UITSPRAAK: Wanneer is er sprake van een geldig ID document in een asielprocedure?
Het lijkt er op dat hier een goede advocaat op de zaak zat maar de asielzoeker zelf zijn zaak heeft verkl**t.
8. Allereerst stelt de rechtbank vast dat verweerder de eis dat een document gelegaliseerd moet zijn, heeft laten vallen. De rechtbank overweegt op dit punt ten overvloede dat eiser wordt gevolgd in zijn standpunt dat van een asielzoeker inderdaad niet bij wijze van uitgangspunt kan worden gevergd om documenten door de autoriteiten, waartegen hij nu juist bescherming zoekt, te laten legaliseren en dat verweerder overigens steevast het standpunt inneemt dat legalisatie niets zegt over de inhoud van een document. De rechtbank overweegt verder dat de voorwaarde dat een document niet als identiteitsdocument kan gelden als aan de afgifte van het document geen brondocument ten grondslag ligt niet is opgenomen in paragraaf C1/4.3 van de Vc 2000 en verweerder ter zitting niet heeft aangegeven waar deze voorwaarde voor een identiteitsdocument is neergelegd. Wel is in paragraaf C1/4.3 van de Vc 2000 opgenomen dat een identiteitsdocument alleen de identiteit kan onderbouwen als het door de overheid van het land van herkomst officieel is uitgegeven. De rechtbank heeft partijen ter zitting voorgehouden dat de door eiser overgelegde “Affidavit as to declaration of age” van [naam] van 2 mei 2019 wel strookt met de informatie van de “High Court of Justice Delta State of Nigeria in the Agbor Judicial Division” zoals die op de website van dit gerecht wordt weergegeven. Het overgelegde geboortebewijs zou zijn afgegeven door de “National Population Commission”. De rechtbank heeft partijen tevens voorgehouden dat op de website van deze Commission informatie is opgenomen over de verkrijging van een geboortebewijs en dat het door eiser overgelegde document lijkt te zijn verkregen op grond van de op deze website vermelde procedure. Verweerder heeft desgevraagd niet kunnen motiveren waarom de High Court en de National Population Commission niet moeten worden gekwalificeerd als deel uitmakend van de overheid van Nigeria, zodat niet gemotiveerd is betwist door verweerder dat eiser de documenten officieel van de overheid heeft verkregen. De rechtbank overweegt dan ook dat verweerder, ook ter zitting, niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het geboortebewijs dat eiser heeft overgelegd in beginsel niet als identiteitsdocument moet worden aangemerkt. De rechtbank stelt hierbij vast dat in paragraaf C1/4.3 van de Vc 2000 niet alle vereisten die verweerder kennelijk aan identiteitsdocumenten stelt zijn opgenomen en daarmee het beleid niet volledig kenbaar is voor derden.
9. Voor zover verweerder zich op het standpunt heeft gesteld dat aan het geboortebewijs geen waarde toekomt omdat de inhoud niet in overeenstemming is met de verklaringen van eiser wordt dit standpunt gevolgd door de rechtbank. Uit de stukken valt op te maken dat het geboortebewijs op 2 mei 2019 is afgegeven op grond van meergenoemde affidavit. Blijkens de inhoud van de “Affidavit as to the declaration of age” zou deze verklaring onder ede zijn afgelegd op 2 mei 2019 door de biologische vader van eiser. Eiser heeft echter in deze procedure meermalen en gedetailleerd verklaard dat [naam] zijn biologische vader is en dat zijn vader omstreeks 2014 is overleden. Eiser heeft ter zitting aangegeven dat indien verweerder nadere uitleg over deze documenten had willen verkrijgen hij gehoord had moeten worden. De rechtbank volgt dit niet. Indien eiser documenten inbrengt om zijn gestelde minderjarigheid te onderbouwen en de inhoud van deze documenten lijnrecht staat tegenover de in de procedure afgelegde verklaringen ligt het op de weg van eiser om deze documenten, tegelijk met de overlegging hiervan, nader toe te lichten. Eiser heeft dit nagelaten. Omdat de rechtbank op dit punt van eiser een verklaring wenste heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting korte tijd geschorst om eiser in de gelegenheid te stellen om zich samen met zijn gemachtigde te beraden over de af te leggen verklaring. Eiser heeft bij hervatting van het onderzoek verklaard dat zijn vader daadwerkelijk is overleden en dat, anders dan in de affidavit is vermeld, een ander volwassen familielid zich heeft uitgegeven voor de vader van eiser en onder ede een verklaring heeft afgelegd over eiser. Bij deze stand van zaken stelt de rechtbank vast dat de affidavit in strijd met de waarheid is afgelegd en opgemaakt en dat het geboortebewijs vervolgens op grond van dit fraudeleuze document is verkregen. Het standpunt van verweerder dat daarom geen waarde toekomt aan het geboortebewijs wordt gevolgd door de rechtbank. Het geboortebewijs wordt immers zonder nader onderzoek op grond van een niet geverifieerde maar wel beëdigde verklaring van een persoon afgegeven, waarbij in dit concrete geval in ieder geval in strijd met de waarheid de identiteit van de biologische vader van eiser is voorgewend. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat verweerder ook niet hoeft uit te gaan van de overige inhoud van de affidavit, zoals de gestelde geboortedatum van eiser. Nu het geboortebewijs enkel op grond van deze affidavit is afgegeven concludeert de rechtbank dat aan het geboortebewijs geen bewijswaarde toekomt. Dit betekent dat verweerder mag uitgaan van de onderzoeksresultaten van Eurodac zodat eiser in deze procedure niet als minderjarige hoeft te worden aangemerkt en dat hij ook geen aanleiding heeft hoeven zien om aan eiser een leeftijdsonderzoek aan te bieden.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:12512
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
