Posts tonen met het label Nederlander. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Nederlander. Alle posts tonen

27 februari 2013

Integratie: van verklaren van falen, naar verwachten van succes

Minister Asscher heeft de visie van het kabinet op integratie aan de Tweede Kamer gezonden. In die brief staat dat “Nederland meer is dan de som van alle burgers. Dit kabinet wil bijdragen aan een land waarin wij normaal met elkaar omgaan en samen trots zijn op onze gedeelde Nederlandse identiteit. Een land waarin talent, van wie dan ook, wordt ontdekt en beloond, en waarin afkomst niets meer of minder is dan iemands achtergrond.”
Uitgangspunt voor Asscher is dat wie er voor kiest om in Nederland een toekomst op te bouwen, zich richt naar de Nederlandse samenleving en de waarden die hier gelden. Daarbij is integratie een wederzijdse inspanning, waarbij die verplichting sterker is voor migranten. Van gevestigde Nederlanders mag verwacht worden dat zij migranten de ruimte bieden en hen als gelijken accepteren.
Asscher: “We moeten mensen duidelijk maken wat we van ze verwachten, zodat ze een succes van hun leven maken. We reiken de helpende hand als dat wordt gevraagd en grijpen in als dat nodig is. Met andere woorden: streng en liefdevol.” Het kabinet heeft expliciete aandacht voor migranten die bij het afstand nemen van hun geloof, of die als homo of jonge vrouw een beperkende vorm van groepsdruk ervaren. Zij verdienen bij uitstek steun.

Documenten en publicaties

Kamerbrief agenda integratie

Brief van minister Asscher (SZW) aan de Tweede Kamer over de agenda integratie.
Kamerstuk | 19-02-2013 | SZW

bron: http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/02/20/integratie-van-verklaren-van-falen-naar-verwachten-van-succes.html



Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

30 september 2010

Nederlandse nationaliteitswet wijzigt op 1 oktober

Zwolle - Per 1 oktober wijzigt de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet). Hierin staan onder andere de regels hoe en onder welke voorwaarden een vreemdeling de Nederlandse nationaliteit kan aanvragen. De wijziging kan gevolgen hebben voor mensen die nu en in de toekomst de Nederlandse nationaliteit willen aanvragen.

Vreemdelingen kunnen de Nederlandse nationaliteit op twee manieren aanvragen: een optieverzoek of een naturalisatieverzoek. Voor een optieverzoek moet je vaak meer dan 15 jaar met een verblijfsvergunning in Nederland wonen. De meeste vreemdelingen vragen daarom naturalisatie aan. Deze aanvragen kun je bij de gemeente indienen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst beoordeelt het dossier en de Koningin neemt dan officieel een besluit. Een optieverzoek wordt door de burgemeester beslist.

Iedereen die Nederlander wil worden door naturalisatie moet afstand doen van de eigen nationaliteit. Uiteraard moet de nationaliteitswet in het land van herkomst dit wel mogelijk maken. Er zijn enkele uitzonderingen op het doen van afstand. Erkende vluchtelingen of vreemdelingen die met een Nederlander zijn getrouwd hoeven bijvoorbeeld geen afstand te doen. Afstand doen hoefde ook niet als je op je 18e jaar al meer dan 5 jaar in Nederland woont. Deze uitzondering vervalt, zodat deze groep vreemdelingen vanaf 1 oktober aanstaande wél afstand moet doen van hun eigen nationaliteit.

Bij een optieverzoek geldt er op dit moment geen plicht om afstand te doen van de eigen nationaliteit. Vanaf de eerste van de volgende maand geldt dit wel voor zogenoemde optanten die vanaf hun 4e jaar onafgebroken in Nederland hebben gewoond.

In de oude nationaliteitswet, die tot 1985 gold, kregen kinderen alleen de nationaliteit door van hun Nederlandse vader. Dus een kind dat tijdens een huwelijk van een Engelse man met een Nederlandse moeder was geboren, werd niet Nederlands. Vanaf 1985 is de gelijkheid tussen man en vrouw in de Rijkswet gekomen. Dat betekent dat zowel een Nederlandse vader als een Nederlandse moeder hun nationaliteit doorgeven aan hun kind.

Personen die vóór 1985 geboren of geadopteerd zijn en waarvan alleen de moeder Nederlands is of was, krijgen vanaf 1 oktober de mogelijkheid om te opteren. Met deze eenvoudige procedure kunnen ze dus alsnog de Nederlandse nationaliteit krijgen. Vergelijkbare mogelijkheden zijn er ook voor hun kinderen. Hiermee heeft de regering het verschil tussen de oude en de nieuwe nationaliteitswet opgeheven.

Meer informatie over optie of naturalisatie kunt u vragen bij de gemeente: 14 038 of vinden op www.zwolle.nl , product 'naturalisatie' of 'optie tot Nederlander'. Bij de publieksbalie is ook de folder ‘Hoe kunt u Nederlander worden?’ aanwezig.

Bron: http://www.weblogzwolle.nl/content/view/19307/1/

01 december 2009

Kijk daar heb je een leuke nieuwe Nederlander

Kent u de uitdrukking ’of hoe je ze ook wilt noemen’. In mijn lijst van meest irritante Nederlandse termen spant deze de kroon.

De mensen die het integratiedebat volgen, weten waar het om gaat. Namelijk hoe je etnische minderheden moet benoemen. ’Nieuwe Nederlanders’ is nu door de minister van integratie officieel gekozen in plaats van allochtonen. Ja, waarom eigenlijk? Omdat allochtonen een negatieve lading had gekregen sinds die term was ingevoerd begin jaren negentig. Want in de tussentijd is het woord steeds meer gebruikt om een tegenstelling te benadrukken, met autochtonen. Wij en zij dus. In de jaren tachtig heetten allochtonen in minderheidsnota ’etnische minderheden’. ’Gastarbeiders’ werd gebezigd in de jaren zeventig.

Lees hier verder in : Trouw


23 oktober 2009

Aantonen dat je Nederlander bent is knap ingewikkeld

Ieder land mag zelf bepalen wie zijn onderdanen zijn. Tegenover andere landen bestaat alleen de verplichting om staatloosheid te voorkomen en tegenover je eigen (potentiële) onderdanen geldt een verbod van willekeur. Daarnaast werd het hebben van meer dan een nationaliteit vaak als onwenselijk gezien omdat in dat geval loyaliteitsconflicten zouden kunnen ontstaan.

De systemen van nationaliteitsrecht van de diverse landen kunnen globaal worden onderverdeeld in twee stromingen: het ius sanguinis en het ius soli. Het eerste betekent dat de afstamming bepaalt of je onderdaan bent van een land, dus: je krijgt bij je geboorte de nationaliteit van (een van je) ouders en je geeft die nationaliteit vervolgens weer door aan je kinderen, ook als je in een ander land woont.

Ius Sanguinis en ius Soli
Bij het ius soli is de geboorte op het grondgebied van een bepaalde staat bepalend voor het verkrijgen van de nationaliteit. Nederland kent met de meeste andere West-Europese landen traditioneel het ius sanguinis. Het ius soli komt voort uit de Angelsaksische traditie. Daarnaast geldt dat dun bevolkte of jonge staten eerder geneigd zullen zijn om aan iedereen die op hun grondgebied is geboren, het staatsburgerschap te verlenen, ook als deze personen door afstamming al een andere nationaliteit krijgen.

Nationaliteitsrecht
Dit leidt uiteraard tot dubbele nationaliteit, net als het hebben van ouders van verschillende nationaliteiten. Daarom kennen veel landen in hun nationaliteitsrecht regels ter beperking van dubbele nationaliteit. In bepaalde gevallen kan dat bijvoorbeeld ook voor Nederlanders gelden die langdurig in het buitenland verblijven en nooit meer een nieuw Nederlands paspoort hebben aangevraagd.
Een dicht bevolkt land als Nederland dat zich ook tot doel stelt om voor zijn onderdanen een bepaald welvaartsniveau te garanderen, voert noodgedwongen een vrij strikt beleid op het gebied van het nationaliteitsrecht.

Dat heeft niet alleen gevolgen voor Nederlandse inwoners van buitenlandse afkomst, maar ook voor Nederlanders die over de grens wonen, trouwen of kinderen krijgen, zoals bij expats nogal eens voorkomt. Om je eigen Nederlanderschap hoef je je meestal geen zorgen te maken, tenzij je vrijwillig een andere nationaliteit aanneemt. Maar het kan een hele onderneming zijn om het Nederlanderschap van je kinderen veilig te stellen.

Nederlanderschap aantonen
Ik zeg met opzet “veilig stellen” want het uitgangspunt is nog steeds dat het kind van een Nederlander (v/m) Nederlander is door geboorte. De moeilijkheid zit eerder in het bij elkaar krijgen van de juiste documenten en het aanbieden daarvan in de juiste vorm om het Nederlanderschap te kunnen aantonen. Daarbij gaat het erom de afstamming van een Nederlandse vader of moeder aan te tonen en om de echtheid van de getoonde documenten aannemelijk te maken.

Info niet actueel
Een Nederlands paspoort voor je kind kan worden aangevraagd bij een Nederlands consulaat in het buitenland. Het valt op dat de diverse Nederlandse consulaten op hun websites niet allemaal dezelfde informatie verstrekken over de over te leggen bescheiden en dat de informatie vaak niet actueel is. Globaal gaat het om de volgende documenten. Voor een kind met een Nederlandse moeder zal het in het bijzonder gaan om een uittreksel uit het geboorteregister (of een afschrift van de geboorteakte) vergezeld van legalisatie en een vertaling.

Voor een kind met een Nederlandse vader die met de moeder is getrouwd, moet daarnaast de huwelijksakte worden overgelegd, eventueel weer voorzien van legalisatie en vertaling.

Ingewikkeld
Ingewikkeld kan het worden als de vader niet met de moeder getrouwd is, omdat het dan moeilijker is om de afstamming aan te tonen. Dan kunnen zich tal van problemen voordoen die teveel zijn om hier allemaal te bespreken. Ik zal hier alleen ingaan op het nationaliteitsgevolg van een erkenning, omdat zich daar recentelijk enkele wijzigingen hebben voorgedaan. In het Nederlandse familierecht is buiten het geval van een huwelijk, de vader van het kind degene die het kind heeft erkend of van wie het vaderschap door de rechter is vastgesteld.

Het is echter naar Nederlands recht nog altijd mogelijk om een kind te erkennen, ook al bestaat er geen twijfel over dat de erkenner niet de biologische vader is. Dat laatste is niet in overeenstemming met het hierboven beschreven uitgangspunt van het Nederlandse nationaliteitsrecht, de gedachte van het ius sanguinis.

Rijkswet op Nederlanderschap
Omdat men bang was voor erkenningen die alleen bedoeld waren om een kind Nederlander te laten worden, werd de Rijkswet op het Nederlanderschap met ingang van 1 april 2003 zo gewijzigd dat een kind dat door een Nederlander na de geboorte is erkend, alleen door optie het Nederlanderschap kan krijgen, als het gedurende drie jaar door de erkenner is verzorgd en opgevoed. Dat heeft tot tal van problemen en gerechtelijke procedures in Nederland geleid en uiteindelijk heeft de hoogste Nederlandse rechter, de Hoge Raad, bepaald dat door deze wetgeving een ongerechtvaardigd onderscheid bestaat tussen kinderen die door hun biologische vader worden erkend en kinderen waarvan het vaderschap door de rechter is vastgesteld.

DNA-bewijs
Per 1 maart 2009 is daarom de Rijkswet op het Nederlanderschap weer gewijzigd. Nu geldt dat kinderen die na de geboorte, maar vóór hun zevende verjaardag door een Nederlander worden erkend, wel meteen daags na de erkenning de Nederlandse nationaliteit krijgen. Dat geldt dus ook als de erkenner niet de “echte” vader is. Voor kinderen die worden erkend als ze ouder dan zeven jaar zijn, moet uiterlijk binnen een jaar na de erkenning DNA-bewijs van biologisch vaderschap afkomstig van een erkend laboratorium worden overgelegd. In Nederland zijn vooralsnog pas twee laboratoria erkend.

Gelukkig voor Nederlandse expats mag het bewijs ook afkomstig zijn van een buitenlands laboratorium, als dat voldoet aan dezelfde kwaliteitseisen. Die eisen zijn opgesteld door de Paternity Testing Commission van de International Society of Forensic Genetics (FSI 2007, zie www.isfg.org). Als overgangsregeling voor kinderen die zijn geboren op of na 1 april 2003 geldt vanaf 1 maart 2009 dat tot hun 7e verjaardag namens hen een optieverklaring voor het Nederlanderschap kan worden afgelegd.

Erkenning buitenland
Voor Nederlandse expats is nog een ander punt van belang. Als de erkenning van het kind plaatsvindt buiten Nederland, moet deze in Nederland worden erkend om nationaliteitsgevolg te hebben. Daarvoor zal het weer noodzakelijk zijn om de erkenningsakte te laten legaliseren en vertalen. Daarnaast mag de buitenlandse erkenning niet in strijd zijn met de Nederlandse opvattingen van openbare orde.

Een Nederlander mag bijvoorbeeld niet een kind erkennen als hij met een andere vrouw dan de moeder van het kind is gehuwd, tenzij hij aantoont dat hij met moeder en kind “family life” onderhoudt.
De verwachting van juristen die zijn gespecialiseerd op het gebied van nationaliteitsrecht is dat ook de nieuwe regeling weer tot verschillende rechtszaken in Nederland zal leiden. En ik vraag mij af wat de ingewikkelde regelgeving en de gebrekkige informatievoorziening daarover bij de Nederlandse vertegenwoordigingen betekent voor Nederlandse expats. Op het voeren van procedures zullen zij wel niet zitten te wachten, maar wel op een paspoort voor hun kind.

NB: In de laatste week van oktober wordt het wijzigingsvoorstel Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke kwesties in de Tweede Kamer behandeld. Daarna komen wij op dit onderwerp terug.



Mr. Drs. Sabine Verbeek-Meinhardt (44) is sinds 2005 als wetenschappelijk medewerker werkzaam bij het Internationaal Juridisch Instituut (IJI) in Den Haag. Het IJI geeft advies aan advocaten, notarissen en de rechterlijke macht over internationaal privaatrecht en buitenlands recht. Sabine heeft voordien onder meer gewerkt in de advocatuur en bij De Nederlandsche Bank. Zij heeft volkenrecht en internationaal recht gestudeerd aan de Universiteit Leiden.

Meer informatie: http://www.iji.nl/.


Bron: http://www.rnw.nl/nl/nederlands/article/aantonen-dat-je-nederlander-bent-knap-ingewikkeld


Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...