Posts

Posts uit mei, 2024 tonen

UITSPRAAK: art 8 EVRM, additional elements of dependence other than normal emotional ties - Jongvolwassenenenbeleid

  Jongvolwassenenbeleid 8.2 Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres en referent nimmer hebben samengeleefd in gezinsverband. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat eiseres op de grond van het feit dat zij en referent nimmer in gezinsverband hebben samengeleefd en op de grond dat referent en eiseres niet aannemelijk hebben gemaakt dat eiseres niet in haar eigen onderhoud voorziet, niet in aanmerking komt voor toepassing van het jongvolwassenenbeleid van de staatssecretaris. De rechtbank is van oordeel dat die conclusie terecht is. Meer dan gebruikelijke afhankelijkheid 8.3 Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris voldoende gemotiveerd dat de familieband tussen eiseres en referent niet onder de reikwijdte van artikel 8 van het EVRM valt, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat tussen hen sprake is van “additi

Coming to The Netherlands as an expat with the Intra-corperate transferee residence permit

  An intra-corporate transferee residence permit is a work and residence permit for managers, specialists and trainees with a nationality from outside the European Union (EU), the European Economic Area (EEA) or Switzerland. These are the situations in which your employer can apply for an intra-corporate transferee residence permit for you. You work for a company established outside the EU and you will be transferred to a branch of this company in the Netherlands. You work for a company within the EU and have an intra-corporate transferee residence permit from a different EU country. You will be transferred to a branch in the Netherlands for a period of more than 90 days. We call this long-term mobility (Mobile ICT). Will you be transferred to branches in various EU countries? Then your employer needs to apply for the residence permit in the country where you will work the longest. No residence per

UITSPRAAK: dat het individueel uittreksel een identificerend document is. Een individueel uittreksel kan dienen als een tijdelijke vervanging voor een beschadigde of verloren identiteitskaart.

Dublin-Duitsland. Voorlopige voorziening toegewezen wegens mogelijkheid om identificerende documenten ter onderbouwing van gestelde minderjarige leeftijd te overleggen en wegens verstrijken overdrachtstermijn. 1. Verzoeker voert aan dat de staatssecretaris er ten onrechte vanuit gaat dat hij meerderjarig was ten tijde van zijn asielaanvraag in Nederland. Verzoeker heeft ter onderbouwing een individueel uittreksel van Syriƫ overgelegd, waaruit volgt dat hij geboren is op [2006] . 2. De rechtbank overweegt als volgt. Wanneer een vreemdeling stelt minderjarig te zijn en dit niet kan aantonen met identificerende documenten, of op een andere manier aannemelijk kan maken, wordt de vreemdeling geschouwd. Bij een schouw beoordelen AVIM en de IND, los van elkaar, of de vreemdeling evident minderjarig of evident meerderjarig is, of dat hier twijfel over bestaat. AVIM heeft op basis van zijn verklaringen en een briefje in zijn bagage unaniem geconcludeerd dat hij evident meerderjarig is. O

UITSPRAAK: Zicht op uitzetting naar Tunesiƫ - en herhalen van eerste beroepsgronden en vage zaken door gemachtigde lijkt wel

2. Uit de uitspraak van 18 maart 2024 volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom beoordeelt de rechtbank nu alleen of de maatregel van bewaring sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek (op 12 maart 2024) rechtmatig is. Ontbreekt het zicht op uitzetting? 3. Eiser voert aan dat geen sprake is van enig zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn, omdat de staatssecretaris meerdere keren heeft gerappelleerd op de aanvraag van de laissez-passer maar er geen inhoudelijke reactie van de Tunesische autoriteiten is ontvangen. 3.1. Deze beroepsgrond slaagt niet. Zoals in het eerste beroep van eiser ook is geoordeeld, bestaat in zijn algemeenheid zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Tunesiƫ.2 Voor eiser is op 8 maart 2024 een laissez-passer aanvraag ingediend. Sindsdien is er twee keer gerappelleerd door de staatssecretaris. Dat van de Tunesische autori

UITSPRAAK: eiser psychiatrisch patient in isoleercel. Bewaring opgeheven wegens geen zicht op uitzetting

3. Eiser voert aan dat zicht op uitzetting binnen redelijke termijn ontbreekt omdat hij onder dwang wordt behandeld in het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht. Het is onduidelijk hoelang deze behandeling nog duurt en het is onduidelijk aan welke ziekte eiser lijdt. 3.1. De beroepsgrond slaagt. In het geval van eiser ontbreekt het zicht op uitzetting binnen redelijke termijn. De situatie van eiser is namelijk vergelijkbaar met de situatie in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 januari 2008, 2 waarin de Afdeling oordeelde dat zicht op uitzetting binnen redelijke termijn ontbrak omdat onduidelijk was op welke termijn de vreemdeling weer aanspreekbaar was. Uit het dossier blijkt dat geprobeerd is om op 10, 16 en 23 april 2024 een vertrekgesprek te voeren met eiser. Dit is alle drie de keren niet gelukt omdat eiser in de isoleercel zat en volgens medewerkers van CTP