Posts tonen met het label implementatie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label implementatie. Alle posts tonen

11 juni 2015

Nieuwe Procedurerichtlijn moet op 20 juli 2015 zijn geïmplementeerd; grote wijzigingen voorzien in het vreemdelingenrecht

Op 20 juli 2015 moet de Nederlandse overheid de nieuwe procedurerichtlijn (Richtlijn 2013/32/EU) hebben geïmplementeerd in de nationale wetgeving. De procedurerichtlijn stelt minimumnormen voor de procedures voor toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus. De lidstaten mogen hier niet ten nadele van de vluchteling van afwijken.

Meest in het oog springende verschil ten opzichte van de ‘oude’ procedurerichtlijn én ten opzichte van het huidige nationale recht is de vorm van de rechterlijke toetsing in beroepsprocedures. Tot op heden mag de rechter de geloofwaardigheid van het asielrelaas van de vluchteling slechts marginaal, zijnde zeer terughoudend toetsen. De toets van de geloofwaardigheid is nadrukkelijk voorbehouden aan de Staatssecretaris. Dit is na 20 juli 2015 verleden tijd; artikel 46, derde lid van de nieuwe Procedurerichtlijn schrijft een ‘daadwerkelijk rechtsmiddel en een volledig en ex nunc onderzoek van zowel de feitelijke als juridische gronden’ voor.

Dit betekent dat de rechter na 20 juli 2015 de feitelijke en juridische situatie van de vluchteling ten tijde van het beroep moet onderzoeken. Slechts een marginale toets is niet langer toegestaan. Dit is op het oog een spectaculaire breuk met het verleden, al is het natuurlijk afwachten hoe hier in de praktijk uitvoering aan gaat worden gegeven.

Minstens zo interessant is de vraag of de gewijzigde regelgeving een geslaagde herhaalde asielaanvraag tot gevolg kan hebben. In zaken waarin de aanvraag is afgewezen op grond van ongeloofwaardigheid van het asielrelaas is dit op voorhand zeker niet uitgesloten. Mr. Vollebergh van BomSchoenmakers Advocaten zal een analyse maken van de afgewezen asielaanvragen uit de eigen praktijk om deze vraag per geval te beantwoorden.

Tenslotte is nog onduidelijk of Nederland de implementatietermijn van 20 juli 2015 zal gaan halen. Op dit moment lijkt het erop dat deze termijn niet gehaald zal gaan worden, wat betekent dat de richtlijn op dit punt nadien direct toepasbaar zal zijn.

Er gaat kortom genoeg veranderen in het vreemdelingenrecht na 20 juli a.s.


 Hier gevonden: http://www.bomschoenmakers-advocaten.nl/nieuwe-procedurerichtlijn-moet-op-20-juli-2015-zijn-geimplementeerd-grote-wijzigingen-voorzien-2/



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

26 mei 2011

Terugkeerrichtlijn wordt niet geïmplementeerd door transponeringstabel zegt rechter (uitspraak)

Rechtbank Zutphen
(mr. Van Lochem)
27 april 2011, AWB 11/12469
[Terugkeerrichtlijn (2008/115/EG) art. 2 lid 2]

De rechtbank oordeelt dat niet is gebleken op welke wijze in de bestaande wetgeving
is voorzien in een bevoegdheid van verweerder om de in artikel 2 lid 2 TRi bedoelde
categorieën vreemdelingen uit te sluiten van de werking van de richtlijn. Verweerder
kan geen gebruik maken van bepalingen uit een richtlijn die niet in de wet- en
regelgeving zijn geïmplementeerd.

Partijen zijn verdeeld over de vraag of de Terugkeerrichtlijn op eiser van toepassing is.
Verweerder stelt dat de Terugkeerrichtlijn in het geval van eiser toepassing mist, omdat
verweerder gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, genoemd in artikel 2 lid 2 TRi, op grond waarvan vreemdelingen als eiser van de werking van de Terugkeerrichtlijn kunnen worden uitgesloten. Daartoe heeft verweerder verwezen naar de 'mededeling implementatie Terugkeerrichtlijn' (gepubliceerd in de Staatscourant van 10 maart 2011, nr. 4082) waarin is aangegeven dat de Terugkeerrichtlijn voorlopig gedeeltelijk is geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.

