Posts tonen met het label humanitair. Alle posts tonen
Posts tonen met het label humanitair. Alle posts tonen

08 maart 2017

Top court rules EU countries not required to give humanitarian visas


The European Court of Justice deferred to national governments in decision over whether to issue visas to asylum seekers.
By
Updated
The European Court of Justice (ECJ) has ruled that “member states are not required, under EU law, to grant a humanitarian visa” to people who intend to apply for asylum once they enter the country, it announced Tuesday.
The decision relates to the case of an Orthodox Christian couple from Aleppo, Syria, who applied for a Belgian visa in October from Lebanon. The Belgian Foreigners’ Office refused the application, claiming the couple planned to stay in Belgium beyond the visa’s 90-day limit. When the couple appealed, the Belgian Asylum and Immigration Board referred the case to the EU’s top court.

In its decision, the ECJ deferred to national governments’ judgment on the issue, writing: “No measure has been adopted, to date, by the EU legislature with regard to the issuing by member states of long-term visas and residence permits to third-country nationals on humanitarian grounds.”
The Syrian family’s application, therefore, falls “solely within the scope of national law.”

Continue here: http://www.politico.eu/article/top-court-rules-eu-countries-not-required-to-give-humanitarian-visas/

$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$$
£££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££££


Hof van Justitie ziet geen grond voor humanitaire visa


Door Pieter Boeles
De zaak bij het Hof van Justitie was aangespannen namens twee Syriërs en hun drie minderjarige kinderen. Zij hadden in Libanon om een visum gevraagd voor drie maanden in België, met de bedoeling om binnen die periode een asielverzoek in België in te dienen. De Belgische rechter had al in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat de Belgische regering tot inwilliging van de visumaanvraag verplicht was, maar de Belgische staatssecretaris weigerde die uitspraak uit te voeren.
In de uitspraak van 7 maart 2017 oordeelt het Hof van Justitie dat de Visumcode, waarop de Syriërs zich baseerden, uitsluitend regels geeft voor visa van korte duur, dat wil zeggen maximaal 90 dagen. Voor het indienen van een asielaanvraag is zo’n visum niet bedoeld, aangezien het de kennelijke bedoeling van de aanvrager is langer dan 90 dagen in de lidstaat te verblijven.
De aanvraag van de Syrische familie moet dus worden aangemerkt als een visum voor lang verblijf naar Belgisch recht, waarop het Unierecht niet van toepassing is. Daarbij zal de Belgische rechter wel moeten beoordelen of weigering van het visum voor lang verblijf de aanvragers zou blootstellen aan een behandeling die wordt verboden door artikel 3 EVRM: foltering of onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. In dat opzicht is het mogelijk relevant dat het Hof vaststelde dat de vraag die het moest beantwoorden wel spoedeisend was, nu onbetwist was dat de aanvragers ten tijde van de indiening van het verzoek een reëel risico liepen te worden blootgesteld aan onmenselijke of vernederende behandeling.








Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

13 februari 2017

EU-landen mogelijk verplicht om humanitaire visa te verstrekken

EU-landen zijn verplicht een humanitair visum af te geven als de aanvrager in land van herkomst onmenselijk wordt behandeld. Dat stelt de advocaat-generaal vandaag in een belangrijk advies aan het Europees Hof van Justitie. In de praktijk wordt het advies van de advocaat-generaal vaak door de rechters overgenomen. Dit heeft mogelijk grote gevolgen voor het Europese asielbeleid. ‘Dit is geweldig nieuws voor vluchtelingen die nu geen kant op kunnen. De uitspraak zou EU-lidstaten dwingen om beter na te denken over legale routes voor vluchtelingen. Met een humanitair visum worden vluchtelingen niet langer overgeleverd aan mensensmokkelaars', zegt Jasper Kuipers, adjunct-directeur bij VluchtelingenWerk Nederland.

Lees hier verder: https://www.vluchtelingenwerk.nl/actueel/persbericht/eu-landen-mogelijk-verplicht-om-humanitaire-visa-te-verstrekken






Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

12 augustus 2015

Via Belgisch visum Syrische asielzoekers veilig en legaal naar Europa (Belgie) halen

Woensdagavond 29 juli is het, als alles goed gaat, zover. Dan komen de Syrische families Al Allouch en Asfoor uit Turkije aan in Zaventem. De families vroegen in juni, met de hulp van een groep Brusselaars die zich willen ontfermen over de families, een humanitair visum aan. Dat visum is ondertussen toegekend door België.

Even terug in de tijd: Ankara, vrijdag 19 juni. Netjes uitgedost zitten de families Al Allouch en Asfoor, vier volwassenen en acht jonge kinderen, in de wachtruimte van de Belgische ambassade.
De Brusselse Anne-Laure Losseau, initiatiefneemster van het project, legt intussen een indrukwekkende documentenstapel voor en hangt tussendoor aan de telefoon.
 
Ze spreekt met de ambassade af dat de consulaire taks later deze week vanuit België kan worden overgeschreven. Het totaalbedrag van deze handling fee weegt door: een bijdrage van maar liefst 180 euro per gezinslid, goed voor 900 euro voor de familie Al Allouch en 1260 voor de familie Asfoor. Die kost komt bovenop de bijdrage voor de visumaanvraag: 215 euro per volwassene of 860 euro in totaal. De aanvraag van een humanitair visum is niet iedereen gegeven.
Twee uur na afspraak is het zover: het papierwerk is afgehandeld, de aanvragen officieel gesigneerd en ingediend. De papieren waarmee de Al Allouchs en de Asfoors België om een humanitair visum vragen, zullen op 26 juni per diplomatieke koffer naar Brussel vertrekken met als bestemmeling de Dienst Vreemdelingenzaken.

