1. Eiser is langdurig ingezetene van Italië. Hij beoogt in Nederland verblijf als zelfstandig ondernemer en heeft daarom een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning onder de beperking ‘arbeid als zelfstandige’. Op 8 augustus 2019 is eiser als vennoot toegetreden tot de vennootschap onder firma (vof) ‘ [vof] ’.
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor de gevraagde verblijfsvergunning.1 De aanvrager moet met bewijsmiddelen aantonen dat hij uit de werkzaamheden als zelfstandige duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft. Eiser heeft bij zijn aanvraag niet alle benodigde stukken overgelegd. Eiser heeft in bezwaar aanvullende bewijsstukken overgelegd, maar verweerder is van mening dat hiermee nog steeds niet is aangetoond dat eiser duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft. Verweerder acht daarbij onder meer van belang dat eiser geen vennootschapscontract heeft overgelegd en niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een zakelijke grondslag is voor de samenwerking binnen de vennootschap. Verder is het ondernemingsplan te summier en mist het een onderbouwing met concrete en objectief verifieerbare stukken. Ook is de financiële paragraaf van eiser niet aantoonbaar geverifieerd door een onafhankelijke deskundige derde, aldus verweerder.
3. Eiser voert aan dat hij wel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij duurzaam en zelfstandig beschikt over voldoende middelen van bestaan. Eiser stelt dat verweerder niet alle gevraagde stukken, zoals het vennootschapscontract, nodig heeft om te kunnen beoordelen of eiser beschikt over voldoende middelen van bestaan. Verweerder moet kijken naar het doel van Richtlijn 2003/109/EG en moet in dat licht beoordelen of het aannemelijk is dat eiser een beroep zal doen op middelen uit de openbare kas. Dat is in het geval van eiser niet aannemelijk. In beroep heeft eiser nadere stukken overgelegd om aan te tonen dat hij duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft, namelijk een verklaring van zijn boekhouder, aangiftes van de omzetbelasting inzake 2017, 2018 en 2019, een kopie van de jaarrekening van 2019 van de vof, een overzicht van de kwartaalaangiftes van de omzetbelasting inzake 2020 en een overzicht van gegenereerde bruto-omzet en nettowinst inzake 2020.
4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat eiser niet heeft aangetoond dat hij duurzaam en zelfstandig beschikt over voldoende middelen van bestaan. Verweerder heeft in het primaire besluit en in het bestreden besluit gemotiveerd welke stukken ontbreken en waarom de door eiser overgelegde stukken niet voldoende zijn. Met een vennootschapscontract, een uitgebreid ondernemingsplan met een degelijke marktanalyse en andere financiële gegevens kan inzicht worden gegeven in de financiële situatie van de onderneming, onder welke voorwaarden eiser tot de onderneming is toegetreden en op welk deel van de winst hij recht heeft. Eiser heeft deze stukken niet (of niet in voldoende mate) overgelegd en de rechtbank volgt eiser niet in zijn stelling ter zitting dat de stukken die in bezwaar zijn overgelegd al wel afdoende inzicht gaven en dat verweerder ten onrechte om meer stukken heeft gevraagd. Verweerder heeft uitgebreid gemotiveerd wat er aan de overgelegde stukken schortte en de rechtbank kan zich in deze motivering vinden. De rechtbank volgt verweerder in zijn conclusie dat de genoemde ontbrekende stukken nodig zijn om te beoordelen of de middelen die eiser uit de onderneming verkrijgt en in de toekomst kan verkrijgen duurzaam en voldoende zullen zijn. Nu eiser deze niet heeft overgelegd heeft hij niet aangetoond dat hij duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft. Dat verweerder hiermee voorbij zou zijn gegaan aan het doel van Richtlijn 2003/109/EG volgt de rechtbank niet.
5. Ten aanzien van de in beroep overgelegde stukken stelt de rechtbank voorop dat de rechtbank toetst of verweerder het bestreden besluit op goede gronden heeft genomen. Uit de in beroep overgelegde stukken blijkt volgens eiser dat hij duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft. De rechtbank overweegt dat eiser de benodigde stukken in de aanvraagfase of uiterlijk in de bezwaarfase had moeten overleggen.2 Dat volgt ook uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.3 De rechtbank ziet niet in waarom eiser deze stukken niet eerder heeft kunnen indienen. Verweerder heeft er in het verweerschrift in dat verband ook terecht op gewezen dat de stukken grotendeels dateren van voor het bestreden besluit. De in beroep overgelegde stukken kan de rechtbank gelet op de ex‑tunc toetsing daarom niet meenemen bij de beoordeling van het beroep. Daarbij wordt nog opgemerkt dat verweerder in het verweerschrift en ter zitting heeft toegelicht dat (en waarom) ook met deze stukken nog steeds niet is aangetoond dat eiser duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft, maar dat het eiser vrij staat om opnieuw een aanvraag in te dienen, waarbij dan wel alle benodigde stukken worden overgelegd.
6. Eiser voert tot slot aan dat verweerder hem had moeten horen in de bezwaarfase. De rechtbank overweegt dat het uitgangspunt in de bezwaarfase is dat er voor verweerder een hoorplicht bestaat. Op grond van artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht mag verweerder echter afzien van het horen in bezwaar als er op voorhand redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat de bezwaren niet kunnen leiden tot een andersluidend standpunt. Gelet op de motivering van het primaire besluit en wat eiser hiertegen in het bezwaarschrift heeft aangevoerd, is naar het oordeel van de rechtbank aan deze maatstaf voldaan. Eiser heeft in de bezwaarfase namelijk niet de stukken overgelegd waarmee hij heeft aangetoond dat hij duurzaam en zelfstandig over voldoende middelen van bestaan verwerft.
7. Ook wat verder is aangevoerd, leidt niet tot het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Het beroep is ongegrond.
8. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak is er geen grond meer voor het treffen van de verzochte voorlopige voorziening, zodat het verzoek wordt afgewezen.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. E. Diele, griffier. De beslissing is uitgesproken op 6 januari 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
ECLI:NL:RBDHA:2021:59
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 06-01-2021
- Datum publicatie 11-01-2021
- Zaaknummer 20.1600 en 20.1601
- http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:59
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/
Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor:
The Stolen Village: Baltimore and the Barbary Pirates
http://www.dutchysbookreviewsandfreebooks.com/2020/12/the-stolen-village-baltimore-and.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten