18 december 2024

Vacature m/v jurist migratierecht bij Amice Advocaten Utrecht

 

14 december 2024

Weer een studiedag vreemdelingenrecht?

Afgelopen zomer vertelde ik jullie dat ik bij de Stichting Migratierecht Nederland webinars zou gaan modereren (win-win: zij een ervaren migratiespecialist voor studententarief, ik gratis bijgepraat in het #vreemdelingenrecht door advocaten en docenten). Maar dat gaat niet door. Ze vallen onder een CAO waar dusdanig de lonen zijn gestegen dat ze zich niet kunnen permiterrn mij zelfs voor dat schijntje nog in te huren als ZZPer..
Ik zie nog geen nieuwe cursussen voor 2025 op hun site maar zal tzt wel wat reclame maken.

In de tussentijd ga ik maar weer eens nadenken over eigen #studiedagen. Hier in het Noorden op de straathoek een mooie zaal en in Leiden ook. Waar zou u meer over willen weten?

Nog even een vraag aan u: Ik gebruikte vroeger een programma die blogposts als nieuwsbrief naar abonnees stuurde. Kent u een vervanger?

10 december 2024

Raad voor de rechtspraak: zorgen over wetgeving asielmaatregelen

Ongekend korte adviseringstijd bij wetsvoorstellen die (grond)rechten van mensen raken.
Het gaat om een wetsvoorstel dat onder meer de introductie van een tweestatusstelsel beoogt en een wetsvoorstel over maatregelen om de asielketen te ontlasten en de instroom van asielzoekers te verminderen.


https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Nieuws/Paginas/Raad-voor-de-rechtspraak-zorgen-over-wetgeving-asielmaatregelen.aspx

05 december 2024

OOK linkse partijen willen het aantal immigranten omlaag

De tijd dat immigratiebeperking vooral een rechts verkiezingsthema was, lijkt voorbij nu ook de linkse oppositie een rem wil zetten op het aantal mensen dat naar Nederland komt. Maar concrete maatregelen en een quotum zijn nog uit zicht, blijkt woensdag.


MEER: 

30 november 2024

VACATURE Jurist/Juridisch Medewerker

Huisje Boompje Nanny (HBN) is een toonaangevend full-service Au Pair bureau dat bemiddelt tussen au pairs uit zowel binnen als buiten Europa en gastgezinnen in Nederland. Met 13 jaar ervaring heeft HBN een sterk en divers team opgebouwd in Nederland, dat nauw samenwerkt met vaste agenten in onder andere Zuid-Amerika en Zuid-Afrika.

Bij HBN draait alles om het verbinden van culturen en het bieden van zorg en persoonlijke aandacht. We streven naar uitmuntendheid door gezamenlijke inspanningen en werken met oog voor detail en continue verbetering. Met onze Work Heart Play Heart mentaliteit zorgen we er als team evoor dat elke ervaring voor zowel au pairs als gastgezinnen onvergetelijk wordt.

De functie:

Als Jurist/Juridisch Medewerker ben jij de spil in de juridische ondersteuning van ons bureau. Je adviseert ons over juridische vraagstukken, behandelt complexe casussen en zorgt ervoor dat wij altijd voldoen aan de laatste ontwikkelingen in de wet- en regelgeving, met name op het gebied van het vreemdelingenrecht.

Je bent verantwoordelijk voor het opstellen en controleren van juridische documenten, correspondentie met overheidsinstanties zoals de IND, en het bijhouden van juridische wijzigingen binnen de au pair-regelgeving. Je speelt een cruciale rol in het waarborgen van de rechten en plichten van zowel au pairs als gastgezinnen.

Taken en verantwoordelijkheden:

  • Beheren en coördineren van complexe klantdossiers, waarbij je juridische ondersteuning biedt bij diverse vraagstukken;
  • Adviseren over en oplossen van juridische vraagstukken, met een focus op vreemdelingenrecht en IND-voorschriften;
  • Verzorgen van juridisch gerelateerde communicatie met klanten en partners, zowel mondeling als schriftelijk;
  • Ontwikkelen en onderhouden van interne processen en procedures om ervoor te zorgen dat we voldoen aan de wet- en regelgeving;
  • Verantwoordelijk voor alle communicatie en meldingen richting de IND, en het waarborgen dat deze tijdig en correct worden afgehandeld;
  • Fungeren als het aanspreekpunt binnen het team voor alle wettelijke procedures en juridische vraagstukken;
  • Ondersteunen van het team bij het oplossen van problemen met een juridische grondslag;
  • Zorgen dat het team een nauwkeurige en tijdige opvolging geeft aan dossiers, waarbij je vanuit een juridisch oogpunt toezicht houdt op de kwaliteit en com

Wie ben jij?

Jij hebt sterke analytische vaardigheden en hebt uitstekende verbale en schriftelijke communicatievaardigheden. Verder kan je goed zelfstandig te werk gaan met als doel als team te groeien! Vanzelfsprekend werk je altijd nauwkeurig.

  • Je hebt een afgeronde HBO/WO-opleiding in rechten. Specialisatie in vreemdelingenrecht is een pré.
  • Je bent bereid je te verdiepen in de culturele uitwisselings- en au pair-wetgeving (vreemdelingenwet).
  • Je hebt affiniteit met het werken in een dynamische, internationale omgeving.
  • Je bent accuraat, analytisch en oplossingsgericht werkt.
  • Je hebt sterke communicatieve vaardigheden, zowel schriftelijk als mondeling.
  • Je hebt een “Hands on” mentaliteit en je kan schakelen in juridische processen.
  • Je hebt affiniteit met of interesse voor de au pair-sector en je vindt het belangrijk om te werken in een bedrijf met een sociale missie.

Wat bieden we jou?

  • Een enerverende baan binnen een internationaal georiënteerd bedrijf voor;
  • Een uitdagende en veelzijdige functie binnen een dynamisch en internationaal bedrijf.
  • De mogelijkheid om je verder te specialiseren in het vreemdelingenrecht en aanverwante wetgeving.
  • Een marktconform salaris en goede secundaire arbeidsvoorwaarden.
  • Een goed salaris gebaseerd op jouw ervaring en opleiding;
  • Een informele werksfeer en onderdeel van een hecht team met veel ruimte voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid.
  • een uitdagende functie waarbij je de mogelijkheid hebt om jezelf te blijven ontwikkelen;
  • Thuiswerk mogelijkheden

Solliciteren?

Spreekt deze vacature je aan en herken jij jezelf in dit profiel, neem dan contact op met ons!

Stuur je CV en motiviatie naar : of solliciteer via onze website hbnaupair.com.

We kijken uit naar een enthousiaste jurist als toevoeging aan ons team!

Soort dienstverband: Fulltime, Parttime

Salaris: €3.000,00 - €3.700,00 per maand

Verwacht aantal uur: Niet minder dan 24 per week

Arbeidsvoorwaarden:

  • Bedrijfsfitness
  • Kosteloos parkeren
  • Lunchkorting
  • Mogelijkheid tot promotie
  • Pensioen
  • Reiskostenvergoeding
  • Werk vanuit huis

Werkschema:

  • Flexibele werkuren
  • ma-vr

De NOvA zoekt een Advocaat voor de adviescommissie vreemdelingenrecht

Het is een beetje 'Liefdewerk oudpapier" want je krijgt alleen reiskosten :(

De NOvA zoekt een

Advocaat voor de adviescommissie vreemdelingenrecht





Minister Faber blijft haar kaarten dicht tegen de borst houden

Minister Faber blijft weigeren een conceptadvies van de landsadvocaat over de toepassing van noodrecht voor een ‘asielcrisis’, vrij te geven. Maar waarom?

21 november 2024

Een buitenlandse werknemer met een verblijfsvergunning in een ander EU land

Grensoverschrijdende dienstverlening

Als aan de volgende 3 voorwaarden is voldaan, hoeft de werkgever geen werkvergunning aan te vragen voor werknemers uit het buitenland die tijdelijk in Nederland werken:

  • De werkgever is als dienstverlener gevestigd in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland.
  • De werkgever heeft werknemers in dienst van buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Met deze werknemers komt de werkgever naar Nederland.
  • Deze werknemers hebben een werkvergunning- en verblijfsvergunning in een land binnen de Europese Unie, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland.

De werkgever moet de werknemers melden op postedworkers.nl een website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.



Bron: .

20 november 2024

Spanje geeft bijna miljoen illegale migranten verblijfsvergunning

Spanje zal de komende drie jaar bijna een miljoen illegale migranten een verblijfsvergunning geven. Dat heeft de Spaanse minister Saiz van Immigratie bekendgemaakt. Het gaat om 300.000 mensen per jaar in 2025, 2026 en 2027.

De maatregel is bedoeld om de beroepsbevolking te laten groeien. De Spaanse economie is de snelst groeiende in de Europese Unie. Maar de bevolking vergrijst, waardoor er in veel sectoren grote personeelstekorten zijn.



17 november 2024

Vacature: Teammanager vluchtelingenopvang Rotterdam

Wat ga je doen?

Als teammanager geef je leiding aan teams werkzaam op verschillende opvanglocaties voor Oekraïense vluchtelingen in Rotterdam. Ook onderhoud je de contacten met de gemeente en andere betrokken organisaties op uiteenlopende vlakken. Je speelt in op de behoefte die er in de opvang onder de bewoners en je collega’s leeft en zorgt ervoor dat de werkzaamheden voor de collega’s binnen jouw team duidelijk zijn en de samenwerking soepel verloopt. Het is belangrijk dat je dicht bij de werkvloer kan staan als dat nodig is. Bereikbaarheid voor je collega's is een belangrijk element.
Je bent een betrouwbare samenwerkingspartner voor de gemeente en ander partijen. Gezien het ad hoc en tijdelijke karakter van de verschillende opvanglocaties blijft het van belang dat je flexibel, pragmatisch en ondernemend bent ingesteld. Zowel de opvang als het team zelf betreft een interculturele omgeving waarbij het nodig is dat je je verstaanbaar kunt maken in het Engels en je oog hebt voor interculturele vraagstukken

Vluchtelingenopvang Oekraïne Rotterdam
Je komt te werken binnen het team voor de vluchtelingenopvang in Rotterdam. Je geeft leiding aan een team van ongeveer 13 fte (19 medewerkers). Het team werkt verspreid over 7 verschillende locaties in Rotterdam.

Zouden wij ook moeten doen: verblijfsvergunningen voor vaklui in krapte beroepen

Duitsland heeft diverse regels versoepeld om buitenlandse vakmensen sneller aan het werk te krijgen. Sinds maart kunnen gekwalificeerde vakmensen met werkervaring naar Duitsland komen zonder dat hun diploma’s vooraf erkend hoeven te worden. Een baanaanbod met een bruto jaarsalaris van minimaal 40.770 euro is nu voldoende. Daarnaast kunnen universitaire afgestudeerden en buitenlandse professionals met werkervaring eenvoudiger een verblijfsvergunning verkrijgen.

LEES VERDER: https://www.hln.be/buitenland/nieuwe-immigratieregels-lokken-recordaantal-vakmensen-naar-duitsland~a8fd8cd0/

#immigratie #werknemers #vreemdelingenrecht #vaklieden

23 oktober 2024

U gaat inburgeren

Kijk hier: https://www.inburgeren.nl/u-gaat-inburgeren/. Ook voor de verschillen tussen de oude en de nieuwe Wet Inburgering.

Verblijfsvergunning aanvragen voor Surinaamse oud-Nederlanders

Van 1 januari tot 1 juli 2025 kunnen Surinaamse oud-Nederlanders een verblijfsvergunning aanvragen bij het loket van de gemeente Amsterdam en het Amsterdams Solidariteits Komitee Vluchtelingen (ASKV). Vanaf 22 oktober kunnen zij al bij het ASKV terecht voor ondersteuning bij de aanvraag

https://www.amsterdam.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/eenmalige-regeling-verblijfsvergunning/

27 september 2024

Opvang asielzoekers met psychiatrische problemen op de tocht: 'Levensgevaarlijk

  • Reinalda Start

    onderzoeksredactie

  • Remco Andringa

    redacteur Politie en Justitie

Gemeenten en hulporganisaties voor vreemdelingen zijn bezorgd over plannen om asielzoekers met ernstige psychische problemen niet langer te helpen in kliniek Veldzicht in Balkbrug. De Dienst Justitiële Inrichtingen overweegt asielzoekers te weren om ruimte te maken voor tbs'ers.

Het ASKV, een Amsterdamse organisatie die hulp biedt aan mensen zonder verblijfsvergunning, waarschuwt dat "zieke en kwetsbare mensen zonder zorg en begeleiding op straat komen te staan". Het ASKV spreekt van mogelijk levensgevaarlijke situaties.


Lees verder bij de NOS: https://nos.nl/artikel/2538680-opvang-asielzoekers-met-psychiatrische-problemen-op-de-tocht-levensgevaarlijk

IND weigert gülenisten steeds vaker asiel, dankzij beleid gestoeld op ‘selectieve’ informatie

Volgens de overheid worden gülenisten niet langer massaal vervolgd in Turkije. Daarom beoordeelt de IND hun asielaanvragen nu strenger. Maar volgens de rechter schetst Nederland een te rooskleurig beeld. „De IND doet alsof gülenisten nauwelijks meer gevaar lopen.”

VRIJWILLIGERSWERK: De NOvA zoekt een Advocaat voor de adviescommissie vreemdelingenrecht

De Nederlandse orde van advocaten (NOvA) telt zeventien adviescommissies die aan de algemene raad advies uitbrengen over wetsvoorstellen die ter consultatie aan de NOvA worden voorgelegd.

De NOvA zoekt een

Advocaat voor de adviescommissie vreemdelingenrecht


Voor de vacature wordt gezocht naar iemand met ruime kennis en praktijkervaring op het gebied van asiel.
Lijkt het u interessant om naast uw advocatuurlijke werkzaamheden een bijdrage te leveren aan versterking van wetgevingskwaliteit en beleidsmatige en politieke ontwikkelingen op het gebied van het vreemdelingenrecht van dichtbij te volgen, dan wordt u van harte uitgenodigd uw interesse kenbaar te maken.

Werkwijze 
De werkwijze van de commissie wordt vastgesteld in overleg met de algemene raad. Ondersteuning vindt zoveel mogelijk plaats door het landelijk bureau van de NOvA. Gemiddeld wordt eenmaal per jaar vergaderd. Verder contact vindt zoveel mogelijk via e-mail plaats. Er staat geen vergoeding tegenover behalve vergoeding van de reiskosten. Met het schrijven van een juridisch advies is maximaal één opleidingspunt te behalen. Eén keer per jaar wordt de vergadering afgesloten met een informeel diner.

Meer informatie en reactie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jasper Pruis via j.pruis@advocatenorde.nl of 06-36175365. Uw interesse kunt u kenbaar maken bij het secretariaat van de NOvA via secretariaat@advocatenorde.nl, onder vermelding van ‘sollicitatie adviescommissie vreemdelingenrecht’.


Meer info: https://www.advocatenorde.nl/over-de-nova/vacatures/vacature-adviescommissie-vreemdelingenrecht

VACATURE Toezichthouder COA Drachten

Samen met collega’s zorgen voor een fijne, veilige woonomgeving. Jij doet het! Zo maak je het verschil voor mensen in een moeilijke situatie.

16 tot 36 uur per week

Toezichthouders

€ 14,49 per uur

Voor meer informatie klik hier https://werkenbijfacilicom.nl/vacatures/a0wQs000003mlSjIAI/Toezichthouder-COA-Drachten?utm_source=Indeed&utm_medium=organic&utm_campaign=Indeed

12 september 2024

Brits webinar over medische bewijs in asielzaken

Happening on Monday: don't miss our next live training webinar 'Effective use of medical evidence for immigration lawyers'


In this webinar, experts Kat Hacker and Beth Mullan-Feroze from Helen Bamber Foundation will be covering:

  • the importance of medical evidence for substantiating asylum, protection and trafficking claims
  • the types of medical evidence, with a deep dive into Medico-Legal Reports
  • best practice for collecting and presenting medical evidence and collaborating with medical professionals
  • case studies and examples of the use of medical evidence
  • how to overcome common challenges and handle complex cases
This webinar is designed for lawyers and caseworkers who want to present stronger cases and provide better support to their clients.

Members: £50 + VAT

Non-members: £60 + VAT


https://mailchi.mp/freemovement/late-applications-eu-settlement-scheme-724678?e=b72b4a153a


03 september 2024

In Noord Nederland stoppen de gemeenten met Vluchtelingenwerk voor inburgeringsonderwijs

In Groningen en Noord-Drenthe willen de gemeenten niet verder met VluchtelingenWerk Nederland voor #inburgeringslessen.




(mijn stukje voor de plaatselijke krant waar ik wekelijk voor schrijf).

#inburgeren #boete #statushouders

Bronartikelen: https://lnkd.in/euhqzNrp Binnenlands Bestuur juni
En:
https://lnkd.in/e6nNDefM Dagblad van het Noorden augustus

Bezwaar op visum pas na 2 jaar beslist. Is er nog procesbelang?


Ik twijfel of ik het goed lees. Meneer A wilde een visum voor een conferentie in 2022. De beschikking op bezwaar volgt 2 jaar later!!!! De redenering dat er daardoor geen procesbelang is is om verschillende redenen krom  1) Zij zijn laat 2) geen afwijzigingen in SIS is geen toekomstig procesbelang noch een louter formeel belang maar het vermijden van een belangrijke afwijzingsgrond bij een nieuw visum

16 augustus 2024

MK UITSPRAAK over chaos bij Nareis en beroepen niet-tijdig met dwangsom en FiFo


Overwegingen

1. Deze zaak gaat over het beroep niet tijdig beslissen op een aanvraag om een machtiging voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank bespreekt hierna eerst het aanhoudingsverzoek van verweerder en schetst vervolgens de context waarin dit beroep wordt beoordeeld. In dat (algemene) deel zal de rechtbank in gaan op de huidige stand van zaken, het fifo-principe, de beslistermijn en de dwangsom. Daarna gaat de rechtbank in op de concrete toepassing in de onderhavige zaak.

Aanhoudingsverzoek

2. Wanneer de minister een wettelijke beslistermijn niet haalt, kan een vreemdeling een beroep niet tijdig beslissen bij de bestuursrechter instellen.1 Het beroep is gegrond als de beslistermijn is verstreken en de minister door de vreemdeling op de juiste wijze schriftelijk in gebreke is gesteld. Bij een gegrond beroep bepaalt de bestuursrechter binnen welke termijn de minister alsnog een besluit moet nemen. De bestuursrechter verbindt ook een dwangsom aan zijn uitspraak voor iedere dag dat de minister in gebreke blijft de uitspraak na te leven.2

3. De rechtbank kan niet aan het aanhoudingsverzoek van de minister tegemoet komen. Wettelijk gezien bestaat daarvoor geen ruimte. Wanneer is vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, volgt uit de wet immers dwingend dat de bestuursrechter de minister opdraagt een beslissing te nemen binnen twee weken. In bijzondere gevallen kan een andere termijn worden bepaald of een andere voorziening worden getroffen, maar het uitstellen van het behandelen van het beroep behoort niet tot de mogelijkheden.

Algemeen deel

Structurele problemen

4. Uit de jaarcijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) blijkt dat de minister te maken heeft met grote achterstanden bij het beslissen op nareisaanvragen en bezwaarschriften in nareisprocedures.3 De afgelopen jaren is er sprake van een steeds hogere instroom. Volgens openbare cijfers bedroeg de instroom bij nareis in 2021 18.880 aanvragen (13.980 MVV nareis en 4.900 nareis 8 EVRM AMV). In 2023 bedroeg de instroom 31.920 aanvragen (22.500 MVV nareis en 9.420 nareis 8 EVRM AMV).4 De hoge instroom van nareisaanvragen kan niet worden bijgehouden. Dit heeft als gevolg dat de voorraad aan zaken steeds verder oploopt. De voorraad betrof in 2021 12.230 zaken (8.450 MVV nareis en 3.780 nareis 8 EVRM AMV). In 2023 liep dit op tot 40.580 aanvragen (27.060 MVV nareis en 13.520 nareis 8 EVRM AMV).5 Volgens de meest recente cijfers staan er op dit moment 52.520 nareisaanvragen open (35.320 MVV nareis en 17.200 nareis 8 EVRM AMV).6 Ter zitting gaf de minister aan dat er gemiddeld per maand in ruim 1.000 zaken beslist kan worden. Uit de door de IND gepubliceerde cijfers volgt dat er in het afgelopen half jaar meer dan dubbel zoveel nareisaanvragen zijn binnengekomen dan nareisbeslissingen zijn uitgestroomd. De voorraad bij de IND neemt dus nog altijd fors toe.

5. De wettelijke beslistermijn voor besluiten op aanvragen wordt door de minister in veruit de meeste gevallen niet meer gehaald, hoewel in alle gevallen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om de termijn van 90 dagen met drie maanden te verlengen.7 Uit de hiervoor vermelde openbare cijfers volgt dat in 2021 in 71% van de aanvragen MVV nareis en in 49% van de nareisaanvragen 8 EVRM AMV tijdig een beslissing werd genomen. In 2023 was dat 16% respectievelijk 9%. En uit de tertaalcijfers 2024 volgt dat die percentages verder teruggelopen zijn tot 9% respectievelijk 7%.

6. Behalve met de hoge instroom van nareisaanvragen, kampt de minister ook met capaciteitsproblemen. In 2023 was er bij de IND 170 fte beschikbaar voor het behandelen van nareisaanvragen. Inmiddels is het aantal fte opgeschaald naar 250, maar ook met die opschaling kan de instroom op dit moment (nog) niet worden bijgehouden. Om die instroom het hoofd te bieden is een verdere opschaling nodig. Daarbij is van belang dat - zoals de minister ter zitting liet weten - de IND moeite heeft met het werven van nieuwe medewerkers omdat er sprake is van een complexe situatie op de arbeidsmarkt. Opschaling wordt verder vertraagd doordat nieuwe medewerkers vanzelfsprekend nog intern moeten worden opgeleid, hetgeen drukt op de productiviteit van de meer ervaren medewerkers die deze opleiding verzorgen. De minister verwacht dat de capaciteitsverhoging voor het beslissen op nareisaanvragen pas vanaf januari 2026 zijn vruchten af zal gaan werpen.

7. Dat het in heel veel zaken niet lukt om binnen de wettelijke beslistermijn te

beslissen, merkt ook de rechtbank. Alleen al bij deze zittingslocatie is een forse toename zichtbaar in de (totale) aantallen beroepen tegen het niet tijdig beslissen: van ongeveer 100 in 2021 naar ruim 950 tot nu toe in 2024. Hoewel in deze zaken doorgaans uitspraak wordt gedaan zonder dat een zitting is gehouden, legt deze zaakstroom een fors groter beslag op de capaciteit van de rechtbank dan voorheen. De rechtbank moet in beginsel binnen acht weken uitspraak doen. Deze termijn wordt door de grote instroom van zaken in een groot deel van de zaken niet gehaald. Dat wringt omdat deze zaken juist gaan over het niet tijdig nemen van een beslissing. De rechtbank signaleert daarbij dat verweerder in het afgelopen jaar (ook in de periode vóór 15 januari 2024) steeds vaker niet in staat blijkt aan de uitspraken van de rechtbank te voldoen, wat resulteert in herhaalde beroepen tegen het niet tijdig nemen van een besluit (soms tot een aantal malen toe) en herhaalde verbeurte van dwangsommen.

Oplossing van de structurele problemen en de verhouding tussen de staatsmachten

8. Vooropgesteld moet worden dat het niet de taak van de bestuursrechter is om een structurele, collectieve oplossing te bieden voor de problemen die de minister heeft bij het beslissen op een nareisverzoek. Het is in eerste instantie aan de wetgever om te voorzien in een wettelijke regeling of een andere voorziening of oplossing. De rechtbank ziet het als een bijzonder onwenselijke situatie dat de minister de wettelijke beslistermijnen structureel niet haalt en bovendien rechterlijke uitspraken op grote schaal niet nakomt en dwangsommen verbeurt. De rechtszekerheid komt in het gedrang en het ondermijnt de geloofwaardigheid van de rechtsstaat: de mate waarin de bestuursrechter effectief rechtsbescherming kan bieden, hangt immers mede af van de naleving van rechterlijke uitspraken door de minister. De wetgever heeft vooralsnog geen houdbare oplossing geboden.

Fifo-principe

9. De minister heeft met de introductie van het ‘first in first out’ (hierna: fifo)- principe bovengenoemde onwenselijke situatie willen veranderen. De minister heeft besloten per 15 januari 2024 voor nareisaanvragen volledig over te stappen op het fifo-principe om de verwerking van nareisaanvragen efficiënter en voorspelbaarder te maken, recht te doen aan het principe dat degene die het langst wacht het eerste aan de beurt komt en aanvragers op betrouwbare wijze te kunnen informeren over het moment waarop hun aanvraag in behandeling zal worden genomen. Werken volgens het fifo-principe houdt concreet in dat nareisaanvragen in behandeling worden genomen in de volgorde waarin zij zijn ontvangen. De IND werkt daarmee van de oudste zaak in de voorraad naar de jongste zaak in de voorraad. Ter zitting heeft de minister aangegeven dat het fifo-principe geldt voor alle aanvragen die bij de IND bekend zijn, ook indien de aanvraag en/of het beroep vóór 15 januari 2024 is/zijn ingediend.

10. Ter zitting heeft de minister meer context geschetst met betrekking tot het hanteren van het fifo-principe. De minister heeft aangegeven het fifo-principe te hanteren om het beslisproces efficiënter te laten verlopen en om daarbij duidelijker en eerlijker te zijn naar de vreemdeling. De minister heeft uitgelegd dat het systeem van beroepen niet tijdig beslissen een efficiënt beslisproces van de IND in de weg staat, nu in de afgelopen jaren veel tijd aan de beroepen moest worden besteed en de behandeling van een dossier waarin een beroep niet tijdig beslissen speelt fors meer tijd kost dan een aantal jaar geleden. Nu het fifo-principe wordt gehanteerd heeft het indienen van een beroep niet tijdig beslissen en het opleggen van een dwangsom volgens de minister niet meer het beoogde ‘prikkel’ effect. De hantering van het fifo-principe betekent namelijk dat alle zaken in de kast blijven liggen totdat zij volgens het fifo-principe aan de beurt zijn, ongeacht of en wanneer een beroep niet tijdig beslissen wordt ingediend. Een beroep niet tijdig beslissen alsook de uitspraak op dat beroep leidt niet langer tot een snellere beslissing op de aanvraag, aldus de minister. Een zaak kan slechts voorrang krijgen in geval van uitzonderlijke situaties en/of bijzondere omstandigheden.

11. De rechtbank stelt voorop dat in de huidige situatie - capaciteitsgebrek en grote achterstanden - een snelle oplossing van de problemen die zich voordoen bij het beslissen op nareisaanvragen niet in zicht is. De rechtbank ziet ook dat ondanks de inspanningen van de minister het probleem de afgelopen jaren eerder groter dan kleiner is geworden. De situatie waarin de beslispraktijk van de minister volledig vastloopt en vreemdelingen geen duidelijkheid meer krijgen over de vraag of hun familie weer herenigd kan worden komt steeds dichterbij. Dat betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt om de problemen het hoofd te bieden. Niets doen leidt ertoe dat door het beroep niet tijdig beslissen besluitvorming op de aanvraag naar voren wordt gehaald waardoor anderen die ook een nareisaanvraag hebben gedaan en op een beslissing wachten nog langer moeten wachten. Hoe meer beroepen niet tijdig beslissen worden ingediend hoe langer anderen moeten wachten. De forse toename van beroepen niet tijdig beslissen leidt er ook toe dat de rechtspraak zwaarder belast wordt en de effectiviteit van die beroepen kleiner wordt omdat de doorlooptijden bij de rechtbank oplopen. Op basis van de toename van de aantallen in de afgelopen jaren is te verwachten dat niets doen zal leiden tot verdere toename van het aantal beroepen niet tijdig beslissen en dus van een zwaardere belasting van de rechtspraak en het verder teruglopen van de effectiviteit van die beroepen. Tenslotte, zo heeft de minister ook ter zitting uitgelegd zal de uitvoering nog verder vastlopen waardoor de voorraden verder oplopen en beslissingen langer op zich laten wachten. Deze gevolgen zijn zo omvangrijk en ingrijpend dat, naar het oordeel van de rechtbank, de keuze om in dit soort zaken het fifo-principe te hanteren aanvaardbaar is. Dat het hanteren van dat fifo-principe leidt tot het beperken van rechtsongelijkheid en rechtsonzekerheid weegt daarbij zwaar.

12. Het is nu de vraag in hoeverre de rechtbank rekening houdt met het door de minister gehanteerde fifo-principe bij het bepalen van de nieuwe beslistermijn om op nareisaanvragen te beslissen. Hieronder gaat de rechtbank daar verder op in.

Welke nieuwe beslistermijn moet worden opgelegd?

13. Als de minister zich niet houdt aan de beslistermijnen die volgen uit de Vreemdelingenwet, en ook na een ingebrekestelling niet binnen twee weken alsnog een besluit neemt, kan een vreemdeling bij de rechtbank een beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit instellen. Als een dergelijk beroep gegrond is, is het uitgangspunt dat de minister binnen twee weken na de dag waarop de uitspraak wordt verzonden alsnog een besluit bekendmaakt. Dat staat in artikel 8:55d, eerste lid van de Awb. Op grond van het tweede lid van dat artikel verbindt de rechter aan de uitspraak een dwangsom voor iedere dag dat het bestuursorgaan in gebreke blijft na te leven. In het derde lid staat dat de rechter in bijzondere gevallen een andere termijn kan bepalen.

14. Gelet op de grote achterstanden en de beperkte capaciteit is duidelijk dat het de minister niet zal lukken om binnen twee weken een zorgvuldig besluit te nemen. Er is dan ook sprake van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 8:55d, derde lid van de Awb op grond waarvan de rechtbank een andere termijn zal bepalen.

15. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling dat de rechter een termijn moet stellen die niet onnodig lang, maar ook niet onrealistisch kort is (onder meer de uitspraak van de Afdeling van 8 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1560). De rechter mag geen nadere termijn stellen waarvan op voorhand duidelijk is dat het bestuursorgaan deze niet kan halen zonder onzorgvuldig te werk te gaan. Ook als het bestuursorgaan eerder met de procedure voor het nemen van een besluit had kunnen beginnen, rechtvaardigt dit niet zonder meer dat de rechter een kortere termijn stelt dan nodig is voor zorgvuldige besluitvorming.

16. In de uitspraak van 3 juli 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2644) heeft de Afdeling bepaald dat de beslistermijnen die de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem in de uitspraak van 17 maart 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:3590) aan de verschillende fasen in de besluitvorming verbindt, redelijk zijn. In de genoemde uitspraak heeft de Afdeling het door de minister sinds 15 januari 2024 gehanteerde fifo-principe nog niet betrokken in haar beoordeling.

17. De rechtbank is van oordeel dat de enige termijn die onder de huidige omstandigheden niet onrealistisch kort is, een termijn is die de minister in staat stelt - ook wanneer een beroep niet tijdig beslissen is ingesteld - het fifo-principe te hanteren. Elke kortere termijn biedt de minister slechts een theoretische mogelijkheid om in (alle) dossiers waarin een beroep niet tijdig beslissen is ingesteld binnen de door de rechter gestelde termijn alsnog te beslissen. Het aantal beroepen niet tijdig beslissen is simpelweg te groot om elk dossier ‘bovenaan de stapel’ te kunnen leggen en met voorrang op oudere dossiers te behandelen. Daarbij zorgt het hanteren van kortere termijnen voor een nog altijd sterk groeiend percentage beroepen niet tijdig beslissen. Dit doorkruist niet alleen een efficiënt beslisproces van de minister in zijn algemeenheid, maar leidt ook onvermijdelijk tot een situatie waarbij in het overgrote deel van de openstaande nareiszaken een beroep niet tijdig beslissen wordt ingesteld. Zodra een dergelijke situatie wordt bereikt, valt er helemaal niets meer te veranderen aan de voorrang in behandeling van dossiers (ook niet als bijzondere omstandigheden daar om vragen).

De rechtbank benadrukt dat zij in het onderhavige beroep geen aanleiding heeft te veronderstellen dat het beroep is ingesteld met het oog op een ander belang dan dat van het verkrijgen van een snelle beslissing. De rechtbank hecht eraan te signaleren dat het vasthouden aan (onrealistisch) korte beslistermijnen ook het risico meebrengt dat het instellen van een beroep niet tijdig beslissen enkel leidt tot van het verbeuren van dwangsommen, terwijl het niet leidt tot een eerdere beslissing.


18. De rechtbank is zich ervan bewust dat de Afdeling zich bij uitspraak van 23 augustus 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3209) heeft uitgelaten over nadere beslistermijnen die de Belastingdienst/Toeslagen met het oog op de wens toe te werken naar een beslisproces volgens het fifo-principe had gevraagd. De Afdeling achtte destijds de gevraagde beslistermijnen voor een individueel geval onnodig lang en te zeer afwijkend van hetgeen de wetgever met artikel 8:55d van de Awb voor ogen stond. De rechtbank erkent dat het hanteren door de minister van het fifo-principe een aantal belangen dient die niet specifiek op eisers zijn toegesneden. Van belang is echter dat het afwijken van het fifo-principe leidt tot (feitelijk) onrealistisch korte termijnen. Het belang van eisers is ook gediend met het blijven hanteren van dat principe. Daarmee krijgen zij immers meer duidelijkheid over de termijn die met de verdere behandeling van hun aanvraag zal zijn gemoeid.

19. Dit beroep wijkt overigens in zoverre af van de voornoemde uitspraak dat de minister niet slechts de wens heeft toe te werken naar een fifo-systeem, maar inmiddels de meer drastische keuze heeft gemaakt geheel volgens het fifo-principe te werken. De minister neemt het verbeuren van dwangsommen inmiddels volledig op de koop toe omdat het hanteren van een kortere termijn nu eenmaal niet realistisch is. Een uitspraak op een beroep niet tijdig beslissen van deze rechtbank zal geen verandering brengen in de volgorde van behandeling van aanvragen. De rechtbank merkt ten overvloede op dat als de rechtspraak de minister toch zou willen dwingen het fifo-principe los te laten in dossiers waarin een beroep niet tijdig beslissen speelt, het enige instrument daarvoor een onevenredige verhoging van de op te leggen dwangsommen zou zijn.

20. Het handhaven van het fifo-principe heeft tot gevolg dat het niet mogelijk is om bij een beroep niet tijdig beslissen vast te stellen welke eventuele onderzoekshandelingen de minister nodig acht in de procedure om tot een zorgvuldig besluit te komen. De minister heeft in zaken zoals de onderhavige nog geen onderzoekshandelingen verricht en heeft ook nog geen zicht op de nog eventueel uit te voeren onderzoekshandelingen. Om de eventueel uit te voeren onderzoekshandelingen te bepalen, moet immers eerst het dossier worden geopend. En dat gebeurt als het fifo-principe wordt gehanteerd pas op het moment dat de aanvraag ‘aan de beurt is’. Voor de rechtbank is het daarom niet mogelijk om bij het bepalen van de nadere beslistermijn aan te sluiten bij of en welke onderzoekshandelingen nog verricht moeten worden.

21. Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de toepassing van de huidige bestaande termijnen volgens het Arnhemse sporenmodel in zaken als onderhavige niet resulteert in een realistische, haalbare beslistermijn. De rechtbank hanteert daarom dat sporenmodel niet. De vraag is vervolgens welke beslistermijn redelijk, haalbaar, niet onrealistisch kort of onrealistisch lang is.

22. Bij het bepalen van de lengte van de termijn houdt de rechtbank rekening met het in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte fifo-principe van de minister en met het belang van de vreemdeling om duidelijkheid te krijgen over wanneer een beslissing op de aanvraag kan worden verwacht.

23. In recente verweerschriften wordt door de minister steeds aangegeven in welke maand met de behandeling van de aanvraag van een individuele eiser volgens het fifo-principe een start kan worden gemaakt. De rechtbank vindt een beslistermijn van 90 dagen vanaf het moment dat de aanvraag gelet op het fifo-principe ter hand wordt genomen, redelijk, haalbaar en niet onrealistisch kort of onrealistisch lang. De rechtbank heeft bij het opleggen van die beslistermijn aansluiting gezocht bij de standaard wettelijke beslistermijn op reguliere aanvragen. De rechtbank benadrukt dat deze zeer lange beslistermijn slechts als tijdelijke oplossing dient te fungeren. Om de rechtszekerheid en effectieve rechtsbescherming voor eisers en andere aanvragers te kunnen blijven waarborgen, is het noodzakelijk het probleem dat zich nu voordoet bij het beslissen op nareisaanvragen op een structurele manier op te lossen.

Rechterlijke dwangsom

24. De minister heeft verzocht om de hoogte van de rechterlijke dwangsom te beperken tot € 50,- per dag, met een maximum van € 7.500,-. Aan dit verzoek legt de minister ten grondslag dat op voorhand al duidelijk is dat de minister een zo ruim mogelijke beslistermijn van twintig weken niet zal halen. Door het verlagen van de bedragen duurt het langer tot dat de rechterlijke dwangsom is volgelopen, wordt enigszins voorkomen dat het systeem verstopt raakt en wordt de staatskas niet met onnodig hoge kosten opgezadeld.

25. Gelet op de langere – en realistische - beslistermijn die nu wordt gegeven ziet de rechtbank geen aanleiding een lagere dwangsom vast te stellen.

Concrete toepassing in deze zaak

26. Hiervoor heeft de rechtbank uitgangspunten vastgesteld voor de beoordeling van beroepen niet tijdig beslissen op aanvragen om een machtiging voorlopig verblijf in het kader van nareis. Hierna past de rechtbank deze uitgangspunten toe in onderhavige zaak.

Is het beroep ontvankelijk en gegrond?

27. In artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat, voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep, het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit wordt gelijkgesteld.

28. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, voor zover hier van belang, is bepaald dat een beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.

29. De minister moet uiterlijk binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslissen (artikel 2u, eerste lid van de Vreemdelingenwet (Vw)). De minister heeft deze termijn met drie maanden verlengd. De rechtbank stelt vast dat deze termijn is verstreken, dat eisers de minister rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld en dat sindsdien meer dan twee weken zijn verstreken.

30. Het beroep is daarom gegrond.

Welke nieuwe beslistermijn moet worden opgelegd?

31. De minister geeft in zijn verweerschrift aan naar verwachting de aanvraag van eiser in februari 2025 in behandeling te kunnen nemen.

32. Met inachtneming van hetgeen de rechtbank heeft overwogen onder 23 is de nieuwe beslistermijn 90 dagen vanaf 1 februari 2025. Dit betekent dat de minister vóór 2 mei 2025 een beslissing op de aanvraag van eisers bekend dient te maken.

De rechterlijke dwangsom

33. Met toepassing van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb bepaalt de rechtbank dat de minister een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de beslistermijn wordt overschreden door de minister. Daarbij geldt wel een maximum van € 7.500,-.

De bestuurlijke dwangsom en proceskosten

34. Op verzoek stelt de rechtbank de hoogte vast van de bestuurlijke dwangsom die de minister op grond van afdeling 4.1.3 van de Awb verschuldigd is. Eisers hebben verzocht deze dwangsom vast te stellen. Omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken na de dag als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb, stelt de rechtbank de verbeurde dwangsom vast op
€ 1.442,-.

35. De rechtbank veroordeelt de minister in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1750,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor de zitting met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1). Omdat eisers zijn vrijgesteld van het betalen van griffierecht, hoeft de minister dit niet te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:

  • -

    verklaart het beroep gegrond;

  • -

    vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;

  • -

    draagt de minister op vóór 2 mei 2025 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken.

  • -

    bepaalt dat de minister aan eisers een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;

  • -

    stelt de hoogte van de door de minister aan eisers verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;

  • -

    veroordeelt de minister in de proceskosten van eisers tot een bedrag van
    € 1750,-.

Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, voorzitter, mr. M.W. de Jonge en mr. S. Ketelaars-Mast, rechters, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

Deze uitspraak is bekendgemaakt op:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...