STRASBOURG. Op 9 augustus 2012 heeft het Europees Comité voor de
Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of
Bestraffing (CPT) van de Raad van Europa een rapport gepubliceerd over
zijn meest recente bezoek aan Nederland. Dit bezoek vond plaats van 10
tot 22 oktober 2011.
Het NJCM heeft in zijn communicatie aan het CPT voorafgaand aan het
bezoek zijn zorgen geuit over de praktijk van vreemdelingenbewaring. Het
CPT heeft vastgesteld dat in een aantal gevallen families met
kinderen
worden vastgehouden in centra voor vreemdelingenbewaring, voor
aanzienlijk langere perioden dan de van toepassing zijnde wetgeving
toelaat. Het CPT-rapport beveelt aan dat de Nederlandse autoriteiten het
in detentie nemen van families met kinderen zo veel mogelijk vermijden.
Het rapport beveelt ook aan dat, indien detentie van deze families niet
kan worden vermeden, de detentieperiode het wettelijk voorgeschreven
maximum (28 dagen) niet overschrijdt.
Voorts heeft het CPT benadrukt dat het aanbrengen van
handboeien bij
gedetineerde vreemdelingen als routinezaak, telkens wanneer zij het
detentiecentrum verlaten, disproportioneel is. Het CPT heeft ook
aandacht besteed aan de kwestie van het
opnieuw arresteren van
vreemdelingen kort nadat zij zijn vrijgelaten (na afloop van de 18
maanden termijn). Het CPT overwoog dat een zodanig bevel alleen als
rechtmatig kan worden beschouwd als er een redelijk vooruitzicht is op
uitzetting van de betreffende vreemdeling.
Het CPT-rapport merkt op dat de CPT delegatie geen klachten heeft
ontvangen over fysieke mishandeling van personen die worden vastgehouden
door de politie, in detentiecentra of in centra voor forensische
psychiatrie. De verhoudingen tussen personen die van hun vrijheid zijn
beroofd en de staf leek over het algemeen zeer goed.
Er waren echter een groot aantal klachten over de
frequentie van
visitatie (onderzoek aan het lichaam) in detentiecentra en de wijze
waarop de visitatie wordt uitgevoerd. In het rapport heeft het CPT de
beginselen die hierbij in acht moeten worden genomen uitgebreid
beschreven.
Met betrekking tot het regime dat van toepassing is op gedetineerden
belicht het rapport in het bijzonder de situatie van gedetineerden met
“VRIS” status (“Vreemdelingen in de Strafrechtketen”). Het CPT beveelt
aan dat het programma van activiteiten voor deze gedetineerden wordt
herzien, teneinde te verzekeren dat zij niet worden benadeeld in
vergelijking met de bredere populatie in detentiecentra.
Enkele positieve ontwikkelingen werden waargenomen met betrekking tot
het recht op toegang tot een advocaat voor personen die worden
vastgehouden door de politie. Deze personen zijn nu gerechtigd om een
advocaat te raadplegen voorafgaand aan het eerste politieverhoor over
hun zaak. Het CPT-rapport benadrukt echter dat toegang tot een advocaat
moet zijn verzekerd voor alle personen die worden vastgehouden vanaf het
eerste moment van vrijheidsontneming. Voorts benadrukt het rapport dat
deze personen, in beginsel, het recht moeten hebben op aanwezigheid van
een advocaat tijdens het politieverhoor.
Het CPT verwelkomt de trend naar een afname van de populatie van
gedetineerden in Nederland, die in contrast staat met de situatie in
veel andere Europese landen. De materiele omstandigheden van de beide
door het CPT bezochte gevangenissen waren van een hoge standaard.
Het CPT uit zijn bezorgdheid over de in voorbereiding zijnde ontwerp-wet
die illegaal verblijf strafbaar zou maken als een overtreding. Naar het
oordeel van het CPT zou dit mensen kunnen raken die vele jaren in
Nederland hebben verbleven en hier hun families hebben. Het CPT heeft de
regering ook verzocht om aanvullende informatie over de voorzienbare
impact op de populatie van gedetineerden in Nederland.