Om de visumaanvragen voor beide families accuraat in te dienen bij de Belgische ambassade, vloog Anne-Laure Losseau, een 36-jarige juriste en bedrijfscoach, in juni over en weer van Zaventem naar Ankara. Wat ze toen niet durfde dromen, namelijk dat België snel zou reageren, gebeurde. Nog geen twee weken nadat de aanvraag in Ankara was ingediend, kwam het officiële antwoord dat België beide families een humanitair visum verleent.
Onder de naam Een visum, een leven wil Anne-Laure zich, samen met een aantal andere Brusselse geëngageerde burgers, inzetten voor Syrische oorlogsvluchtelingen. Ze willen de Conventie van Genève uit 1951, herleid tot een prop papier, uitvouwen en gladstrijken.
Als burgers die solidair zijn met andere burgers in nood, willen ze de letter van de Vluchtelingenconventie opnieuw in ere herstellen.
Omdat vluchtelingen enkel via de illegale weg naar België kunnen komen om dan asiel aant e vragen, nam de burgergroep een andere legale, weinig belopen weg: de piste van een humanitair visum.

Lees hier het hele artikel:  http://www.mo.be/analyse/brusselaars-halen-syrische-vluchtelingen-zelf-belgie

Wat is een humanitair visum?


In bijzondere situaties en om humanitaire redenen, bijvoorbeeld de toegang tot medische zorgen, kan iemand een humanitair visum aanvragen om naar België te komen.

De aanvraag van een humanitair visum bevindt zich buiten het gebruikelijke veld om toegang tot België te krijgen. De toekenning van een humanitair visum is een nationale gunst, geen recht. Dat wil zeggen dat de toekenning ervan onder de rechtstreekse bevoegdheid valt van de betrokken minister, in dit geval staatssecretaris Theo Francken, die hier zijn discretionaire bevoegdheid kan gebruiken.

Terwijl in 2013 slechts 55 positieve en 51 negatieve beslissingen werden genomen over aanvragen van humanitaire visa, steeg het aantal aanvragen in 2014. Volgens Katrien Jansseune, woordvoerster van staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken, bedroeg het aantal aanvragen van humanitaire visa in 2014 393. Er werden 315 beslissingen genomen, waarvan 208 positieve. Voor de volledigheid: die beslissingen konden ook betrekking hebben op aanvragen die reeds in 2013 werden gedaan. En nog: het cijfer omvat alle aanvragen, ook niet-Syrische aanvragen.

In Nederland kan iemand ook een verblijfsvergunning krijgen "Conform beschikking" en dat is ook de persoonlijke beoordeling van de bewindspersoon maar wij kennen een strenge scheiding van asiel en regulier. Misschien toch eens iets om te proberen als iemand duidelijk asielzoeker is en er bijvoorbeeld ernstige medische problemen spelen. Wat denkt u?


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

02 januari 2014

Vreemdelingenbesluit: Nota van Toelichting wijziging 1/1/14 (deel 10)

Onderdeel Y (artikel 3.118b)
Bij de toelichting op artikel 3.99a is al aangegeven dat een vervolgaanvraag asiel en een humanitair-reguliere aanvraag worden voorafgegaan door een schriftelijke aanmelding. Voor de vervolgaanvraag asiel is de grondslag voor deze procedure neergelegd in artikel 3.118b, eerste lid. De wijze van de schriftelijke aanmelding wordt door de minister bepaald. Op het aanmeldformulier zal onder andere dienen te worden gemotiveerd op grond van welk novum de aanvraag wordt ingediend. Ook zullen relevante stukken van tevoren dienen te worden aangeleverd. Zo kan de IND het dossier grondig voorbereiden, eventuele onderzoeken opstarten en een conceptvoornemen of -beschikking opstellen. Een schriftelijke aanmelding zal als regel binnen twee weken worden gevolgd door een afspraak voor de vreemdeling om in persoon bij de IND te verschijnen.
Artikel 3.118b geeft een uitwerking aan de zogenaamde eendagstoets bij vervolgaanvragen asiel. Van een vervolgaanvraag asiel is niet alleen sprake als reeds eerder een asielaanvraag is afgewezen (eerste lid), maar ook als reeds eerder verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is ingetrokken of een aanvraag tot verlenging van een dergelijke vergunning is afgewezen (zevende lid).
Het nader gehoor vindt plaats op de eerste dag (tweede lid, onder a). Op deze dag wordt ook het afschrift van het verslag van dat gehoor ter kennis gebracht en wordt tevens het schriftelijk voornemen toegezonden of uitgereikt (tweede lid, onder b en c). Op de tweede dag kan de vreemdeling zijn zienswijze op dat voornemen naar voren brengen, waarbij hij tevens nadere gegevens kan verstrekken (tweede lid, onder d). De nieuwe procedure betekent ook dat de uiteindelijke beschikking van de minister eerder, namelijk op de derde dag, bekend kan worden gemaakt door uitreiking of toezending (tweede lid, onder e).
Het derde lid heeft betrekking op de mededeling, op de eerste, tweede of derde dag, dat de asielaanvraag wordt behandeld zonder verkorte termijnen voor de voornemenprocedure bij vervolgaanvragen.
Indien er meer onderzoek nodig is en de aanvraag derhalve verder in de algemene procedure wordt behandeld, is in het vierde lid neergelegd dat voor deze procedure, in afwijking van artikel 3.110, nog zes dagen beschikbaar zijn in plaats van acht dagen. Immers, het nader gehoor heeft al plaatsgevonden en de aanvraag stroomt in de algemene procedure in op de dag die normaal gesproken ingevolge artikel 3.113, vierde lid, als dag vier wordt bestempeld. Gelet op het voorgaande kan de termijn voor de algemene procedure ingevolge het vijfde lid verlengd worden tot ten hoogste twaalf dagen in plaats van tot ten hoogste veertien dagen. In het zesde lid zijn de regels neergelegd omtrent het indienen van de zienswijze en het bekendmaken van de beschikking, die gelden indien de termijn wordt verlengd.
Ter verkorting van de asielprocedure kent het Vb2000 overigens al enkele voorzieningen. Zo is de rust- en voorbereidingstermijn van zes dagen niet van toepassing op vervolgaanvragen (artikel 3.109, zesde lid, onder c). Verder bepaalt artikel 3.112, vierde lid, al dat bij vervolgaanvragen het eerste gehoor achterwege kan blijven. Het nader gehoor (artikel 3.113) fungeert dan tevens als eerste gehoor.
Het achtste lid maakt het mogelijk om bij ministeriële regeling te bepalen dat artikel 3.118b buiten toepassing blijft ten aanzien van bij die regeling aangewezen vreemdelingen. Voor zogenaamde grensgeweigerden (artikel 6 Vw2000) of inbewaringgestelden (artikel 59 Vw2000) ligt het niet voor de hand een schriftelijke aanmeldingsprocedure te hanteren. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om uitgeprocedeerde asielzoekers die worden uitgezet en dan op het laatste moment (op de vliegtuigtrap) een nieuwe asielaanvraag indienen. Zo’n herhaald asielverzoek waar al meerdere malen over geoordeeld is zonder dat er nieuwe feiten aan de orde zijn, wordt ter plekke zorgvuldig afgedaan. Het vertrek kan dus niet op de vliegtuigtrap worden gefrustreerd. Hetzelfde geldt voor vreemdelingen wier eerdere asielaanvraag niet inhoudelijk is behandeld maar is afgewezen op grond van artikel 30, eerste lid, Vw2000, zodat inhoudelijke behandeling nu wel aangewezen is. Hierbij kan worden gedacht aan Dublinclaimanten die niet overgedragen zijn en niet meer overgedragen worden op grond van een Dublinclaim. Tot slot kan nog worden gedacht aan de vreemdeling die aannemelijk heeft gemaakt dat hij na afwijzing van de eerdere aanvraag is teruggekeerd naar het land van herkomst.
Met betrekking tot vervolgaanvragen asiel wordt hier ten slotte nog opgemerkt dat uit een aantal principiële uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uit 2011 en 2012, volgt dat op grond van het EU-recht een vervolgaanvraag van een asielzoeker in alle gevallen tot rechtmatig verblijf leidt vanaf het moment waarop de wens een asielverzoek in te willen dienen kenbaar is gemaakt totdat op de aanvraag is beslist.
Onderdeel Z (artikelen 6.1c tot en met 6.1e)
Artikel 6.1c
Een verzoek om toepassing van artikel 64 Vw2000 zal worden voorafgegaan door een schriftelijke aanmeldprocedure. Deze verplichting is neergelegd in artikel 6.1c, eerste lid. Bij de schriftelijke aanmelding zullen alle relevante stukken moeten worden aangeleverd. Dit vereiste kan door de minister verder worden ingevuld. Voor medische gegevens en overige bescheiden geldt overigens op grond van het tweede lid dat de vreemdeling deze zelf dient over te leggen.
Al deze voorbereidingshandelingen leiden ertoe dat de IND het dossier grondig kan voorbereiden, waarna zo mogelijk in één dag wordt beoordeeld of de vreemdeling in aanmerking komt voor toepassing van artikel 64 Vw2000. Aan het eind van de dag krijgt de vreemdeling dan een beschikking (inwilliging of afwijzing) uitgereikt. Dit is geregeld het derde lid. Hierin is tevens bepaald dat, indien er naar het oordeel van de minister meer tijd nodig is om een beschikking te kunnen geven, de beslistermijn kan worden verlengd. De vreemdeling wordt hiervan in kennis gesteld. Indien inzake een verzoek op grond van artikel 64 Vw2000 niet in één dag kan worden beslist, heeft de vreemdeling, indien het een ex-asielzoeker betreft en hij zelf een verzoek daartoe indient, recht op opvang gedurende de behandeling van de aanvraag.
Het vierde lid maakt het mogelijk om bij ministeriële regeling te bepalen dat artikel 6.1c buiten toepassing blijft ten aanzien van bij die regeling aangewezen vreemdelingen.
Artikelen 6.1d en 6.1e
Uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw2000 is geen verblijfsdoel, maar een maatregel op grond waarvan de vreemdeling tijdelijk niet zal worden uitgezet vanwege zijn medische situatie. Daarom is deze toetsingsgrond niet opgenomen in de artikelen 3.6 en 3.6a, maar in de artikelen 6.1d en 6.1e. Een beroep hierop is kosteloos. Bij toekenning krijgt de vreemdeling rechtmatig verblijf en (in enkele gevallen) recht op opvang, maar geen verblijfsvergunning. Het heeft de voorkeur om bij een beroep op artikel 64 niet door te toetsen aan andere humanitair-reguliere beleidskaders. Het ligt niet voor de hand om in een uitstel-van-vertrekprocedure beleidskaders voor toelating te toetsen. Er ligt bovendien geen aanvraag voor een verblijfsvergunning.

