Posts tonen met het label prutsers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label prutsers. Alle posts tonen

04 februari 2010

Advocaat Thissen: schorsing heeft racistisch motief

De advocaat J.P.H. Thissen die door de Raad van Discipline eind vorige maand voor het leven is geschorst, ziet in alle aantijgingen tegen hem een complot, aangespannen door dekens van de Haagse Orde, de IND en de rechtbank. Thissen ziet er zelfs een racistisch motief in, omdat "men de vreemdelingen die ik probeer te helpen, hier liever niet ziet." De Haagse deken Ernst van Win: "Een advocaat met het zelfinzicht en de attitude van mr. Thissen hoort niet thuis in de balie."

"Barbertje moet hangen," aldus Thissen, bedaard Multatuli aanhalend. De vreemdelingenadvocaat, nu 66, is naar eigen zeggen slachtoffer geworden van een gecoördineerde aanval van de twee dekens van Haagse Orde; ingezet door Lineke Bruins en daarna voltooid door de huidige deken Ernst van Win. "Men wilde mij uitschakelen, en dat heeft men op uiterst effectieve wijze gedaan." Volgens de advocaat is het oordeel van de raad niet op feiten gebaseerd.

De schorsing die hem vorige maand werd opgelegd, ging afgelopen week in. De raad van Discipline achtte na onderzoek van de ervaren vreemdelingenadvocaat Mr. W.M. Blaauw bewezen dat de advocaat zijn praktijk niet behoorlijk uitvoert, vrijwel zonder uitzondering grote aantallen kansloze procedures voert. Thissen liet na zijn cliënten daarover duidelijk te informeren. Eerder kreeg hij al tuchtmaatregelen aan zijn broek, bijvoorbeeld een schorsing van een jaar.

"Ik doe geen kansloze zaken," aldus Thissen die zijn omstreden werkwijze nog eens toelicht. "Ik win heel veel." In 2008 keurde het Hof van Discipline 'het stappenplan' dat de advocaat hanteert al eens af. Ook kreeg hij een maatregel, omdat hij het maximaal aantal toevoegingen dat een advocaat per jaar mag aanvragen via een handige constructie ontdook. De Raad constateerde dat hij deze truc nog steeds toepast.

Bevindingen kloppen niet
Volgens Thissen kloppen de bevindingen van het onderzoek naar de handel en wandel van zijn kantoor niet, bijvoorbeeld op het punt van het aanvragen van toevoegingen op naam van advocaten die voor hem zouden werken, maar van niets bleken te weten. Ook is er niets mis met de boekhouding.

De rechterlijke macht heeft zich er voor ingespannen om hem ten val te brengen, beweert Thissen: "De president van de rechtbank heeft tegen de deken gezegd: pák die man." In een NRC-artikel over de zaak wordt de president van de rechtbank DenHaag, Frits Bakker, opgevoerd die Thissen bij de deken heeft "gesignaleerd."

Thissen zegt dat de voormalig deken Lineke Bruins zijn medewerkers heeft bang gemaakt zodat ze zouden vertrekken bij zijn kantoor. Thissen: "Zij beschuldigde mij van fraude, mensenhandel en leiding geven aan een criminele organisatie. De jonge advocaten die voor me werkten kozen gelijk eieren voor hun geld en meldden zich gelijk ziek. Men probeerde mij te isoleren."

Racistisch motief
Maar waarom dan deze hetze tegen de advocaat? Daarnaar gevraagd, ziet Thissen een racistisch motief. "Vanwege het plezierige klimaat dat ik schiep voor vreemdelingen. Mensen die men hier liever niet ziet komen." Verder denkt Thissen dat de rechtbank en de Raad voor de Rechtsbijstand (RvR) van hem af wilden, omdat hij hen teveel geld zou kosten. "Vorig jaar heb ik € 900.000 aan toevoegingen gehad." De advocaat had een kleine duizend zaken lopen bij de rechtbank, en de RvR zei tegen de deken overbelast te zijn door het grote aantal (onvolledige) aanvragen dat Thissen indiende.

Het kantoor van de advocaat wordt binnenkort ontmanteld. Wel belooft Thissen spreekuur te houden voor zijn cliënten om ze de situatie waar hij in verkeert uit te leggen. Als hij het hoger beroep wint, keert hij misschien terug in de advocatuur. Verliest hij, dan wacht er een aanklacht wegens fraude op hem, aangespannen door de Raad voor de Rechtsbijstand. Die wil geld voor toevoegingen terughebben. Andersom wil de geschorste raadsman de staat aansprakelijk stellen voor de geleden schade.

