Posts tonen met het label legaliseren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label legaliseren. Alle posts tonen

17 december 2020

Co­ro­na­vi­rus leid­de tot over­macht in asiel­pro­ce­du­res. Maar wat dan in de zaak waar een ambassade niet kon legaliseren vanwege COVID?

Door de uitbraak van het coronavirus was het voor de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tijdelijk onmogelijk om besluiten te nemen over asielaanvragen. Zij kon vreemdelingen onmogelijk fysiek horen over hun asielverzoeken, terwijl dat in asielprocedures essentieel is. Er was daarom sprake van overmacht. Dat staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (16 december 2020). Door die overmachtssituatie wordt de termijn van het nemen van een besluit automatisch opgeschort. Dit geldt ook als de staatssecretaris bij het ontstaan van overmacht al te laat was en daarom dwangsommen wegens niet tijdig beslissen zou moeten betalen.

Vaststelling overmacht

Van overmacht is sprake als het voor een bestuursorgaan onmogelijk is om een besluit te nemen door abnormale en onvoorziene omstandigheden. Ook moeten deze omstandigheden buiten het toedoen en risicosfeer van het bestuursorgaan vallen. Zo kan het gaan om brand, overstroming, een langdurige stroomstoring of een pandemie. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het coronavirus de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in zo’n situatie van overmacht gebracht. Die situatie ontstond op 16 maart 2020 en stopte op 16 mei 2020. Tijdens deze periode was het voor de staatssecretaris onmogelijk om vreemdelingen fysiek te horen over hun asielaanvragen, terwijl dat een verplichte en essentiële stap is in de besluitvorming over asielzaken.

Opschorting van termijnen

De overmacht schort de termijnen vanzelf op, daar is geen handeling van de staatssecretaris voor nodig. Zij moet de vreemdelingen daar wel zo spoedig mogelijk over informeren. Maar als zij dat niet doet, betekent dat niet dat er geen overmacht is. Dit geldt ook als de beslistermijn al verstreken is en de staatssecretaris in normale gevallen dus dwangsommen wegens niet tijdig beslissen zou moeten betalen. De financiële prikkel van een dwangsom heeft namelijk geen zin als de staatssecretaris door overmacht niet kan beslissen.

 

 

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 202003986/1. Zie hier ook de uitspraak met zaaknummer 202005098/1 over verlenging van de termijn om besluiten te nemen in tijden van corona.

25 juli 2017

UITSPRAAK: Waarom breng je zo'n hopeloze zaak voor een rechter?

Als ik deze uitspraak lees dan vraag ik me af waarom iemand hier mee naar een rechter gaat. Een mvv aanvraag en meneer komt naar zitting in Nederland. Mevrouw de referente zit in de Bijstand. Dan ben je klaar als er niets bijzonders valt te melden.

Ze hebben geen huwelijksakte en komen niet met iets om bewijsnood aan te tonen. Gaan ook niet voor dan maar partner.

8 EVRM niet gemotiveerd?

Ik vraag me dan af: Waarom ga je hier in hemelsnaam mee naar een rechter en in beroep van gemeenschapsgeld????????

Wilde client per se?

Omdat meneer dan een half jaartje langer hier kan blijven zonder uitgezet te worden?

Meneer heeft blijkbaar wel geldig verblijf in Italië. Waarom dan niet kijken of daar het hele gezin heen kan of meneer zorgen dat hij in de loop der tijd hetzij langdurig ingezetene wordt dan wel Italiaan?

ECLI:NL:RBDHA:2017:8112

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 13-07-2017
Datum publicatie 24-07-2017
Zaaknummer 17/6254
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken
Bodemzaak
Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie
- MVV TEV
- Geen sprake van een Nederlands naar internationaal privaatrecht rechtsgeldig huwelijk
- Geen gelegaliseerde huwelijksakte
- Niet voldaan aan middelenvereiste
- Geen schending artikel 8 van het EVRM
- Beroep ongegrond
Vindplaatsen Rechtspraak.nl
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2017:8112 

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 17/6254
V-nummer: [nummer]
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 13 juli 2017 in de zaak tussen

