Zicht op uitzetting naar Somalië (uitspraak Raad van State)
1. LJN: BO0014, Raad van State , 201006331/1/V3
Datum uitspraak: 30-09-2010
Datum publicatie: 11-10-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / Somalië / zicht op uitzetting / EU-staat / MoU
De minister heeft in eerste aanleg en ter zitting bij de Afdeling, onder verwijzing naar de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal van 29 maart 2010, naar voren gebracht, voor zover thans van belang, dat hij in november 2009 afspraken heeft gemaakt met luchtvaartmaatschappijen omtrent het gebruik van een EU staat als reisdocument bij uitzetting van vreemdelingen naar Somalië. Er zal volgens die brief gebruik worden gemaakt van reguliere, commerciële luchtvaartmaatschappijen die vanaf een transitbestemming vliegen naar onder meer Mogadishu. Verder staat in deze brief vermeld dat parallel aan de afspraken met de luchtvaartmaatschappijen geprobeerd wordt om te komen tot afspraken over gedwongen terugkeer met de Transitional Federal Government van de Republiek Somalië. Dit heeft geresulteerd in het MoU, dat onder meer de toegang tot Somalië van ongedocumenteerde vreemdelingen van Somalische afkomst met een EU staat mogelijk maakt, aldus de minister. Ter zitting bij de Afdeling heeft de minister voorts nog verklaard dat er begin september 2010 een vreemdeling met behulp van een EU-staat, via Nairobi, naar Mogadishu is uitgezet. Na kennisneming van de inhoud van het MoU, en gelet op de in 2.2.2. weergegeven verklaringen van de minister, heeft de minister voldoende gemotiveerd dat er een redelijke kans bestaat dat de vreemdeling tot Somalië zal worden toegelaten en er geen aanleiding bestaat om te oordelen dat zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn ontbreekt.
www. rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 30-09-2010
Datum publicatie: 11-10-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / Somalië / zicht op uitzetting / EU-staat / MoU
De minister heeft in eerste aanleg en ter zitting bij de Afdeling, onder verwijzing naar de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal van 29 maart 2010, naar voren gebracht, voor zover thans van belang, dat hij in november 2009 afspraken heeft gemaakt met luchtvaartmaatschappijen omtrent het gebruik van een EU staat als reisdocument bij uitzetting van vreemdelingen naar Somalië. Er zal volgens die brief gebruik worden gemaakt van reguliere, commerciële luchtvaartmaatschappijen die vanaf een transitbestemming vliegen naar onder meer Mogadishu. Verder staat in deze brief vermeld dat parallel aan de afspraken met de luchtvaartmaatschappijen geprobeerd wordt om te komen tot afspraken over gedwongen terugkeer met de Transitional Federal Government van de Republiek Somalië. Dit heeft geresulteerd in het MoU, dat onder meer de toegang tot Somalië van ongedocumenteerde vreemdelingen van Somalische afkomst met een EU staat mogelijk maakt, aldus de minister. Ter zitting bij de Afdeling heeft de minister voorts nog verklaard dat er begin september 2010 een vreemdeling met behulp van een EU-staat, via Nairobi, naar Mogadishu is uitgezet. Na kennisneming van de inhoud van het MoU, en gelet op de in 2.2.2. weergegeven verklaringen van de minister, heeft de minister voldoende gemotiveerd dat er een redelijke kans bestaat dat de vreemdeling tot Somalië zal worden toegelaten en er geen aanleiding bestaat om te oordelen dat zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn ontbreekt.
www. rechtspraak.nl
Reacties