdat ze bekend is in de buurt en een netwerk heeft. Verder is haar moeder een veilige basis en een nodig kompas voor haar. Haar verstandelijke beperking geeft daarbij aan dat ze ook in de toekomst afhankelijk zal blijven van deze band met haar moeder, aldus het rapport. Verweerder heeft dit rapport ten onrechte niet in de belangenafweging betrokken. Dat het rapport is betrokken bij de beoordeling of tussen eiseres en haar moeder sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie en daarmee familieleven in de zin van artikel 8 van het EVRM neemt niet weg dat verweerder dit rapport ook bij de belangenafweging had dienen te betrekken. Dit rapport benoemt immers de belangen van eiseres om in Nederland bij haar moeder te verblijven en geeft inzicht in de moeilijkheden die zij zou kunnen ondervinden indien zij naar El Salvador zou moeten terugkeren. Ook verweerders standpunt dat eiseres niet hoeft te worden gescheiden van haar moeder en dat het rapport daarom niet betrokken hoeft te worden in de belangenafweging volgt de rechtbank niet. In dit rapport is immers benadrukt dat de huidige stabiliteit en de huidige woonomgeving van belang zijn voor eiseres.
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder ten onrechte de medische omstandigheden van referente en de stiefvader van eiseres niet in de belangenafweging heeft betrokken. Referente heeft diabetes waarvoor zij medicatie nodig heeft. De stiefvader van referente heeft reuma en heeft buitenshuis een scootmobiel nodig om zich te kunnen verplaatsen. Ook heeft hij medicatie nodig. Door eiseres is aangevoerd dat het in El Salvador niet mogelijk is om je te verzekeren voor al bestaande diagnoses. Ter onderbouwing hiervan heeft eiseres verwezen naar informatie van een website over El Salvador.5 Verweerder heeft geen informatie ingebracht waaruit blijkt dat deze informatie onjuist is. Verweerder had deze omstandigheid gelet op de medische diagnoses van het gezin bij de belangenafweging dienen te betrekken. Verder is door eiser gewezen op de veilheidsituatie in El Salvador. El Salvador heeft één van de hoogste misdaadcijfers van Zuid Amerika. Er is er veel geweld tegen meisjes en vrouwen. Daarnaast is er veel geweld door bendes. Voor reizigers zijn gewapende overvallen het grootste risico. In het reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken staat een reeks voorzorgmaatregelen die de reiziger zou moeten treffen indien hij naar El Salvador zou gaan. Zo wordt geadviseerd niet met het openbaar vervoer te reizen en om na zonsondergang niet naar buiten te gaan. De veiligheidssituatie is naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte niet betrokken in de belangenafweging. Tot slot is de rechtbank ten aanzien van artikel 8 van het EVRM van oordeel dat door verweerder in de belangenafweging ten onrechte niet is betrokken dat het gezin in Nederland voldoende middelen van bestaan heeft en dat de AOW-uitkering van de stiefvader zal worden gekort indien hij in El Salvador gaat wonen.
De conclusie is dat het besluit wat betreft de belangenafwegingen onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. De beroepsgrond van eiseres slaagt.
Medisch
5. Verweerder stelt zich verder op het standpunt dat eiseres niet in aanmerking komt voor een medische vergunning of uitstel van vertrek op grond van haar medische situatie. Verweerder verwijst in dit kader naar het BMA-advies van 24 oktober 2019. Eiseres heeft geen aanknopingspunten aangedragen dat de informatie in dit advies onjuist of onvolledig is. Ook heeft eiseres volgens verweerder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de zorg feitelijk voor haar niet toegankelijk is.
6. Eiseres meent dat verweerder ten onrechte geen uitstel van vertrek heeft verleend op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres is afhankelijk van de mantelzorg van haar moeder. Nu er geen 24-uurs mantelzorg aanwezig is in El Salvador, eiseres niet zelfstandig zonder haar moeder kan functioneren en de aangewezen zorg in het BMA-advies niet voldoende is, dan wel voor eiseres toegankelijk is, zal er bij terugkeer een medische noodsituatie ontstaan voor eiseres. Uit de naam van de zorginstelling die in het BMA-advies staat vermeld, kan worden afgeleid dat deze instelling voor patiënten met psychische problemen is. Nu dit niet op eiseres van toepassing is, had verweerder zich ervan dienen te vergewissen of de door eiseres vereiste zorg wel daadwerkelijk voor haar aanwezig is in deze instelling. Verder voert eiseres aan dat verweerder ten onrechte stelt dat er een begin van een zorgnetwerk is en dat anderen, in samenhang, deze zorg aan eiseres kunnen verlenen.
