10 mei 2025

UiTSPRAAK: visum veel te laat ingewilligd dus moet de IND WEL proceskosten betalen

Vaak krijg je een beschikking: gegrond maar we betalen geen proceskosten want je kreeg wat je wilde. Zo niet dus.

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de visumaanvraag van eiser, dient te worden vastgesteld dat met de inwilliging van deze aanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen zodat eiser gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Awb in zoverre geen procesbelang meer heeft. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.

2. Omdat eiser vanwege het niet tijdig beslissen op zijn visumaanvraag terecht beroep heeft ingesteld, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 453,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.


Rechtbank Den Haag zp Middelburg
08-05-2025
08-05-2025

UITSPRAAK: zicht op uitzetting Marokko ook zonder dactyloscopisch onderzoek

6. De rechtbank is van oordeel dat zicht op uitzetting in het algemeen en in het geval van eiser naar Marokko niet ontbreekt. De rechtbank wijst op de uitspraken van de Afdeling5 van 14 november 2022, 8 augustus 2023 en 27 januari 2025, waarin de Afdeling heeft geoordeeld dat zicht op uitzetting naar Marokko in het algemeen niet ontbreekt.6 In het specifieke geval van eiser is op 13 juni 2024 een lp-traject opgestart. Dat er tot op heden nog geen reactie van de Marokkaanse autoriteiten is ontvangen rechtvaardigt niet de conclusie dat er in eisers geval geen sprake meer is van zicht op uitzetting. Niet is gebleken dat de Marokkaanse autoriteiten hebben aangegeven geen lp voor eiser te zullen afgeven. Eiser heeft zijn stelling dat de Marokkaanse autoriteiten alleen nationaliteitsbevestigingen afgeven op basis van het dactyloscopisch profiel niet onderbouwd. De rechtbank ziet daarin reeds daarom geen aanleiding voor een ander oordeel. De beroepsgrond slaagt niet.

6.1.

De rechtbank is van oordeel dat de minister voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser. Uit het dossier blijkt dat de minister op 10 april 2025 heeft gerappelleerd bij de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank volgt eiser niet in de stelling dat van de minister in zijn geval meer mag worden verwacht. De verwijzing naar JN t. het VK treft geen doel. In die zaak duurde de bewaring namelijk ruim 19 maanden en duurde de bewaring voorafgaand aan die periode ook al meer dan twee jaar en acht maanden. In het geval van eiser duurt de bewaring twee en een halve maand. De beroepsgrond slaagt niet.

6.2.

De rechtbank is van oordeel dat de minister terecht geen licht middel aan eiser heeft opgelegd. De rechtbank overweegt dat eiser met de overgelegde stukken niet aannemelijk heeft gemaakt dat de medische zorg niet gelijkwaardig is aan de zorg in de vrije maatschappij. Anders dan eiser veronderstelt betekent gelijkwaardige zorg niet dat in het detentiecentrum elke medische zorg die gewenst wordt en die in de vrije maatschappij kan worden verkregen, moet worden verleend. De minister stelt terecht dat het moet gaan om zorg die medisch noodzakelijk is. Uit de overgelegde stukken blijkt niet dat de medische zorg, die eiser wenst te krijgen medisch noodzakelijk is. De verwijzing van eiser naar de uitspraak van deze rechtbank en deze zittingsplaats van 10 juli 2019 gaat niet op, omdat het geen gelijke gevallen betreffen. In die zaak had de vreemdeling een stuk overgelegd van een Handtherapeut waaruit bleek dat de afwezigheid van de behandeling een risico was voor zijn gezondheid en dat hij bij het uitblijven van een behandeling het risico liep op levenslange beperking van zijn duimfunctie, was er sprake van toegenomen klachten en had de vreemdeling zich meermaals beklaagd bij het detentiecentrum over het uitblijven van de behandeling. Er ligt geen medische onderbouwing van toegenomen klachten bij eiser en het gezondheidsrisico als de behandeling uitblijft. Eiser heeft verder niet aannemelijk gemaakt, dat hij zonder de behandeling door een logopedist niet in staat kan worden geacht de bewaring op verantwoorde wijze te ondergaan of dat zijn stemproblemen in detentie door gebrek aan deze medische zorg blijvend zullen verslechteren. Hierdoor slaagt ook de verwijzing van eiser naar de uitspraak van de Afdeling van 5 januari 2018 niet.


Rechtbank Den Haag zp Groningen
09-05-2025
09-05-2025



Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...