De rechtbank volgt dit standpunt niet en overweegt daartoe dat uit genoemde mededeling niet valt af te leiden op welke wijze in de bestaande wetgeving is voorzien in een bevoegdheid voor verweerder om de in artikel 2 lid 2 TRi bedoelde categorieën vreemdelingen uit te sluiten van de werking van die richtlijn. De transponeringstabel bij de mededeling in de Staatscourant kan, voor zover al begrijpelijk, niet tot een ander oordeel leiden. De vraag of verweerder gebruik kan maken van bepalingen uit een richtlijn die niet in de Nederlandse (vreemdelingen)wet- en regelgeving zijn geïmplementeerd, beantwoordt de rechtbank vervolgens ontkennend. De rechtbank verwijst in dit verband naar het arrest Kolpinghuis van 8 oktober 1987 van het HvJEU (zaaknr. 80/86), waarin het zogenoemde 'verbod van omgekeerde verticale rechtstreekse werking' is geformuleerd. Dit houdt in dat een lidstaat zich niet ten laste van een particulier op een bepaling van een richtlijn kan beroepen, ten aanzien waarvan de noodzakelijke omzetting in nationaal recht nog niet (volledig) heeft plaatsgevonden.

Bron: Vluchtelingenwerk

Law Blogs
Law blog

10 januari 2011

Ook bij ongewenstverklaringen problemen door het niet tijdig implementeren van de Terugkeerrichtlijn (uitspraak)

LJN: BP0045, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Utrecht , AWB 10/44464

Datum uitspraak: 07-01-2011
Datum publicatie: 10-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Inhoudsindicatie: Samenvatting: t.b.v. AWB 10/44464 1. Een ongewenstverklaring kan gelden als terugkeerbesluit, als bedoeld in artikel 6 van de Terugkeerrichtlijn. In artikel 7, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn is bepaald dat in een terugkeerbesluit een passende termijn wordt geboden voor vrijwillig vertrek. Die termijn kan variëren van zeven tot dertig dagen. In het vierde lid is bepaald dat onder omstandigheden van die termijn voor vrijwillig vertrek kan worden afgezien en dat die termijn kan worden verkort. Verweerder heeft in dit geval de termijn voor vrijwillig vertrek verkort door in het besluit tot ongewenstverklaring op te nemen (onder "Rechtsgevolgen van deze beschikking") dat eiser Nederland onmiddellijk binnen 24 uur dient te verlaten. Kennelijk is er dus voor gekozen niet af te zien van de termijn, maar die termijn te verkorten. De ongewenstverklaring van 16 december 2010 is blijkens de stukken op 27 december 2010 aan eiser uitgereikt. In artikel 8, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn is kort gezegd neergelegd dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen om het terugkeerbesluit uit te voeren indien er geen termijn voor vrijwillig vertrek is gegeven of indien die termijn is verstreken zonder dat betrokkene het land heeft verlaten. In artikel 8, tweede lid, van de Terugkeerrichtlijn is bepaald dat het terugkeerbesluit pas na het verstrijken van een gegeven termijn voor vrijwillig vertrek kan worden uitgevoerd, tenzij tijdens die termijn een van de risico's van artikel 7, vierde lid, ontstaat. Wat verweerder in dit geval heeft gedaan, is in strijd met de verplichtingen van de Terugkeerrichtlijn. Nadat aan eiser het besluit tot ongewenstverklaring is uitgereikt, heeft eiser immers niet de daarin neergelegde termijn voor vrijwillig vertrek van 24 uur gekregen, maar is hij onmiddellijk in bewaring gesteld. Door eiser een termijn van 24 uur te geven voor vrijwillig vertrek, maar vervolgens zonder die termijn te respecteren eiser onmiddellijk in bewaring te stellen, heeft verweerder gehandeld in strijd met artikel 8, eerste en tweede lid, van de Terugkeerrichtlijn. De maatregeling van bewaring is op grond hiervan onrechtmatig met ingang van 27 december 2010. 2. Het risico op onderduiken als genoemd in artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de Terugkeerrichtlijn kan niet aan een maatregel van bewaring ten grondslag worden gelegd zo lang die richtlijn niet is geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving. De Terugkeerrichtlijn vereist namelijk dat de criteria daarvoor in nationale wetgeving worden vastgelegd.

Bron: rechtspraak.nl

Law Blogs
Law blog

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...