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), onder meer de uitspraak van 30 juni 20176, moet verweerder, indien hij een BMA-advies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, zich op grond van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ervan vergewissen dat dit naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is. Indien aan deze eisen is voldaan, mag verweerder bij de beoordeling van een aanvraag van een zodanig advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten aanwezig zijn voor twijfel aan de juistheid of volledigheid.
De rechtbank is van oordeel dat het BMA-advies voldoende inzichtelijk is en dat eiseres geen concrete aanknopingspunten heeft aangedragen voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan. Uit het BMA-advies volgt dat onderzoek is gedaan naar zorg, zoals gegeven bij mantelzorg, in de vorm van aanwezigheid van professionele zorg aan huis of andere vormen van professionele zorg in het land van herkomst. Uit brondocument BMA 12865 blijkt dat deze professionele zorg aanwezig is onder andere in het Hospital Nacional General y de Psiquiatría Dr. José Molina Martínez te San Salvador. Deze zorg bestaat uit beschermd wonen, een verpleeginstelling en hulp in de thuissituatie. De rechtbank is van oordeel dat eiseres geen aanknopingspunten heeft aangedragen waarom hiervan niet kan worden uitgegaan dan wel dat deze zorg niet volstaat (eventueel met hulp van familieleden). Dat uit de naam volgt dat sprake is van een psychiatrisch ziekenhuis is onvoldoende voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van het advies. In het brondocument van het BMA (BMA 12865) staat immers dat de vraag aan de vertrouwensarts is gericht op de persoonlijke situatie van eiseres. Daarnaast volgt uit de naam van het ziekenhuis dat het zowel gaat om een psychiatrisch als een algemeen ziekenhuis. Dat er geen (begin) van een netwerk is in El Salvador voor eiseres, is niet onderbouwd. De rechtbank verwijst in dat verband ook naar haar uitspraak van 28 januari 2021, waarin is overwogen dat eiseres onvoldoende heeft bestreden dat familieleden die haar zorg kunnen bieden er niet zijn. Eiseres heeft geen nieuwe informatie overgelegd. Daarmee, en gelet op de omstandigheid dat geen inzicht is gegeven in de kosten van de behandeling en de financiële situatie van eiseres, is ook niet aannemelijk gemaakt dat de zorg voor eiseres feitelijk niet toegankelijk is. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Ambtshalve toets schrijnende situatie
8. Volgens verweerder is geen aanleiding om eiseres wegens bijzondere omstandigheden ambtshalve een verblijfsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 3.6ba, eerste lid van het Vreemdelingenbesluit 2000. De enkele stelling dat eiseres zou zijn misbruikt, is niet gevolgd en bovendien heeft zich dat niet in Nederland voorgedaan. Een verwijzing naar de algemene veiligheidssituatie in El Salvador is onvoldoende. Eiseres heeft wel medische problemen, maar behandeling in El Salvador is beschikbaar en er zijn geen verdere bijzondere omstandigheden ingebracht.
9. Eiseres meent dat verweerder ten onrechte stelt dat zij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van haar schrijnende situatie. Verweerder heeft de medische situatie en mentale gesteldheid van eiseres, het feit dat er een redelijk vermoeden van misbruik door familieleden in El Salvador aanwezig is, de economische- en veiligheidssituatie in El Salvador, alsmede de vooruitgang die eiseres in Nederland ten aanzien van haar geestelijke stabiliteit heeft ondervonden, ten onrechte niet als klemmende redenen van humanitaire aard aangenomen.
10. Dat verweerder eiseres in het bezit had dienen te stellen van een verblijfsvergunning vanwege de schrijnende situatie, volgt de rechtbank niet. De medische problemen van eiseres heeft verweerder in dit kader onvoldoende kunnen achten. De overige omstandigheden (zoals de veiligheidssituatie en het vermoeden van eerder misbruik in El Salvador) zijn volgens het beleid7 geen omstandigheden op grond waarvan een dergelijke verblijfsvergunning wordt verleend.
Conclusie
11. Uit hetgeen overwogen onder 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4 volgt dat het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 en artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Gelet op de aard van het gebrek ziet de rechtbank geen aanleiding om het geschil finaal te beslechten. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
Ten aanzien van het verzoek om een voorlopige voorziening
12. De gevraagde voorziening strekt ertoe de uitzetting te verbieden totdat is beslist op het beroep. In het onderhavige geval is er geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening, gelet op het feit dat de rechtbank heden op het beroep heeft beslist.
Ten aanzien van het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening
13. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
14. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.244,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van het verzoek om een voorlopige voorziening en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
«Enjoyed this post? Never miss out on future posts by following us. Click here
Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/
Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor:
The invasion of the last free kingdom of Sri Lanka - And the love of a girl for an elephant - Review of "The Elephant Keeper's daughter"
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2021/02/the-invasion-of-last-free-kingdom-of.html
Reacties