Artikel II

Artikel 3.103 bevat een belangrijke afwijking van het algemene bestuursrecht, waarin het onmiddellijkheidsbeginsel als hoofdregel geldt. Artikel 3.103 bepaalt dat de aanvraag wordt getoetst aan het recht dat gold op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen, tenzij uit de Vw2000 anders voortvloeit of het recht dat geldt op het tijdstip waarop de beschikking wordt gegeven, voor de vreemdeling gunstiger is. Deze regel van eerbiedigende werking wordt sinds jaar en dag in het reguliere vreemdelingenrecht gehanteerd. Daarmee wordt voorkomen dat belastende wijzigingen ten nadele van de vreemdeling uitwerken. Artikel 3.103 is evenwel niet van toepassing op asielaanvragen, zodat een asielaanvraag volgens de regels van het algemene bestuursrecht moet worden beoordeeld aan de hand van het recht zoals dat geldt ten tijde van het nemen van de beslissing daarop (ABRS 5 december 2012, 200205830/1). Uitsluitend met betrekking tot het onderhavige besluit maakt artikel II, eerste lid, hierop een uitzondering. Dit leidt ertoe dat ook voor asielaanvragen geldt dat de aanvraag wordt getoetst aan het recht dat gold op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen, tenzij uit de Wet anders voortvloeit of het recht dat geldt op het tijdstip waarop de beschikking wordt gegeven, voor de vreemdeling gunstiger is.
Artikel II, tweede lid, biedt een grondslag om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen over de toepassing van het overgangsrecht zoals vastgelegd in artikel 3.103. Deze bepaling is ook van toepassing bij de inwerkingtreding van het onderhavige besluit. Omdat echter het onderhavige besluit deels bestaat uit wijzigingen die gunstiger zijn voor de vreemdeling (zoals het meetoetsen van de tijdelijke humanitaire gronden bij afwijzing van een verblijfsaanvraag) en deels bestaat uit wijzigingen die kunnen beschouwd als een aanvullende eis en daarmee ongunstiger zijn voor de vreemdeling (zoals de verplichting om bepaalde gevallen zelf het medische dossier over te leggen) biedt artikel II een grondslag om in het Voorschrift vreemdelingen 2000 te voorzien in een nadere uitwerking.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,F. Teeven
Hele document: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2013-580.html#!

import uit marokko





















In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Nota van Toelichting (deel 3) bij wijzigingen Vreemdelingenbesluit (oa ambtshalve meetoetsen en versnellen procedure)

4. Totstandkoming

In het kader van een consultatieronde naar aanleiding van een ontwerp van dit besluit zijn reacties binnengekomen van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ), de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA), VluchtelingenWerk Nederland (VWN), Amnesty International, de Raad voor de rechtspraak en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Algemeen

Mede naar aanleiding van de uitgebrachte adviezen is nog eens goed gekeken naar de opzet van het ontwerpbesluit. Dat heeft geleid tot een op onderdelen ingrijpende herschikking van de voorgestelde wijzigingen en nieuwe artikelen met als doel de overzichtelijkheid van het gewijzigde Vb2000 te verbeteren. Om verwarring te voorkomen, wordt in onderstaande reactie op de uitgebrachte adviezen verwezen naar de nummering van de artikelen zoals deze is komen te luiden na de herschikking.
In reactie op de vraag van de ACVZ hoe de voorgestelde maatregelen inzake vermindering van het aantal procedures en de verkorting daarvan gaan leiden tot meer zorgvuldigheid, alsmede in reactie op de zorg van VWN dat door de voorgestelde maatregelen de bescherming van vluchtelingen te ver zou worden ingeperkt, wordt dezerzijds opgemerkt dat zorgvuldigheid in het kader van het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures vooral betekent dat vanaf het begin alle beschermingsgerelateerde aspecten die aan terugkeer in de weg kunnen staan, worden meegewogen.
Naar aanleiding van de opmerking van de ACVZ dat de aanvankelijke beschrijving in de toelichting van de «waterscheiding» tussen regulier en asiel enigszins misleidend zou zijn, is duidelijker tot uitdrukking is gebracht dat er ook eerder al geen sprake was van een volledige waterscheiding. Ten aanzien van de aanbeveling om in de nota van toelichting nadrukkelijker de keus te motiveren waarom de waterscheiding bij de eerste asielaanvraag is losgelaten maar wordt gehandhaafd bij vervolgaanvragen, wordt opgemerkt dat het loslaten bij vervolgaanvragen leidt tot een te groot risico op misbruik. Het ACVZ-voorstel om wel te toetsen en dan alsnog om leges of een paspoort te vragen, is geen oplossing. Dit valt immers niet te sanctioneren op het moment dat sprake is van bijvoorbeeld een 8 EVRM-situatie. Als dat eenmaal is vastgesteld, kan een vergunning niet alsnog worden geweigerd omdat geen leges zijn betaald of het paspoort niet is overgelegd.
Voorts heeft de ACVZ een aantal (redactionele) opmerkingen gemaakt die specifiek op een artikel(onderdeel) betrekking hebben. Deze zijn waar mogelijk verwerkt in het besluit of de toelichting.