Werk ver beneden peil
De Haagse deken Ernst van Win in een reactie: "De signalen van verschillende zijden, ook van (oud) kantoorgenoten, bereikten de afgelopen tijd een zodanige omvang, dat mijn voorgangster, Lineke Bruins, besloten heeft een onderzoek naar zijn praktijkvoering in te stellen. Dat rapport heeft alle boze vermoedens bevestigd. Mr. Thissen doet niet alleen kansloze, maar met name ook veel zinloze procedures, informeert zijn cliënten niet of onvoldoende, laat cliënten daarvoor aanzienlijke bedragen betalen en verkoopt hen zelfs waardeloze documenten. Zijn inhoudelijke werk is ver beneden peil en hij misbruikt enorme hoeveelheden gemeenschapsgeld zonder daarvoor iets zinnigs voor zijn cliënten te kunnen betekenen. Van enig zelfinzicht of bereidheid zijn praktijkvoering en onbetamelijke gedrag aan te passen, heeft hij steeds geen blijk gegeven. Een advocaat met het zelfinzicht en de attitude van mr. Thissen hoort niet thuis in de balie."

Thissen zelf blijft positief over zijn kansen in het hoger beroep: "Ik ben optimistisch van nature. Dat zit in mijn karakter. Daarom had ik ook zoveel klanten."

Bron: http://www.advocatie.nl/page?1,3850/Actueel/advocaat_thissen_schorsing_heeft_racistisch_motief

02 februari 2010

Volop prutsers bij recht voor vreemdelingen

Bekort daarom de proceduretijd

Er wordt veel geld verdiend aan wanhopige mensen die het Nederlands nauwelijks machtig zijn. Zij vormen het werkveld van malafide advocaten en bureautjes, stelt Julien Luscuere hieronder.

De Raad van Discipline heeft op 18 januari de vreemdelingenadvocaat mr. J.P.H. Thissen voor onbepaalde tijd geschorst – tot grote opluchting van velen in het werkveld. Maar wie denkt dat met Thissen de rotte appel uit de mand is verwijderd, komt bedrogen uit. Er zijn al jaren aanwijzingen dat juist het vreemdelingenrecht een vrijhaven is voor prutsers, oplichters en opportunisten. Een onderzoek van de Universiteit van Tilburg uit 2006 naar de kwaliteit van advocaten van vreemdelingen die in bewaring worden gesteld, concludeert dat in zeker 10 procent van de gevallen broddelwerk wordt afgeleverd. Waarschijnlijk is dit percentage in gewone vreemdelingenzaken nog hoger, omdat hier ook niet-advocaten als gemachtigde mogen optreden. Het gaat om duizenden gevallen per jaar.

De reden dat deze markt interessant is voor beunende juristen is drieledig. Allereerst is de doelgroep gewillig: wanhopige mensen met weinig kennis van de Nederlandse taal en de juridische realiteit. Omdat ze geen verblijfsvergunning hebben, zijn ze schuw voor autoriteiten en klagen zelden. Verder is het vreemdelingenrecht complex: in beleid, regelgeving, jurisprudentie, Europese hoven – elke dag verandert er wel weer wat. Voor een specialist al een heel karwei, maar voor de leek is er geen beginnen aan. Hij moet zijn advocaat maar blind vertrouwen. Ten slotte is er het bestuursprocesrecht. Dit biedt gelukkig veel waarborgen voor de burger. Maar procederen kost tijd, wat door de vreemdeling vaak als ‘winst’ wordt gezien, zelfs als hij de zaak zeker zal verliezen.

Het gemak waarmee de doelgroep kan worden gepaaid, geeft de dienstverleners alle ruimte om de ene na de andere wanprestatie op elkaar te stapelen. De brutaliteit is soms schokkend. Een confrère vertelde zijn Nigeriaanse cliënt, nadat de rechtbank hem door een blunder niet-ontvankelijk had verklaard: „I’m sorry, the judge doesn’t like black people.” Of neem een Leids ‘rechtskundig adviseur’ die na dezelfde blunder zijn cliënt wijsmaakte dat de procedure gewoon doorliep in verzet, een technische maar hier kansloze exercitie. Om duidelijk te maken dat het om een ‘nieuwe procedure’ ging factureerde hij de cliënt weer 1.000 euro. En lukt het deze lieden om de zaak inhoudelijk aan de IND of de rechter voor te leggen, dan wordt de zaak op een bedroevend niveau bepleit.

Niet alleen de cliënt is de dupe, ook de belastingbetaler wordt getild. Malafide advocaten zetten kansloze procedures in voor cliënten die daartoe nooit opdracht gaven. De gegevens van die cliënten krijgen de advocaten van andere cliënten, ronselaars of maatschappelijk werkers. En dankzij de vaste vergoeding per zaak die de Raad voor Rechtsbijstand betaalt, komt het gemiddeld uurtarief dan al gauw op 900 euro, waar een bonafide pro-deoadvocaat hoopt op gemiddeld een achtste hiervan. Schrijnend wordt dit soort praktijken als vreemdelingen met kansrijke zaken het ravijn in worden geduwd. Vooral in het asielrecht komt dit veelvuldig voor. Aan deze beroepsfouten is juridisch niets meer te doen. De gevolgen worden volledig afgewenteld op de vluchteling die in goed vertrouwen gebruikmaakte van de toegevoegde advocaat. Theoretisch rest hem weinig dan terug te keren naar het regime waarvoor hij een veilig heenkomen zocht.

Juist in deze gevallen raken de wanpraktijken de grondvesten van onze rechtsstaat. Het vertrouwen van het slachtoffer in de rechtsbescherming krijgt een enorme deuk. En omdat er sprake is van structurele tekortkomingen, komt de corrigerende factor van de rechtsbijstand, die de overheid bij de les houdt, onder druk te staan.

Het is dus goed dat er nu wordt gehandeld bij wantoestanden. Maar help dit? In de kwestie-Thissen ligt zowel het probleem als het antwoord besloten. Zijn wanpraktijken zijn al zeker tien jaar in Den Haag bekend. Hij kreeg wel steeds zwaardere straffen, maar hij ging onbekommerd door. Ook nu is allerminst zeker dat aan zijn praktijken een halt is geroepen. Vorig jaar is in Rotterdam bijvoorbeeld een geschrapte advocaat jurist geworden bij een advocatenkantoor en verleent nu dezelfde rechtsbijstand op naam van een senior advocaat. En buiten de advocatuur zijn er onbeperkte mogelijkheden voor juridische adviesbureaus, waar zonder enig toezicht en controle de meest bizarre praktijken voorkomen onder het motto ‘zolang de cliënt maar betaalt’.

Er moet daarom veel meer gebeuren. Gelukkig zijn de oplossingen helemaal niet zo ingewikkeld. Zo zouden de IND en de rechtbank veel vaker gebruik moeten maken van de wettelijke mogelijkheid om prutsende juristen van adviesbureautjes te weigeren als gemachtigde. Voor structureel falende advocaten biedt het tuchtrecht mogelijkheden, maar deze stroperige en weinig effectieve klachtenprocedure bij de Orde van Advocaten moet dan wel nodig worden gestroomlijnd.

Grote winst kan ook indirect worden geboekt. Als de proceduretijd voor hopeloze zaken wordt bekort, vervalt een belangrijk verkoopargument van de malafide dienstverlener. De IND is daar al mee bezig en ook de Raad van State lijkt zich hiervan bewust, maar bij de overbelaste rechtbanken komen de doorlooptijden nu makkelijk boven de tien maanden uit, ook als de zaak eenvoudig door de griffie kan worden afgedaan.

Ten slotte moet de financiële drijfveer worden weggenomen. De deskundigheidseisen voor gesubsidieerde advocaten zijn laag en vrijblijvend. De Raad voor Rechtsbijstand is ook bij het toezicht veel te passief: signalen van misbruik en fraude worden nu amper zelfstandig onderzocht. De speciale klachtencommissie lijdt een kwijnend bestaan. En juist de aanpak van malversaties ontneemt de malafide lieden hun handel. Bovendien levert dit nog een voordeel op: de bespaarde subsidies zouden goed van pas komen in een segment waarvan de kwaliteit op zich zelf al jaren onder druk staat door bezuinigingen.

Bron: de schrijver. Op 1 februari 2010 geplaatst in het NRC


Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...