Uitspraak RvS: UWV heeft onduidelijk gemotiveerd waarom werken bij een boomkweker ongeschoolde arbeid zou zijn ihkv de WAV

De werknemer wil tewerkstellingsvergunningen zodat buitenlandse werknemers bij hem op de kwekerij kunnen komen werken. Hij heeft daarvoor een advertentie geplaatst om aan Nederlandse kandidaten te komen. Het UWV vindt dat om op een kwekerij te werken er geen voorafgaande kennis nodig is en het gewoon ongeschoold werk is. De rechtbank was het daar niet mee eens en ook bij de Raad van State slaagt verweerder er niet in om die stelling te motiveren. De redeneringen dat werkervaring vragen en een werkweek van 6 dagen voor te stellen onnodig de kans op Nederlandse kandidaten verkleint volgt de Raad van State ook niet. Oftewel boomkwekerijen jullie hebben hier een gouden uitspraak te pakken.


ECLI:NL:RVS:2013:1756

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 30-10-2013
Datum publicatie 30-10-2013
Zaaknummer 201303122/1/V6
Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2013:1918, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht


De Raad van State overweegt het volgende:


1. Op dit geding is de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: de Wav) van toepassing zoals deze wet luidde tot 1 juni 2013.
Ingevolge artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, wordt een tewerkstellingsvergunning geweigerd indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt beschikbaar is.
Ingevolge artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, kan een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben gepleegd de arbeidsplaats door prioriteitgenietend op de arbeidsmarkt beschikbaar aanbod te vervullen.
Ingevolge artikel 9, eerste lid, aanhef en onder i, kan een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd indien door de werkgever anderszins belemmeringen zijn opgeworpen waardoor de arbeidsplaats niet overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde door aanbod op de arbeidsmarkt vervuld kon worden.
2. Blijkens het uittreksel uit het handelsregister van 15 maart 2011 zijn de bedrijfsmatige activiteiten van [wederpartij] gericht op het kweken en verhandelen van boomsoorten. [wederpartij] heeft de aanvragen ingediend voor het vervullen van de functie assistent medewerker boomkwekerij voor de duur van 56 weken door de vreemdelingen [vreemdeling A] en [vreemdeling B], [vreemdeling C] en [vreemdeling D]. De Raad van Bestuur heeft in het besluit van 3 augustus 2012 de afwijzing van de aanvragen gehandhaafd en daaraan artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, en artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a en i, van de Wav ten grondslag gelegd.
3. De Raad van Bestuur betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij zijn standpunt dat de functie assistent medewerker boomkwekerij ongeschoolde dan wel licht geoefende arbeid betreft, niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Volgens de Raad van Bestuur heeft de rechtbank miskend dat de te verrichten werkzaamheden ook door oefening in de praktijk kunnen worden aangeleerd. In dit verband merkt de Raad van Bestuur op dat de werkgelegenheid in de bomen- en vaste plantensector voor het overgrote deel bestaat uit werk waarvoor geen specifieke scholing is vereist. Daarbij wijst de Raad van Bestuur op de collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: de cao) en de Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector van het Productschap Tuinbouw van 31 augustus 2009.
3.1. De Raad van Bestuur heeft, hetgeen hij in hoger beroep niet heeft bestreden, bij de rechtbank te kennen gegeven dat van een werkgever een begeleidingsinspanning van ongeveer een jaar verwacht mag worden om nog van ongeschoolde dan wel licht geoefende arbeid te kunnen spreken. De rechtbank heeft [wederpartij] gevolgd in haar stelling dat de begeleiding om de functie assistent medewerker boomkwekerij naar behoren te kunnen uitoefenen voormelde termijn van een jaar overstijgt, waarbij de rechtbank de functieomschrijving van de assistent medewerker boomkwekerij in het Functiehandboek voor de Agrarische sector Open Teelten, behorend bij de cao, met looptijd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2012, van belang heeft geacht. Uit die omschrijving blijkt dat voor de uitoefening van deze functie relevante kennis en ervaring is vereist. Zo is daarin vermeld dat de assistent medewerker boomkwekerij zelfstandiger werkt dan de productiemedewerker en werkzaamheden verricht die meer vakkennis vereisen. Voorts heeft de rechtbank in dit verband terecht de in het Functiehandboek uiteengezette werkzaamheden van de assistent medewerker boomkwekerij die zien op het samenstellen van bodemverbeteraars en het oculeren en enten van verschillende soorten