Ambtshalve toetsing algemeen

De ACVZ pleit ervoor om de formuleringen in de artikelen waar de ambtshalve toetsing aan de orde is (artikelen 3.6 en 3.6a, alsmede 6.1d en 6.1e Vb2000) niet facultatief, maar «verplichtend» te formuleren. Gelet echter op het feit dat bij eerste humanitair-reguliere aanvragen niet in álle gevallen wordt meegetoetst, en de formulering bovendien aansluit bij die van andere vergelijkbare bepalingen, is het onvermijdelijk een kan-formulering te gebruiken.
Daarnaast constateert de ACVZ dat bij het intrekken van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en bij de eerste aanvraag asiel ambtshalve wordt getoetst aan verschillende humanitair-reguliere gronden. In de toelichting is alsnog uitgebreider aandacht besteed aan die verschillende toetsingen.

Meetoetsen humanitair-reguliere gronden in eerste asielprocedure

De nota van toelichting is verduidelijkt naar aanleiding van de opmerking van de ACVZ dat, indien een vreemdeling zijn eerste asielaanvraag zes maanden of langer na de eerste inreis in Nederland indient, er niet ambtshalve wordt getoetst aan artikel 8 EVRM en tijdelijke humanitaire gronden, maar wel aan B8 en artikel 64 Vw2000.
Wat betreft de onduidelijkheid die er bij de NOvA bestaat ten aanzien van de vraag wanneer na een negatief besluit in de asielprocedure ambtshalve wordt getoetst aan de humanitair-reguliere beleidskaders, wordt opgemerkt dat dit in alle gevallen zal gebeuren, zowel bij het voornemen als bij de beschikking.
De mening van de NOvA dat er geen noodzaak is voor standaard ambtshalve toetsing, zeker nu dit onnodige werkdruk meebrengt voor de IND en rechtshulp, wordt niet gedeeld, nu de verwachting is dat het toetsen aan deze aspecten niet heel veel extra werkdruk meebrengt, omdat in de meeste gevallen in de korte periode na eerste inreis (maximaal zes maanden) nog geen sprake zal zijn van deze aspecten. Echter, het meetoetsen van deze aspecten is wel noodzakelijk voor de dossieropbouw, zodat bij een eventuele vervolgaanvraag op een van deze gronden snel kan worden vastgesteld of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden. Indien er sprake is van aspecten die meer tijd vergen dan beschikbaar is in de AA-procedure, is het mogelijk om de aanvraag in de VA-procedure te behandelen.
De zorg van de NOvA dat, indien standaard ambtshalve wordt meegetoetst, het risico groot is dat op een later moment in de procedure of na afwijzing van de asielaanvraag een humanitair-reguliere grond die dan succesvol kan worden bepleit, niet meer vol en integraal wordt beoordeeld, wordt evenmin gedeeld. Immers, de vreemdeling zal, zoals de NOvA ook wenst, al tijdens de rust- en voorbereidingstermijn en ook tijdens het gehoor erop worden gewezen dat hij ook humanitair-reguliere aspecten kan inbrengen.
De aanbeveling van de NOvA om de voorbereidingsdag (dag –1) te vervroegen naar een eerder moment in de rust- en voorbereidingstermijn, is al onderdeel van het pakket aan maatregelen van het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures. Bovendien moet de rechtbank op grond van artikel 83 Vw2000, zoals dat artikel luidt sinds 1 juli 2010, bij de beoordeling van het beroep rekening houden met nieuwe gegevens. De rechtbank dient ook rekening te houden met feiten en omstandigheden die de vreemdeling wellicht eerder had kunnen aanvoeren en met bewijsmiddelen die na het bestreden besluit zijn overgelegd. Bovendien is toegevoegd dat ook wijzigingen in het beleid in beroep kunnen worden meegenomen.
De NOvA stelt dat een ambtshalve beoordeling van humanitair-reguliere aspecten in de asielprocedure meebrengt dat bij een eventueel noodzakelijke humanitair-reguliere vervolgaanvraag de andere humanitair-reguliere beleidskaders niet meer ambtshalve zullen worden beoordeeld, hetgeen een verslechtering van de positie van de vreemdeling kan betekenen. Dezerzijds wordt opgemerkt dat het doel van het meetoetsen van alle humanitaire aspecten is om te voorkomen dat procedures worden gestapeld. Indien er op een van de gronden blijkbaar sprake is van een nieuw feit of een nieuwe omstandigheid, dan is het indienen van een vervolgaanvraag gerechtvaardigd. Echter, daarbij hoeft niet nogmaals naar alle andere aspecten gekeken te worden. Dat is overigens niet anders dan voorheen.
Aan de wens van VWN om zoveel mogelijk aspecten in de eerste procedure te betrekken zolang het is gericht op het verkrijgen van duidelijkheid over de beschermingsnoodzaak, wordt met het pakket van maatregelen van het Programma Stroomlijning Toelatingsprocedures en dit besluit tegemoet gekomen. Onderkend wordt dat toetsing aan de discretionaire bevoegdheid en artikel 8 EVRM in de eerste asielprocedure niet in veel gevallen zal leiden tot inwilliging, nu er – zoals hiervoor reeds is aangegeven – in veel gevallen in de korte periode na eerste inreis nog geen sprake kan zijn van deze aspecten, maar het meetoetsen van deze aspecten is niettemin noodzakelijk voor de dossieropbouw.
Naar het oordeel van Amnesty International is het doel van de ambtshalve toets «buiten schuld» onduidelijk, omdat de meeste eerste asielaanvragen direct bij aankomst in Nederland worden gedaan. Voor «buiten schuld» moet een vreemdeling een aantal handelingen verrichten (bijv. zich wenden tot de vertegenwoordiging van het land van herkomst), maar van hem mag hangende de asielaanvraag niet gevraagd worden een groot deel van deze handelingen te verrichten. Toetsing van «buiten schuld» direct bij afwijzing van de asielaanvraag lijkt derhalve vanuit oogpunt van mogelijke verlening van een verblijfsvergunning geen meerwaarde te hebben, tenzij op dat moment sprake is van een toetsingskader waarbij enkele criteria die normaal gesproken voor een buitenschuldvergunning gelden, komen te vervallen. Daarin is niet voorzien. Daarom vraagt Amnesty International in hoeverre nog kan worden voorzien in een aangepast toetsingskader «buiten schuld» dat een toegevoegde waarde heeft als ambtshalve toets bij de eerste asielaanvraag.
Opgemerkt wordt dat «buiten schuld» ook eerder al ambtshalve werd meegetoetst. Gebleken is echter dat ambtshalve verlening van een buitenschuldvergunning in de praktijk zeer zelden voorkomt. Bovendien deelt de regering de visie van Amnesty International dat hier een inhoudelijke tegenstrijdigheid zit. In de brief van 13 september 2013 (Kamerstukken 2012/13, 19 637, nr. 1721) is daarom aangekondigd dat de ambtshalve toetsing aan het buitenschuldbeleid in asielprocedures wordt afgeschaft. Om die reden is deze toetsing niet langer onderdeel van het onderhavige besluit.