Een van de doelen van het bezoek aan Nederland was om de procedures
te onderzoeken die worden gevolgd bij het uitzetten van vreemdelingen
per vliegtuig. In veel opzichten zijn de bevindingen van het CPT
positief. Het CPT doet echter aanbevelingen met betrekking tot het
medisch onderzoek van de te deporteren personen (“fit to fly
certificate”).
Ten slotte merkt het CPT-rapport op dat de leefomstandigheden van de
patiënten die verbleven in de drie bezochte psychiatrische instellingen
in het algemeen zeer goed waren. In een uitgebreid hoofdstuk van het
rapport worden commentaren en aanbevelingen gegeven over een aantal
zaken met betrekking tot de behandeling van patiënten. Meer in het
algemeen zijn zorgen geuit over de uitdagingen waarvoor het TBS
(terbeschikkingstelling) systeem thans staat. Dit systeem staat onder
druk van budgettaire beperkingen en een negatieve opinie in de
samenleving. Deze druk wordt mogelijk nog vergroot door het strenger
maken van het TBS beleid, waarvoor plannen bestaan bij de regering.
Het CPT-rapport is gepubliceerd op 9 augustus 2012, op verzoek van de
Nederlandse autoriteiten. Het rapport is op 5 april 2012 aan de
Nederlandse regering gezonden. Met het oog op artikel 10 van het
Europees Verdrag ter voorkoming van foltering en onmenselijke of
vernederende behandeling of bestraffing heeft het CPT de Nederlandse
autoriteiten gevraagd om binnen zes maanden een reactie te geven met een
overzicht van maatregelen die zullen worden genomen met het oog op
implementatie van de opmerkingen en aanbevelingen.
De reactie van de Nederlandse regering wordt voor 5 oktober 2012 verwacht.
Het NJCM heeft grote waardering voor het belangrijke werk dat door
het CPT is verricht en spreekt lof uit voor het rapport, dat een aantal
punten van zorg belicht waarvoor het NJCM zich inzet.
Over het CPT:
Het CPT organiseert bezoeken aan plaatsen waar mensen zijn gehuisvest
die op enigerlei wijze van hun vrijheid zijn beroofd door de overheid,
om te beoordelen hoe deze mensen worden behandeld. Het gaat hierbij om
(jeugd)gevangenissen, huizen van bewaring, politiebureaus,
detentiecentra voor asielzoekers, psychiatrische ziekenhuizen,
verpleeghuizen, kindertehuizen, instellingen voor mensen met een
intellectuele of fysieke handicap, et cetera.
Delegaties van het CPT hebben onbeperkt toegang tot dergelijke
instellingen en hebben het recht zich vrijelijk door deze instituten te
bewegen. Ze voeren privégesprekken met mensen die worden vastgehouden en
hebben toegang tot iedereen die informatie kan verschaffen.
Na elk bezoek stuurt het CPT een gedetailleerd verslag naar de
autoriteiten van het desbetreffende land. Dit verslag bevat de
bevindingen van het CPT, evenals aanbevelingen, opmerkingen en verzoeken
om informatie. Het CPT verzoekt altijd om een gedetailleerde reactie op
de in het verslag naar genoemde kwesties. Het verslag en de reactie
vormen onderdeel van een dialoog met de desbetreffende landen.
De volledige naam van het CPT is “Europees Comité voor de Preventie
van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of
Bestraffing”. Hiermee worden twee belangrijke aspecten benadrukt. Ten
eerste duidt de naam op de Europese reikwijdte van het Comité. Ten
tweede dekt hij niet alleen “foltering”, maar ook een hele reeks
situaties die zouden kunnen worden omschreven als vormen van
“onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing”.
BRONNEN
Report
to the Government of the Netherlands on the visit to the Netherlands
carried out by the European Committee for the Prevention of Torture and
Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (CPT from 10 to 21 October
2011, CPT/Inf (2012) 21)
Persbericht 9 august 2012, ‘Council of Europe anti-torture Committee publishes report on the Netherlands’
Website van het CPT
Bron:
http://njcm.nl/site/newsposts/show/304
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.