bomen en struiken van belang geacht. In aanmerking genomen de toelichting van [wederpartij] ter zitting bij de rechtbank dat zij een grote verscheidenheid aan soorten bomen, heesters en coniferen heeft die elk een eigen werkwijze en behandeling vragen, heeft [wederpartij] aldus aannemelijk gemaakt dat de functie specifieke kennis vergt die slechts door langdurige ervaring kan worden verworven. Aangezien de Raad van Bestuur in zijn hogerberoepschrift heeft volstaan met verwijzing naar de cao en de Visie Arbeid bomen- en vaste plantensector en ter zitting bij de Afdeling evenmin duidelijk heeft kunnen maken waarom de aan deze functie verbonden werkzaamheden slechts een begeleidingsinspanning van een jaar zouden inhouden, heeft de rechtbank terecht overwogen dat de Raad van Bestuur niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat de functie assistent medewerker boomkwekerij ongeschoolde dan wel licht geoefende arbeid betreft.
Het betoog faalt.
4. De Raad van Bestuur betoogt voorts dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij zijn standpunt dat [wederpartij] onvoldoende wervingsinspanningen heeft verricht, evenmin deugdelijk heeft gemotiveerd. Hiertoe voert de Raad van Bestuur aan dat [wederpartij] met de door haar gestelde eisen de vervulling van de arbeidsplaatsen moeilijker dan nodig heeft gemaakt en daarmee de kring van potentiële prioriteitgenietende kandidaten onnodig heeft verkleind, zodat de wervingsinspanningen van [wederpartij] onvoldoende zijn.
4.1. Over de door [wederpartij] gestelde eisen aan werkzoekenden dat zij ervaring dan wel affiniteit met de boomkwekerij en ervaring met en kennis van de nomenclatuur moeten hebben, heeft de Raad van Bestuur in het besluit van 3 augustus 2012 het standpunt ingenomen dat deze, in aanmerking genomen dat het hier om ongeschoolde dan wel licht geoefende arbeid gaat, niet reëel zijn. Aangezien uit het hiervoor onder 3.1 overwogene volgt dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat de Raad van Bestuur niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat het in dit geval om ongeschoolde dan wel licht geoefende arbeid gaat en voorts niet heeft gemotiveerd waarom de door [wederpartij] gestelde eisen niet reëel zijn, is de rechtbank terecht tot het bestreden oordeel gekomen.
Het betoog faalt.
5. De Raad van Bestuur betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij ondeugdelijk heeft gemotiveerd waarom [wederpartij] met de tekst van de advertentie belemmeringen heeft opgeworpen voor de vervulling van de arbeidsplaatsen door het op de arbeidsmarkt beschikbare aanbod. Volgens de Raad van Bestuur heeft [wederpartij] door in de advertentie te vermelden dat het aantal werkdagen zes bedraagt, een irreële eis gesteld, waarbij de Raad van Bestuur wijst op artikel 11, zesde lid, van de cao. Dat volgens [wederpartij] de werkweek gemiddeld 38 uur per week bedraagt en de verdeling van het aantal uren over zes werkdagen eerder uitzondering dan regel is, is in de advertentie niet tot uitdrukking gebracht, aldus de Raad van Bestuur.
5.1. Anders dan de Raad van Bestuur stelt, zijn de gebruikte bewoordingen in de advertentie niet van dien aard dat daarmee aannemelijk moet worden geacht dat werkzoekenden hierdoor onnodig zouden zijn afgeschrikt om op die advertentie te reageren en [wederpartij] aldus belemmeringen heeft opgeworpen waardoor de arbeidsplaatsen niet overeenkomstig het bij of krachtens de Wav bepaalde vervuld kon worden.
Het betoog faalt.
6. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
7. De Raad van Bestuur dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. bevestigt de aangevallen uitspraak;
II. veroordeelt de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tot vergoeding van bij [wederpartij] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 472,00 (zegge: vierhonderdtweeënzeventig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. bepaalt dat van de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een griffierecht van € 478,00 (zegge: vierhonderdachtenzeventig euro) wordt geheven.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. de Heer, ambtenaar van staat.
w.g. Bijloos w.g. De Heer
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 oktober 2013


Zie ook deze uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2013:1757



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Interview met Aad van Elswijk, advocaat vreemdelingenrecht te Rotterdam

Vraag: Kan ik mijn oude moeder naar Nederland halen?

Wat als je vergeten bent je verblijfsvergunning te verlengen?

Oude (groot)ouder naar Nederland willen halen kan soms

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)

Interview met Anton Kleijweg, advocaat vreemdelingenrecht te Voorburg (update: tegenwoordig in Den Haag)