Meetoetsen humanitair-reguliere gronden bij eerste humanitaire aanvraag

De ACVZ heeft bezwaar tegen het feit dat het rechtmatig verblijf eerst aanvangt indien de aanvraag niet in de eendagstoets kan worden behandeld. Deze kritiek wordt bij nadere beschouwing (deels) juist geacht. Naast het feit dat een gedoogconstructie waarbij er geen rechtmatig verblijf is doch de vreemdeling feitelijk niet wordt uitgezet, indruist tegen de systematiek van de Vw2000, staat deze constructie eveneens op gespannen voet met de Terugkeerrichtlijn. Er ontstaat immers een groep vreemdelingen die volgens de Vw2000 uitzetbaar is en dus geen rechtmatig verblijf heeft, maar wier uitzetting volgens de rechter niettemin onrechtmatig zou zijn.
Dit heeft erin geresulteerd dat de voorgestelde wijziging van artikel 3.1 Vb2000 is geschrapt, en dat voor (humanitair) reguliere aanvragen enkel de periode na de schriftelijke aanmelding tot het indienen van de aanvraag niet tot rechtmatig verblijf leidt, conform de bestaande wettelijke systematiek. Deze periode duurt in principe twee weken. Gedurende deze periode zullen er geen onomkeerbare stappen zoals uitzetting worden genomen, tenzij er heel bijzondere omstandigheden zijn. De humanitair-reguliere aanvraag zal in dat geval via een zogenaamde vliegtuigtrapprocedure (last minute aanvraagprocedure) worden afgehandeld, nu er bij deze aanvragen altijd een inhoudelijke toets moet plaatsvinden voordat tot uitzetting wordt overgegaan. Het is dus niet de bedoeling de vreemdeling uit te zetten voordat zijn aanvraag is beoordeeld, maar wel moet worden voorkomen dat door enkel het schriftelijk aanmelden het vertrekproces wordt stilgelegd.
Gedurende de eendagstoets (en natuurlijk indien de beoordeling niet in één dag kan plaatsvinden en de aanvraag moet worden ingenomen) is er wel rechtmatig verblijf.
De NOvA heeft zich positief uitgelaten over het voornemen om alle humanitair-reguliere aspecten mee te toetsen bij de eerste humanitair-reguliere aanvraag.
VWN heeft bezwaar tegen het feitelijk overbrengen van de grond van artikel 29, eerste lid, onder c, Vw2000 naar het nieuwe artikel 3.48 Vb2000, waarmee een asielgrond een reguliere grond zou worden en er leges in rekening zouden kunnen worden gebracht.
Voor de hier bedoelde situatie wordt onderkend dat er sprake is van een verzwaring voor een in omvang zeer beperkte groep vreemdelingen. Het gaat om toelating op grond van bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard. Bovendien heeft deze grond geen raakvlakken met de internationale beschermingsgronden en past hij om die reden niet binnen het nieuwe artikel 29 Vw2000.
Bij VWN bestaat zorg dat de strikte jurisprudentie bij het «novumvereiste asiel» ertoe zal leiden dat veel reguliere vervolgaanvragen eveneens zullen worden afgewezen vanwege het ontbreken van een novum.
De vreemdeling is gehouden alle relevante feiten en omstandigheden reeds bij zijn asielaanvraag naar voren te brengen. Van belang hierbij is dat de vreemdeling er al tijdens de rust- en voorbereidingstermijn of bij het gehoor op wordt gewezen dat hij humanitair-reguliere aspecten kan inbrengen in de eerste asielprocedure. Zoals ook reeds onder «meetoetsen humanitair-reguliere gronden in eerste asielprocedure» is opgemerkt ten aanzien van een bezwaar van de NOvA, is de rechtbank op grond van artikel 83 Vw2000 gehouden nieuwe gegevens bij de beoordeling te betrekken, waarbij tevens rekening wordt gehouden met feiten en omstandigheden die de vreemdeling wellicht eerder had kunnen aanvoeren, alsmede met bewijsmiddelen die na het bestreden besluit zijn overgelegd. Ook wijzigingen in het beleid kunnen in beroep worden meegenomen.
Voor de situatie waarin de vreemdeling na een asielaanvraag waarbij humanitair-reguliere aspecten zijn meegetoetst, een reguliere vervolgaanvraag indient, merk ik op dat het doel van het meetoetsen van alle humanitaire aspecten is om te voorkomen dat procedures worden gestapeld. Indien er op een van de gronden blijkbaar sprake is van een nieuw feit of een nieuwe omstandigheid, dan is het indienen van een vervolgaanvraag gerechtvaardigd. Daarbij hoeft echter niet nogmaals naar alle andere aspecten gekeken te worden. Dat is overigens niet anders dan voorheen. De zorg van VWN dat zaken (te) vaak onder toepassing van 4:6 Awb zullen worden afgedaan, deel ik dan ook niet.
Het artikel aangaande het meetoetsen bij de eerste humanitair-reguliere aanvraag (artikel 3.6 Vb2000) en de nota van toelichting zijn verduidelijkt op het punt van het meetoetsen en van slachtofferschap mensenhandel.

Versnelde afdoening tweede en volgende aanvragen

De suggestie van de ACVZ om een andere term te gebruiken voor «eendagstoets», omdat de procedure langer duurt, is niet overgenomen, omdat op dag één duidelijkheid wordt gegeven over de (voorgenomen) beslissing.
Ook het voorstel om de termijnen bij de eendagstoets te verlengen tot vijf dagen, is niet overgenomen. De in het besluit opgenomen termijnen zijn verantwoord nu het gaat om tweede en volgende aanvragen, waar dus reeds een eerste aanvraag en beslissing aan ten grondslag liggen. Zowel (de gemachtigde van) de vreemdeling als de IND kan dus voortbouwen op een reeds bestaand dossier, hetgeen aanzienlijke tijdwinst oplevert. Overigens wordt er dezerzijds ook aan gehecht om een duidelijk signaal af te geven dat het niet loont om opvolgende aanvragen in te dienen wanneer daaraan geen nieuwe feiten ten grondslag liggen. Door op dag één al een beslissing te nemen of het voornemen over te brengen, wordt dat signaal aanmerkelijk sterker. Indien voor de beoordeling van de aanvraag nader onderzoek nodig is, wordt de vreemdeling daarvan in kennis gesteld en wordt de termijn voor het geven van een beschikking verlengd.
De aanbeveling van de ACVZ om een artikel in de Vw2000 op te nemen waarin wordt bepaald dat een eerste aanvraag om verlening van een humanitaire verblijfsvergunning niet wordt aangemerkt als een herhaalde aanvraag als bedoeld in artikel 4:6 Awb, is evenmin overgenomen. De achterliggende gedachte van het meetoetsen is nu juist het voorkomen dat er onnodige procedures worden gestapeld. Als er aanleiding is om toch een vervolgaanvraag in te dienen, dan kan op deze wijze snel (in één dag) worden getoetst of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden. De aanvraag wordt dus niet zonder meer aangemerkt als een herhaalde aanvraag als bedoeld in artikel 4:6 Awb.
Aan het bezwaar van de NOvA, VWN en Amnesty International tegen het feit dat de aanvullingen en correcties eerst na het uitbrengen van het voornemen kunnen worden ingediend, is deels tegemoetgekomen. Om teveel differentiatie in procedures te voorkomen is aangesloten bij de reeds bestaande praktijk dat als een aanvraag niet in de eendagstoets kan worden behandeld, in de AA-procedure de aanvullingen en correcties worden aangeleverd voordat het voornemen wordt uitgebracht. In de eendagstoets wordt echter vastgehouden aan de volgorde dat de vreemdeling nadere gegevens kan verstrekken na uitreiking van het voornemen. Zoals hiervoor reeds is opgemerkt is deze volgorde verantwoord nu het gaat om tweede en volgende aanvragen.
De NOvA heeft verder als bezwaar dat het beginsel van gelijkheid van partijen in het geding is, zoals onder meer beschermd door artikel 47 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, nu de advocaat slechts één dag heeft voor het indienen van een zienswijze en aanvullingen en correcties, terwijl de minister voorafgaand aan het gehoor uitgebreid onderzoek heeft kunnen doen naar aanleiding van de schriftelijke aanmelding. Dit bezwaar wordt dezerzijds niet gedeeld nu, nog los van het feit dat het hier gaat om tweede en volgende aanvragen waarin reeds een dossier is opgebouwd, de vreemdeling voorafgaand aan zijn tweede of volgende aanvraag en in de fase van schriftelijke aanmelding de mogelijkheid heeft om contact te leggen en overleg te voeren met zijn gemachtigde. Overigens zal op het schriftelijk aanmeldingsformulier worden aangegeven dat, als de asielzoeker geen advocaat heeft, hij telefonisch contact kan opnemen met de raad voor rechtsbijstand, die dan ondersteuning en advisering van de vreemdeling zal regelen. De schriftelijke aanmelding is juist bedoeld om een nog zorgvuldigere procedure te creëren waarbij alle partijen beter zijn voorbereid.
De NOvA acht de nieuwe versnelde procedure voor tweede en volgende aanvragen om meerdere redenen niet zorgvuldig. Zo is de NOvA van oordeel dat het onterecht is dat de werkzaamheden van de gemachtigde in de voorfase niet worden vergoed terwijl de juridische vragen (wat is een novum?) complex kunnen zijn. Zij spreekt voorts de zorg uit dat het indienen van een tweede of volgende aanvraag door dermate grote negatieve prikkels zodanig wordt ontmoedigd, dat asielzoekers hierdoor mogelijk een arguable claim op schending van artikel 3 EVRM bij uitzetting niet beoordeeld krijgen.
De regering wijst erop dat de voorgenomen wijzigingen in het vergoedingensysteem voor tweede en volgende aanvragen geen deel uitmaken van het het voorliggende besluit, maar zullen worden opgenomen in een wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. In de nota van toelichting bij dat besluit zal op onder meer de hiervoor genoemde kritiek van de NOvA worden ingegaan.
In de nota van toelichting is verduidelijkt dat de overdracht aan de DT&V niet langer enkel plaatsvindt in asielzaken, maar ook bij humanitair-reguliere aanvragen, zodat ook in deze zaken het terugkeerproces kan worden gestart. Overdracht aan de DT&V houdt niet zonder meer in dat de vreemdeling in bewaring wordt gesteld. Afhankelijk van de omstandigheden in het specifieke geval, behoort dat echter, zoals voorheen ook het geval was, wel tot de mogelijkheden.
Naast het bezwaar van het indienen van aanvullingen en correcties na het voornemen, is VWN van mening dat er sprake moet zijn van een herstelverzuimmogelijkheid bij de schriftelijke aanmelding. Die mening wordt dezerzijds niet gedeeld. De schriftelijke aanmelding is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de vervolgaanvraag vlot, maar ook zorgvuldig kan worden afgehandeld. Op het aanmeldformulier kan de aanvrager motiveren op grond van welk novum hij de aanvraag indient, en hij kan alvast de relevante stukken meesturen. Zo kan de IND zich optimaal voorbereiden, waarbij er ook contact kan worden opgenomen met de gemachtigde om eventueel ontbrekende informatie tijdig te achterhalen. Dit leidt tot een procedure waarin iedereen beter is voorbereid. Als de vreemdeling op de dag van de afspraak nog met stukken komt, worden deze natuurlijk meegenomen. Overigens wordt in veel Europese landen ook bij eerste asielaanvragen gewerkt met een dergelijke schriftelijke aanmelding.
Onderkend wordt dat er natuurlijk redenen kunnen zijn een tweede of volgende aanvraag in te dienen, zoals de gewijzigde situatie in het land van herkomst. Voor vreemdelingen die daadwerkelijk nieuwe feiten en omstandigheden inbrengen, wordt ook niet de toegang tot de rechter belemmerd. De advocaat zal immers, indien er goede redenen zijn, de slagingskans van de zaak als groot beoordelen en de gang naar de rechter maken. Deze maatregel is niet bedoeld om mensen die bescherming nodig hebben deze te onthouden, maar om te voorkomen dat er steeds opnieuw zinloze procedures worden gestart.