[eiser], eiser,

gemachtigde mr. M.S. Yap,
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder,

gemachtigde mr. M.F. van der Lubbe.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 22 februari 2017.
Van verweerder is een beroepschrift ontvangen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 juni 2017. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was aanwezig L. Warsame, tolk Somalisch. Ter zitting is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiser, geboren op [geboortedatum] en van Somalische nationaliteit, beoogt verblijf in Nederland bij zijn gestelde echtgenote, [referente], geboren op [geboortedatum] en eveneens van Somalische nationaliteit (referente), met wie hij in Kenia stelt te zijn gehuwd, en hun vier kinderen. Daartoe is een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel verblijf bij familie en gezin voor eiser gevraagd. Referente beschikt over een geldige verblijfstitel in Nederland. Eiser heeft een verblijfsvergunning in Italië.
2. Verweerder heeft aan het standpunt dat eiser niet voor de gevraagde mvv in aanmerking komt, het volgende ten grondslag gelegd. Geen sprake is van een naar Nederlands internationaal privaatrecht rechtsgeldig huwelijk, nu geen gelegaliseerde huwelijksakte is overgelegd. Verder is niet voldaan aan het middelenvereiste uit artikel 3.22 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb). Er is geen aanleiding van het beleid af te wijken.
3. Op wat eiser daartegen heeft aangevoerd, wordt hierna ingegaan.
De rechtbank overweegt als volgt.
4. Ingevolge artikel 3.14, aanhef en onder a, van het Vb wordt een reguliere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd onder de beperking verblijf als familie- of gezinslid verleend aan de vreemdeling van 21 jaar of ouder die met de hoofdpersoon een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk of een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig geregistreerd partnerschap is aangegaan.
Ingevolge artikel 3.22, eerste en tweede lid, van het Vb wordt de hiervoor bedoelde verblijfsvergunning verleend indien de hoofdpersoon duurzaam en zelfstandig beschikt over voldoende middelen van bestaan als bedoeld in artikel 3.74, eerste lid, onder a, van het Vb dan wel – voor zover van belang – blijvend en volledig arbeidsongeschikt is.
5. Niet in geschil is dat een gelegaliseerde huwelijksakte ontbreekt. Eiser heeft aangevoerd dat de Keniaanse autoriteiten niet aan legalisatie willen meewerken, maar die stelling niet met stukken of anderszins onderbouwd. Derhalve heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk. Evenmin is gesteld of gebleken dat sprake is van een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig geregistreerd partnerschap. Nu geen sprake is van een
naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk of geregistreerd partnerschap, is hoofdstuk V van de richtlijn 2003/86/EG (gezinsherenigingsrichtlijn) niet van toepassing. Dit betekent dat verweerder kan verlangen dat aan het in artikel 3.22 van het Vb gestelde middelenvereiste wordt voldaan.
6. Voorts is niet in geschil is dat niet aan het in artikel 3.22 van het Vb neergelegde middelenvereiste wordt voldaan, nu referente een bijstandsuitkering krijgt. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid. Verder is aangevoerd dat vrijstelling van het middelenvereiste op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) had moeten worden verleend. De rechtbank overweegt dat uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 februari 2009 (ECLI:NL:RVS:2009:BH5611) volgt dat reeds omdat artikel 3.14 van het Vb een algemeen verbindend voorschrift is, het beroep op artikel 4:84 van de Awb faalt.
7. Ten slotte is een beroep op artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) gedaan. Verweerder heeft zich deugdelijk gemotiveerd op het standpunt gesteld dat afwijzing van de aanvraag geen schending van dit artikel oplevert, reeds omdat geen sprake is van beëindiging van rechtmatig verblijf van eiser in Nederland.
8. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.M. van Dijk-de Keuning, rechter, in aanwezigheid van S.A.K. Kurvink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2017.

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken na de dag van verzending hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Afschrift verzonden aan partijen op:





******************************************************



 Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l
In the first decades of the nineteenth century, no place burned more brightly in the imagination of European geographers––and fortune hunters––than the lost city of Timbuktu. Africa's legendary City of Gold, not visited by Europeans since the Middle Ages, held the promise of wealth and fame for the first explorer to make it there. In 1824, the French Geographical Society offered a cash prize to the first expedition from any nation to visit Timbuktu and return to tell the tale.









Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...