ECLI:NL:RBDHA:2019:12512
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 25-11-2019
- Datum publicatie 26-11-2019
- Zaaknummer NL19.23554
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
8. Allereerst stelt de rechtbank vast dat verweerder de eis dat een document gelegaliseerd moet zijn, heeft laten vallen. De rechtbank overweegt op dit punt ten overvloede dat eiser wordt gevolgd in zijn standpunt dat van een asielzoeker inderdaad niet bij wijze van uitgangspunt kan worden gevergd om documenten door de autoriteiten, waartegen hij nu juist bescherming zoekt, te laten legaliseren en dat verweerder overigens steevast het standpunt inneemt dat legalisatie niets zegt over de inhoud van een document. De rechtbank overweegt verder dat de voorwaarde dat een document niet als identiteitsdocument kan gelden als aan de afgifte van het document geen brondocument ten grondslag ligt niet is opgenomen in paragraaf C1/4.3 van de Vc 2000 en verweerder ter zitting niet heeft aangegeven waar deze voorwaarde voor een identiteitsdocument is neergelegd. Wel is in paragraaf C1/4.3 van de Vc 2000 opgenomen dat een identiteitsdocument alleen de identiteit kan onderbouwen als het door de overheid van het land van herkomst officieel is uitgegeven. De rechtbank heeft partijen ter zitting voorgehouden dat de door eiser overgelegde “Affidavit as to declaration of age” van [naam] van 2 mei 2019 wel strookt met de informatie van de “High Court of Justice Delta State of Nigeria in the Agbor Judicial Division” zoals die op de website van dit gerecht wordt weergegeven. Het overgelegde geboortebewijs zou zijn afgegeven door de “National Population Commission”. De rechtbank heeft partijen tevens voorgehouden dat op de website van deze Commission informatie is opgenomen over de verkrijging van een geboortebewijs en dat het door eiser overgelegde document lijkt te zijn verkregen op grond van de op deze website vermelde procedure. Verweerder heeft desgevraagd niet kunnen motiveren waarom de High Court en de National Population Commission niet moeten worden gekwalificeerd als deel uitmakend van de overheid van Nigeria, zodat niet gemotiveerd is betwist door verweerder dat eiser de documenten officieel van de overheid heeft verkregen. De rechtbank overweegt dan ook dat verweerder, ook ter zitting, niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het geboortebewijs dat eiser heeft overgelegd in beginsel niet als identiteitsdocument moet worden aangemerkt. De rechtbank stelt hierbij vast dat in paragraaf C1/4.3 van de Vc 2000 niet alle vereisten die verweerder kennelijk aan identiteitsdocumenten stelt zijn opgenomen en daarmee het beleid niet volledig kenbaar is voor derden.
9. Voor zover verweerder zich op het standpunt heeft gesteld dat aan het geboortebewijs geen waarde toekomt omdat de inhoud niet in overeenstemming is met de verklaringen van eiser wordt dit standpunt gevolgd door de rechtbank. Uit de stukken valt op te maken dat het geboortebewijs op 2 mei 2019 is afgegeven op grond van meergenoemde affidavit. Blijkens de inhoud van de “Affidavit as to the declaration of age” zou deze verklaring onder ede zijn afgelegd op 2 mei 2019 door de biologische vader van eiser. Eiser heeft echter in deze procedure meermalen en gedetailleerd verklaard dat [naam] zijn biologische vader is en dat zijn vader omstreeks 2014 is overleden. Eiser heeft ter zitting aangegeven dat indien verweerder nadere uitleg over deze documenten had willen verkrijgen hij gehoord had moeten worden. De rechtbank volgt dit niet. Indien eiser documenten inbrengt om zijn gestelde minderjarigheid te onderbouwen en de inhoud van deze documenten lijnrecht staat tegenover de in de procedure afgelegde verklaringen ligt het op de weg van eiser om deze documenten, tegelijk met de overlegging hiervan, nader toe te lichten. Eiser heeft dit nagelaten. Omdat de rechtbank op dit punt van eiser een verklaring wenste heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting korte tijd geschorst om eiser in de gelegenheid te stellen om zich samen met zijn gemachtigde te beraden over de af te leggen verklaring. Eiser heeft bij hervatting van het onderzoek verklaard dat zijn vader daadwerkelijk is overleden en dat, anders dan in de affidavit is vermeld, een ander volwassen familielid zich heeft uitgegeven voor de vader van eiser en onder ede een verklaring heeft afgelegd over eiser. Bij deze stand van zaken stelt de rechtbank vast dat de affidavit in strijd met de waarheid is afgelegd en opgemaakt en dat het geboortebewijs vervolgens op grond van dit fraudeleuze document is verkregen. Het standpunt van verweerder dat daarom geen waarde toekomt aan het geboortebewijs wordt gevolgd door de rechtbank. Het geboortebewijs wordt immers zonder nader onderzoek op grond van een niet geverifieerde maar wel beëdigde verklaring van een persoon afgegeven, waarbij in dit concrete geval in ieder geval in strijd met de waarheid de identiteit van de biologische vader van eiser is voorgewend. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat verweerder ook niet hoeft uit te gaan van de overige inhoud van de affidavit, zoals de gestelde geboortedatum van eiser. Nu het geboortebewijs enkel op grond van deze affidavit is afgegeven concludeert de rechtbank dat aan het geboortebewijs geen bewijswaarde toekomt. Dit betekent dat verweerder mag uitgaan van de onderzoeksresultaten van Eurodac zodat eiser in deze procedure niet als minderjarige hoeft te worden aangemerkt en dat hij ook geen aanleiding heeft hoeven zien om aan eiser een leeftijdsonderzoek aan te bieden.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2019:12512
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Reacties