Versnellen procedures waarbij asielaanvraag op grond van artikel 30 Vw2000 kan worden afgewezen (onder meer Dublin)

De NOvA is van oordeel dat in het kader van Dublin het eerste en het nader gehoor kunnen worden geïntegreerd als de gemachtigde in de rust- en voorbereidingstijd voor de voorbereidingsdag de beschikking krijgt over de relevante dossierstukken. Hierover wordt opgemerkt dat dit in de praktijk goed kan verlopen omdat de gemachtigde voor de start van de AA-procedure al weet dat er een claim zal worden gelegd.

Versnelde afdoening humanitair-reguliere aanvragen

De grootste bezwaren van de NOvA tegen de versnelde afdoening van humanitair-reguliere aanvragen richten zich tegen het voornemen om in alle gevallen bij afwijzing van de humanitair-reguliere aanvraag, voor een overdracht ter plekke bij het loket aan de DT&V zorg te dragen om het terugkeerproces te kunnen starten. De NOvA wijst hierbij vooral op de voorgenomen werkwijze zoals omschreven in de EAUT. Geconstateerd wordt dat deze bezwaren zich niet zozeer richten tegen de nieuwe maatregelen, maar in feite tegen de praktijk zoals die gold voor de inwerkingtreding van dit besluit. Ook voorheen kon er sprake zijn van inbewaringstelling, waarbij van belang is op te merken dat de gronden voor inbewaringstelling niet zijn gewijzigd. Hierbij is overigens ook niet gebleken van problemen met betrekking tot de verlening van rechtshulp.
Wat betreft het bezwaar tegen het voorstel om binnen één dag te beslissen omdat dit onredelijk zou zijn, wordt opgemerkt dat er in het kader van het M50-loket sprake is van lik-op-stukbeleid dat zich op dit punt laat vergelijken met de nieuwe procedure. Het maakt in deze ook geen verschil of de vreemdeling zijn aanvraag via een schriftelijke aanmelding moet toelichten (op grond van dit besluit) of mondeling aan het loket (voorheen).



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

28 maart 2012

Asiel vragen bij ambassade alleen mogelijk bij Zwitsers. Moeten wij volgen?


Bij het Nederlandse systeem (en van alle andere Europese) landen vaart de misdaad, de smokkelaars, wel. Immers, alleen met een mensensmokkelaar kan iemand in Nederland geraken. Dit is een kwalijke zaak.

Een ander voordeel van asiel kunnen vragen buiten Europa is dat mensen die totaal niet in aanmerking kunnen komen niet al in Nederland zijn en met moeite moeten worden teruggestuurd. Nu spiegelen smokkelaars ook vaak kanslozen gouden bergen voor. 

Een praktisch probleem lijkt me hoe zo'n aanvraag af te wikkelen zonder de aanvrager ook in gevaar te brengen. Op zich zou er natuurlijk iemand op de ambassade kunnen horen (is tenslotte hier soms ook een uitzendbaan) maar dat levert ook weer veel risico op voor diegene die dan naar de ambassade gaat. 

Wat vindt u? Discussieer mee in de groep Vreemdelingenrecht op Linkedin of op twitter @wytzia. 



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...