Wat moet je doen als je asiel hebt gevraagd maar een reguliere vergunning hebt gekregen? (uitspraak Raad van State)
Dit zie je bijvoorbeeld in het geval iemand een verblijfsvergunning kreeg omdat hij het slachtoffer was van mensenhandel of vanwege medische redenen. Zo'n reguliere verblijfsvergunning kan heel tijdelijk zijn maar maakt wel dat dan de asielaanvraag wordt afgewezen. Dit argument heb ik ook wel eens gebruikt om voor iemand door te procederen maar dan komt de vraag om de hoek of iemand wel procesbelang heeft. Hier geeft de Afdeling aan hoe zo iets nu aan te pakken.
LJN: BO2095, Raad van State , 201001361/1/V3
Datum uitspraak: 26-10-2010
Datum publicatie: 29-10-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Ontvankelijkheid / asiel aanvraag / in bezit van verblijfsvergunning regulier / belang bij beroep of hoger beroep
Een eventuele vernietiging van het besluit van 3 april 2009 heeft tot gevolg dat de minister van Justitie opnieuw op de aanvraag moet beslissen. Artikel 30, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 staat dan echter aan inwilliging van die aanvraag in de weg. Zolang de vreemdeling in het bezit is van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan hij met het door hem ingestelde beroep en hoger beroep niet bereiken dat aan hem - alsnog - een verblijfvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt verleend. Belang bij beoordeling van het besluit van 3 april 2009 ontstaat eerst indien de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt ingetrokken dan wel een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur daarvan wordt afgewezen, in welk geval de vreemdeling niet kan worden tegengeworpen dat dit besluit in rechte onaantastbaar is geworden. Teneinde deze toetsing op dat moment mogelijk te maken kan de vreemdeling de minister alsdan verzoeken de afwijzing van de verblijfsvergunning asiel te heroverwegen, dan wel een nieuwe aanvraag om verlening van een zodanige vergunning indienen, waarbij het algemeen rechtsbeginsel dat eenzelfde geschil niet ten tweede male aan de rechter kan worden voorgelegd niet aan toetsing van het daarop te nemen besluit in de weg staat. Nu de vreemdeling ten tijde van de beoordeling van het beroep in het bezit was van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, had de vreemdeling geen belang bij het door hem ingestelde beroep en heeft hij evenmin belang bij het door hem ingestelde hoger beroep, omdat gesteld noch gebleken is dat hij niet langer in het bezit is van een verblijfsvergunning.
Bron: rechtspraak.nl
LJN: BO2095, Raad van State , 201001361/1/V3
Datum uitspraak: 26-10-2010
Datum publicatie: 29-10-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Ontvankelijkheid / asiel aanvraag / in bezit van verblijfsvergunning regulier / belang bij beroep of hoger beroep
Een eventuele vernietiging van het besluit van 3 april 2009 heeft tot gevolg dat de minister van Justitie opnieuw op de aanvraag moet beslissen. Artikel 30, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 staat dan echter aan inwilliging van die aanvraag in de weg. Zolang de vreemdeling in het bezit is van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd kan hij met het door hem ingestelde beroep en hoger beroep niet bereiken dat aan hem - alsnog - een verblijfvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt verleend. Belang bij beoordeling van het besluit van 3 april 2009 ontstaat eerst indien de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd wordt ingetrokken dan wel een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur daarvan wordt afgewezen, in welk geval de vreemdeling niet kan worden tegengeworpen dat dit besluit in rechte onaantastbaar is geworden. Teneinde deze toetsing op dat moment mogelijk te maken kan de vreemdeling de minister alsdan verzoeken de afwijzing van de verblijfsvergunning asiel te heroverwegen, dan wel een nieuwe aanvraag om verlening van een zodanige vergunning indienen, waarbij het algemeen rechtsbeginsel dat eenzelfde geschil niet ten tweede male aan de rechter kan worden voorgelegd niet aan toetsing van het daarop te nemen besluit in de weg staat. Nu de vreemdeling ten tijde van de beoordeling van het beroep in het bezit was van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, had de vreemdeling geen belang bij het door hem ingestelde beroep en heeft hij evenmin belang bij het door hem ingestelde hoger beroep, omdat gesteld noch gebleken is dat hij niet langer in het bezit is van een verblijfsvergunning.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties