Raad van State over vreemdelingenbewaring van asielzoekers (Uitspraak)


Instantie Raad van State
Datum uitspraak 23-03-2016
Datum publicatie 30-03-2016
Zaaknummer 201506600/1/V3
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Inhoudsindicatie Bij besluit van 31 juli 2015 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

1.1. Op 20 juli 2015 is de wet tot wijziging van de Vw 2000 ter implementatie van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PbEU 2013, L 180) en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (hierna: de Opvangrichtlijn; PbEU 2013, L 180) (Besluit van 8 juli 2015; Stb. 2015, 292) in werking getreden. Met deze wijziging zijn artikel 59b en artikel 59c ingevoegd.
Met artikel 59b, eerste lid en artikel 59c, eerste lid, van de Vw 2000 is artikel 8, tweede en derde lid, van de Opvangrichtlijn omgezet in nationaal recht (zie Tweede Kamerstukken, 2014-2015, 34 088, nr. 3, pagina 33-36 en 49).
1.2. Ingevolge artikel 59b, eerste lid, van de Vw 2000 kan de vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, onder f, g of h, voor zover dit betrekking heeft op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28, in bewaring worden gesteld, indien:
a. bewaring noodzakelijk is met het oog op vaststelling van de identiteit of nationaliteit van de vreemdeling;
b. bewaring noodzakelijk is met het oog op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor beoordeling van een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28, met name indien er sprake is van een risico op onttrekking;
c. de vreemdeling:
1°. in bewaring werd gehouden in het kader van een
terugkeerprocedure uit hoofde van de Terugkeerrichtlijn;
2°. reeds de mogelijkheid van toegang tot de asielprocedure heeft gehad; en
3°. op redelijke gronden aangenomen kan worden dat hij de aanvraag louter heeft ingediend om de uitvoering van het terugkeerbesluit uit te stellen of te verijdelen; of
d. de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid of openbare orde als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel e, van de Opvangrichtlijn.
Ingevolge artikel 59c, eerste lid, van de Vw 2000, voor zover thans van belang, stelt Onze Minister een vreemdeling slechts in bewaring op grond van artikel 59b, voor zover geen minder dwingende maatregelen doeltreffend kunnen worden toegepast.
Volgens paragraaf A5/6.3 van de Vc 2000, voor zover thans van belang, dient de bewaring van een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indient, of wenst in te dienen, zo beperkt mogelijk te geschieden. Bewaring op grond van artikel 59b van de Vw 2000 mag uitsluitend plaatsvinden en voortduren op grond van een daartoe strekkende belangenafweging. De ambtenaar als bedoeld in artikel 5.3 van het VV 2000 neemt over de belangenafweging contact op met de IND. Als overleg met de IND niet mogelijk is, wordt dit vermeld. In model M109-B wordt gemotiveerd aangegeven waarom de vreemdeling in bewaring wordt gesteld op grond van artikel 59b van de Vw 2000, ondanks de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
1.3. Vóór de wetswijziging van 20 juli 2015 konden asielzoekers krachtens artikel 59, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in bewaring worden gesteld. Deze bepaling bood geen afzonderlijke grondslag voor hun bewaring, omdat ook andere vreemdelingen dan asielzoekers krachtens deze bepaling in bewaring konden worden gesteld. De staatssecretaris had voor asielzoekers in het beleid deze bepaling wel nader ingevuld. Bewaring van asielzoekers mocht volgens het beleid uitsluitend plaatsvinden en voortduren op grond van een daartoe strekkende belangenafweging met betrekking tot het toepassen van de maatregel van bewaring in relatie tot de asielaanvraag. Van deze belangenafweging werd, volgens dat beleid, voorts verslag gedaan in de maatregel van bewaring of een proces-verbaal.
1.4. Artikel 59b van de Vw 2000 biedt thans een afzonderlijke grondslag voor de inbewaringstelling van asielzoekers. In het eerste lid van deze bepaling staan op een asielzoeker toegespitste gronden voor bewaring vermeld. Artikel 59b van de Vw 2000 verleent de staatssecretaris de bevoegdheid om een asielzoeker in bewaring te stellen, voor zover een of meer gronden van het eerste lid van deze bepaling van toepassing zijn en krachtens artikel 59c, eerste lid, van die wet minder dwingende maatregelen niet doeltreffend kunnen worden toegepast.
In de in artikel 59b, eerste lid, van de Vw 2000 genoemde gronden voor inbewaringstelling zijn de belangen die er toe kunnen leiden dat een asielzoeker in bewaring wordt gesteld, vervat. Paragraaf A5/6.3 van de Vc 2000, waarin wordt gewezen op de noodzakelijke belangenafweging, heeft daarom in zoverre geen toegevoegde waarde meer.
De rechtbank heeft gelet hierop ten onrechte geoordeeld dat, indien een van de gronden genoemd in artikel 59b van de Vw 2000 zich voordoet de staatssecretaris gehouden is om naast de afweging of met een lichter middel kon worden volstaan, een afweging te maken tussen deze gronden en het gegeven dat de vreemdeling een asielzoeker is.
1.5. Aan de maatregel van bewaring is ten grondslag gelegd dat deze wordt gevorderd nu bewaring noodzakelijk is met het oog op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel en het risico bestaat dat de vreemdeling zich aan het toezicht zal onttrekken, hetgeen is gebleken uit de feiten en omstandigheden dat de vreemdeling:
(a) in het Nederlands rechtsverkeer gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste documenten;
(b) geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
(c) verdachte is van enig misdrijf dan wel daarvoor is veroordeeld.
De maatregel van bewaring vermeld voorts als volgt:
"Met de IND medewerker […] een belangenafweging gemaakt. […] Gevraagd is ook naar de medische toestand van de vreemdeling. Zij gaf aan iets wat verkouden te zijn. Ook gaf zij aan dat zij is geboren met een beetje open hartklep, zij gaf aan dat zij met het juiste dieet hier oud mee kan worden. Zij gaf aan op dit moment nergens last van te hebben en ook geen medicatie gebruikt."
Onder het kopje "Geen lichter middel" staat daarnaast het volgende vermeld:
"Daarbij is afgewogen of op de vreemdeling een afdoende minder dwingende maatregel doeltreffend is toe te passen. Gezien de bovenstaande gronden en motiveringen is vervolgens overwogen dat daarvan in het onderhavige geval geen sprake (meer) is. Door de vreemdeling is ook niet overtuigend gesteld dat een dergelijke maatregel voor de daadwerkelijke effectuering van diens vertrek volstaat. Door de vreemdeling zijn geen omstandigheden aangevoerd die zouden moeten leiden tot het opleggen (of voortzetten) van een minder dwingende maatregel."
1.6. De grond onder (b) heeft de vreemdeling niet bestreden. Voorts is tussen partijen niet in geschil dat de vreemdeling in Nederland gebruik heeft gemaakt van een vals of vervalst document. In het betoog van de vreemdeling ter zitting bij de rechtbank dat zij gebruik heeft gemaakt van een (ver)vals(t) document, nu haar geen echt document werd verstrekt, heeft de staatssecretaris voorts geen aanleiding hoeven zien de grond onder (a) niet aan de maatregel ten grondslag te leggen. Gelet hierop bestaat voldoende grond om aan te nemen dat het risico bestaat dat de vreemdeling zich aan het toezicht zal onttrekken, zodat de grond bedoeld in artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 terecht aan de maatregel van bewaring ten grondslag is gelegd.
Uit het onder 1.5. vermelde volgt verder dat de staatssecretaris heeft onderzocht of in het geval van de vreemdeling minder dwingende maatregelen doeltreffend konden worden toegepast en kenbaar in de maatregel tot uitdrukking heeft gebracht waarom dit volgens hem niet het geval is. Het betoog van de vreemdeling ter zitting bij de rechtbank dat de belangenafweging onvoldoende is leidt niet tot het oordeel dat de staatssecretaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat niet met een lichter middel dan inbewaringstelling kon worden volstaan, reeds omdat het betoog niet is toegelicht.
1.7. De grief slaagt.
2. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 31 juli 2015 van de staatssecretaris alsnog ongegrond verklaren. Er is geen grond voor schadevergoeding.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 12 augustus 2015 in zaak nr. 15/14681;
III. verklaart het door de vreemdeling bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond;
IV. wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier.
w.g. Lubberdink w.g. Van de Kolk
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 maart 2016
347-765.

 De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2016:889


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Oude (groot)ouder naar Nederland willen halen kan soms

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Uitspraak: Terugkeerbesluit kan ook (onder voorwaarden) in een meeromvattende besluit asielbeslissing

Stijn over de ex nunc toetsing in het asielrecht en het arrest Ahmedbekova

Wat is het verschil tussen lawyer en advocaat?

Met je buitenlandse partner naar Nederland: 20 tips (artikel van Gart Adang op zijn verzoek geplaatst)

Uitspraak over artikel 72, lid 3 Vw - bezwaar tegen uitzetting terwijl er nog beroep loopt